Globaal bekeken
De wereldbekende C. S. Lewis, wiens 100e geboortedag vorig jaar werd herdacht, schreef van 1953 tot 1963 brieven aan de Amerikaanse Mary Willis Shetburne, die hij nooit ontmoette. Uit één van de brieven, opgenomen in 'Brieven aan Mary Willis' (uitgave Kok, Kampen) een passage die bredere betekenis heeft:
'Wees niet te gauw overtuigd dat God jou echt van alles wil laten doen wat je niet hoeft te doen. Elk moet zijn plicht doen "in de toestand waartoe God hem geroepen heeft". Bedenk wel: dat het goed zou zijn iets te doen om maar iets te doen, is een typisch vrouwelijk, typisch Amerikaans en typisch modern geloof; er zijn dus misschien wel drie sluiers die jou het juiste zicht benemen! Een mens kan net zo goed onmatig werken als onmatig drinken – het gevoel hebben dat hij ijverig is, en intussen alleen maar ongedurig zijn, of ook wel gewichtig doen. Zoals Mac-Donald zegt: "In heilige dingen kan een onheilige begeerte schuilen". En door iets te doen waar jouw "taak en plaats" niet om vragen, zou je minder goed in staat kunnen zijn tot wat er wel van je gevraagd wordt, en zo een zekere onrechtvaardigheid begaan. Geef Maria maar eens een kans en niet alleen Martha!'
Djerba is een eiland met 90.000 inwoners voor de zuidkust van Tunesië, bekend reeds in bijbelse tijden. De Feniciërs ontdekten het eiland en in een vroeg stadium woonden er joden, al ver voor Christus. Er is ook nu nog een grote synagoge. Uit een reisgids het volgende over de geschiedenis van Djerba:
’Door de gastvrijheid en de openheid van de eilandbewoners went u er snel en voelt u zich er al spoedig helemaal op uw gemak. Odysseus had deze ervaring ook, toen hij op zijn zwerftocht op Djerba terechtkwam. Hij stuurde zijn reismakkers als verkenners naar het eiland. Daar werden zij door de bewoners, de zogenaamde Lotofagen (lotuseters), onthaald op lotusvruchten. Door deze zoete vruchten raakten ze in een zalige stemming, vergaten alle zorgen en wilden het eiland nooit meer verlaten. Odysseus had de grootste moeite zijn mannen weer aan boord te krijgen. Hij moest ze aan de mast van het schip vastketenen, anders zouden ze weer voor de verleiding bezwijken en naar het eiland terugkeren.
Het eiland kent een bewogen verleden. Eerst was het een Fenicische handelsnederzetting. Later, onder de Romeinen, heette het eiland Menix en diende het als handelsplaats voor langstrekkende karavanen uit het zuiden van de Sahara. Vandalen, Arabieren en Noormannen hebben om het eiland gestreden. De laatste bezetters waren de Spanjaarden. Zij werden overvallen door de gevreesde piraat Dragout, die in dienst stond van de Turken. Hun lot was vreselijk: 5000 Spanjaarden werden neergesabeld en onthoofd. Van hun schedels liet Dragout een toren naast de burcht in Houmt-Souk bouwen, de Bordj el Rouss (Schedeltoren). In 1848 gaf de bei van Tunis opdracht om de piramidevormige toren te slopen. Nu herinnert alleen nog een gedenknaald aan het macabere gebouw.'
v. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's