Johannes Chrysostomus
Patroon der predikers (1)
Het was zo omstreeks het jaar 350 na Christus, dat er in het Syrische Antiochië – waar voorheen de leerlingen van Christus het eerst christenen werden genoemd – een jongetje geboren werd uit een voorname familie, dat na eeuwen nog steeds zou worden genoemd. De vrome ouders noemden hun kind Johannes. Helaas leefde de vader niet lang meer na de geboorte van zijn zoon. Secundus, zo was de naam van de vader, moest dus aan zijn vrouw Anthusa de taak van de opvoeding overlaten. Deze moeder besloot zich geheel aan de vorming van haar kind te wijden. Omdat er geen armoede was, kon aan het kind alles worden besteed wat nodig was. Naar de gewoonte van die tijd kreeg Johannes onderricht in de welsprekendheid van een bekend leraar Libanius en onderwijs in de wijsbegeerte van een zekere Andragatius. Reeds vroeg muntte Johannes uit door heldere geestesgaven en vertoonde hij een heerlijke aanleg.
De jonge Chrysostomus kreeg daarmee een opvoeding, die geheel op de hoogte van zijn tijd was. Voornamelijk beschikte hij al vroeg over een literair vermogen. Achteraf gezien lag dit al geheel in het plan, dat de Schepper van alle dingen, met dit leven voorhad. Natuurlijk was de vorming van dit kind vooralsnog in heidense zin. Zijn leraren waren heidenen, maar evenals bij Samuël het verblijf in de tabernakel hem niet schaadde, omdat Hanna andere zaden in zijn hart had gestrooid, zo was daar ook Anthusa. Zij zorgde ervoor dat Johannes verbonden bleef met de gemeente van Antiochië.
Deze vorming van Chrysostomus bedoelde doorgaans de leerlingen geschikt te maken belangrijke ambten in de staat te vervullen. Rechtsgeleerden wilde hem scholen in de bonte praktijk van het leven en wijsbegeerte gaf hem de middelen aan om argumenten te verzamelen en de kunst van disputeren te leren. Nog altijd is de studie van de rechten een wetenschap, die een mensenkind schaaft om het volle leven aan te kunnen. Niet weinigen zijn in de loop der jaren op dit pad slim en wereldwijs geworden. Maar de Heere beschikte het voor Chrysostomus anders. De welsprekendheid intussen is hem voor zijn later werk alleen maar voordelig geworden. Al deze vakken, die, buiten het licht van het Woord om, ons groot kunnen maken om in de wereld naam te maken, dienden Chrysostomus tenslotte alleen in het predikambt.
Tot zover was alles erop aangelegd om Chrysostomus te vormen als jurist, diplomaat of pleitbezorger. Omdat hij uit een voorname familie kwam, lag een staats ambt als het ware voor hem in het verschiet. Maar het duurde niet lang of Chrysostomus onderkende de ijdele ambitie, aan een staatsambt ook toen al verbonden. Hij doorzag de leegte en de onrust van deze loopbaan. Hij veranderde geheel van denkwijze en levenshouding. Hij gaf zich in stille afzondering aan het onderzoek van de Heilige Schrift en andere godsdienstige oefeningen over. De toenmalige bisschop van Antiochië Meletius zag al gauw de grote gaven van de jonge man en koesterde de wens dat zulk een leven aan de kerk van Christus zou mogen worden verbonden. Drie jaar lang genoot Chrysostomus de omgang met deze geestelijke. Hij werd tenslotte zo ongeveer 369 na Christus gedoopt, toen hij 22 jaar oud was. De kinderdoop was weliswaar toen al algemeen in gebruik, maar er waren nog steeds gebieden en kringen waar men eerst op volwassen leeftijd de doop ontving. Zeker is het in ieder geval, dat ook Chrysostomus op later leeftijd de doop kreeg toebediend. Vooral in de Griekse kerk stelden velen hun doop tot hun sterfbed uit. De reden daarvan lag in verkeerde begrippen ten aanzien van de uitwerking van dit sacrament. In ieder geval – moeder Anthusa zag vrucht op de opvoeding. Libanius, de leraar van Johannes, bracht het tot de erkentenis: Welke vrouwen hebben toch de christenen…!
Meletius, de eerder genoemde bisschop van de christelijke gemeente van Antiochië, stelde toen Chrysostomus aan tot lector. Dat was een ambt, dat gewoonlijk werd waargenomen door jonge manmen, die tot de geestelijke stand werden opgeleid. In zekere zin was het een oefenplaats voor toekomstige predikers. De Schriftlezingen in de gewone erediensten werden door deze jongeren verzorgd en hier en daar mochten ze een poging wagen om te preken. Van die tijd af was Chrysostomus een voorbeeld van oprechte godsvrucht. Hij leefde uiterst gedisciplineerd.
Er brak inmiddels een andere fase in zijn leven aan. Een vriend van Chrysostomus, Basilius geheten, zocht hem te bewegen om zijn geboortestad en betrekkingen te verlaten en zich met hem aan de strenge afgezonderde levenswijze van de monniken te onderwerpen. Het is niet helemaal duidelijk op hij zich aan de discipline van de monniken heeft overgegeven. De ene bron is duidelijker dan de andere. Laten wij het erop houden dat hij gedurende een paar jaren zich teruggetrokken heeft in de stilte. Feit is wel, dat hij zich door een chronisch maaglijden gedwongen zag deze ascetische leefwijze op te geven. Andere bronnen houden het erop, dat Anthusa al haar invloed aanwendde haar niet alleen te laten. Hoe dan ook – Chrysostomus bleef thuis, maar leefde nochtans afgezonderd van de wereld. Hij oefende zich meer dan ooit in christelijke zelfverloochening.
Hoe het ook zij – de naam van Chrysostomus raakte meer en meer bekend en vrij algemeen werd het verlangen geuit hem tot bisschop te verheffen in enige gemeente. Chrysostomus bracht dit in grote verlegenheid. Hij hield zich zelf ongeschikt voor dit ambt. Basilius daarentegen meende hij er voor berekend te zijn. En – omdat Basilius verklaarde zijn besluit te zullen regelen naar dat Van Chrysostomus, meende de laatste zich een vroom bedrog te mogen veroorloven. Hij deed alsof hij het ambt zou aannemen. Basilius wordt tot bisschop gewijd, maar Chrysostomus wist zich er heimelijk aan te onttrekken. Dat bracht tussen de twee vrienden een grote verwijdering. Intussen gaf de beschuldiging van ontrouw van de zijde van Basilius een aansporing aan Chrysostomus een boek te schrijven over het priesterschap. Chrysostomus verklaart zijn vriend Basilius, dat van de dag af, waarop het plan om hem bisschop te maken hem bewust geworden was, zulk een hevige angst hem gefolterd had, dat hij vaak in gevaar was geweest zichzelf van het leven te beroven.
Intussen schijnt de moeder van Chrysostomus gestorven te zijn. In ieder geval zien wij in de verdere levensloop van onze kerkvader nu toch een periode van vier jaar aanbreken van volledige ascese. In de bergen rondom zijn geboorteplaats verblijft hij in strenge onthouding in een monnikengemeenschap. Daarna nog twee jaar geheel alleen in een bergspelonk, waar hij zich noch dag noch nacht rust vergunde en zijn tijd verdeelde tussen het Schriftonderzoek, gebed en stille meditatie. Ook hier lopen verschillende gegevens door elkaar. In ongeveer 380 keerde hij naar Antiochië terug, omdat ook nu het strenge kluizenaarsleven zijn gestel geweldig had aangetast. Bisschop Meletius stelde hem daarop tot diaken aan en nadat hij zes jaar lang de plichten aan dat ambt verbonden trouw had waargenomen, werd hij door de opvolger van Meletius, Flavianus, tot presbyter geordend. Chrysostomus is dan bijkans 40 jaar oud geworden.
Het ambt van presbyter hield ook in, dat deze zowel het pastoraat waarnam alsook bij tijd en wijle het predikambt, als de bisschop verhinderd was. Ongeveer twaalf jaar lang is Chrysostomus in zijn geboorteplaats werkzaam geweest en daar legde hij de grondslag voor zijn ongeëvenaarde welsprekendheid. Eerst toen in 387 in Antiochië een opstand uitbrak tegen de zwaarte van de keizerlijke belastingen trad Chrysostomus tussen beide. De bevolking van de stad was zeer verontwaardigd over de belastingdruk. Het kwam tot tumulten, protestmarsen en allerlei ongeregeldheden. Een woedende menigte had de standbeelden van de keizerlijke familie omvergehaald en door de straten gesleept. Keizer Theodosius kwam door ijlboden op de hoogte van deze rebellie en nu vreesde men het ergste. Een vreselijk strafgericht werd aangekondigd. Over de stad kwam een totale verlamming. Velen vluchtten weg om de toorn van de keizer te ontlopen. Onder hen bevond zich ook de vroegere leraar van Chrysostomus, Libanius. Maar wat deed onze presbyter? Hij bleef bij zijn gemeente en ontfermde zich over de vertwijfelden. Hij hield nu een reeks preken, die als motto droegen 'de standbeelden'. Zij worden ook wel de zuilenpreken genoemd en zij zijn als geheel door stenografen opgenomen. Hij kwam de moedeloze gemeente tegemoet, vermaande tot inkeer en bezinning en eiste nadrukkelijk een christelijke levenswandel in boete en eenvoud. Deze preken zijn bewaard gebleven en wanneer wij ze lezen gevoelen wij nog de spanning die door de kerk heengaat. Een 21 stuks in getal, werden zij gedurende de vastentijd van 387 gehouden. Dankzij de bemiddeling van bisschop Flavianus, die de keizer tot bedaren wist te brengen, ging de stad nog eenmaal vrij uit.
A. van Brummelen, Huizen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's