Het draagvlak van Samen op Weg
In Kerkinformatie (Samen op Weg-kerken) heeft dr. B. Plaisier, de secretaris generaal van de Hervormde Kerk, een artikel geschreven over de impasse, waarin het Samen op Wegproces verkeert. Dat artikel vraagt om reactie. Plaisier ontkent niet, zegt hij, dat er symptomen zijn, die op een impasse duiden: de naamskwestie, de weerstand vanuit de rechterflank in de Hervormde Kerk, scheuren die dreigen en: 'altijd kan er wel een verhaal verteld worden over een moeizaam verenigingsproces op provinciaal of gemeentelijk niveau'. Maar hij wil ook de 'zegeningen' tellen. Er is de afgelopen tientallen jaren al veel bereikt en sinds twee jaar is 'de volle breedte van de Hervormde Kerk' volop bij het proces betrokken. Ook de Gereformeerde Bond is nu volop betrokken in het verenigingsproces, zegt hij. De afgelopen jaren zijn er veel, wat hij noemt, 'clickmomenten' geweest. Het woord komt uit de aandelenwereld: vanaf zo'n moment gaan de aandelen alleen nog maar vooruit, nooit meer achteruit.
Het geheel van het artikel van Plaisier maakt nogal een euforische indruk. Het gaat allemaal wel niet zó goed, maar toch: 'alles sal reg kom'. Het duurt allemaal wel lang – eigen aan een verenigingsproces van kerken – maar voor het resultaat behoeven we ons niet te schamen.
Ik wil hier niet ingaan op de nogal suggestieve opmerking van de hervormde secretaris-generaal, dat nu ook de Gereformeerde Bond 'volop' in het verenigingsproces betrokken is. Het mag voldoende bekend zijn hoe wij innerlijk verscheurd raakten tussen enerzijds een proces, dat wij niet hebben begeerd maar waarin we nochtans werden meegenomen, en anderzijds de dreiging van een nieuwe afscheiding of scheuring. Terecht heeft de secretaris-generaal in een ander artikel in Kerkinformatie – 'De Gereformeerde Bond en Samen op Weg' – dan ook aangegeven, dat op de buitengewone ledenvergadering van de Gereformeerde Bond op 19 december l. l. in Barneveld door de voorzitter van de Gereformeerde Bond en ondergetekende 'diep emotionele betogen' zijn gehouden. Emotioneel, mede omdat we iimerlijk verscheurd zijn geraakt en we diep bezorgd zijn over breuken in de gemeenten. Daarom.
Er is echter vooral één zin in de bijdrage van Plaisier in zijn eerste artikel, die niet onweersproken mag blijven en die hij – ik zeg het op voorhand – beter zou kunnen herroepen.
Bekering
Die zin luidt: 'Kerken en groepen die zelf nog geen stap hebben gezet op de weg van vereniging moeten naar mijn gevoelen tot het moment van hun bekering hun mond houden.'
Welke kerken? Dat kunnen alleen kerken zijn buiten de drie SoW-kerken. Ik kan er iets van meemaken, wanneer wordt gezegd, dat die niet met overtuiging kunnen spreken over de worsteling, die in het SoWproces gaande is, wanneer zij zelf geen enkele blijk geven van toenadering tot elkaar, hun gemeenschappelijke gereformeerde belijdenis te spijt.
Maar: wàt groepen? Die zouden we dan toch moeten localiseren binnen de SoW-kerken? Ik zou het zo willen zeggen: er zijn nog honderden gemeenten binnen de Hervormde Kerk, die 'nog geen stap hebben gezet op de weg naar vereniging', behoudens wat hen van bovenaf is opgedrongen. Het gaat om gemeenten, die, als de kerkorde een feit is, ook zullen uitspreken hervormde gemeente te willen blijven, zoals dat kerkordelijk mogelijk zal blijven. Moeten die gemeenten of gelijkgerichte groepen in de Hervormde Kerk 'tot het moment van hun bekering hun mond houden?' Het woord bekéring heeft binnen de kerk een zeer specifieke gevoelswaarde. Wanneer Plaisier het hier zo gebruikt, houdt dat dan niet een veroordeling in van allen, die zeggen dat het proces, zoals het zich de jaren door heeft ontwikkeld, heilloos is gebleken voor de kerk?
Wanneer een verenigingsproces als het onderhavige grote onrust en diepe kerven tevoorschijn roept, moet men de vraag stellen of de kerk op de juiste weg is. De vraag, die we zo vaak hebben gesteld, willen we hun nog eens uitdrukkelijk herhalen. De kerk is nog altijd daar, waar de gemeente is. Heeft de kerk in haar bovenplaatselijke organen dat wel altijd voldoende beseft en gepraktiseerd?
Het gaat toch niet aan om, wanneer zich verzet aantekent en men deze weg van vereniging niet gaan wil, vanuit de 'top' van de kerk tot zulke gemeenten te zeggen: 'mond houden'? We zouden wel andere ontwikkelingen in het kerkelijke leven, ook binnen Samen op Weg, kunnen noemen, waarover met bijbels recht over noodzakelijke bekering moet worden gesproken. We zijn Samen op Weg, terwijl leringen worden uitgedragen, toegejuicht en gedoogd, die het Licht niet kunnen verdragen. Dezer dagen liet het gereformeerd moderamen weten het te betreuren ('onaangenaam verrast' te zijn), dat het pas gekozen moderamenlid dr. C. Waringa vanuit Friesland niet meer werd herkozen, omdat hij de leer van verzoening door voldoening (met C. J. den Heyer) achterhaald achtte. Het moderamen was 'blij' geweest met zijn benoeming.
Maar bovendien: wanneer de kerk het zover heeft laten komen, dat breuken zichtbaar worden, zijn we dan niet allen schuldig aan de nood, die is ontstaan? Als het om de kerkelijke crisis gaat, die voor een deel wordt bepaald door gewetensnood en waarvan ook de secretaris generaal moet zeggen, dat hij er niet vrolijk van wordt, kan men 'bekering' toch niet eenzijdig duiden? De kerk als gehéél heeft bekering nodig. Ze heeft ook eigen kinderen van zich vervreemd.
Wanneer Plaisier zegt, dat nu ook de Gereformeerde Bond volop in het verenigingsproces betrokken is, dan zij hier nog eens nadrukkelijk gezegd, dat, wanneer dan is uitgesproken op post te blijven en scheuringen te willen voorkomen, toch telkens ook zal worden gezegd, dat we dit verenigingsproces zo niet hebben gewild. Hervormde gereformeerden vallen derhalve niet te claimen voor een opstuwing van het proces.
Draagvlak
Het lijkt mij toe, dat Plaisier ook te optimistisch is over het draagvlak van Samen op Weg. Dat draagvlak wordt naar onze waarneming smaller. Wanneer in de komende jaren het verenigingsbesluit moet worden genomen, is daarvoor in de hervormde synode een tweederde meerderheid nodig. Het is de vraag hoe de beslissing in deze vandaag zou uitvallen. Want, behalve de weerstand in de rechterflank van de kerk vanwege het belijdend karakter van de toekomstige kerk, tekent zich ook breder verzet af.
Velen hebben hun bedenkingen vanwege het puur organisatorische karakter van het proces, waarin van enige vernieuwing, hoe dan ook verstaan, geen sprake is. Het duurt ook allemaal te lang om nog echte vernieuwing te kunnen betekenen.
Weer anderen voorzien scheuringen en manen alleen daarom al tot voorzichtigheid. De hervormde synodepreses zei niet zonder reden, dat kiezen vóór Samen op Weg voor hervormden nog niet betekent kiezen tégen 'delen van onszelf'. De vraag van de solidariteit doet zich in de Hervormde Kerk in toenemende mate gelden.
Weer anderen ervaren hoe bij een gemeentelijk samengaan van hervormden en gereformeerden 'kerkculturen' op elkaar botsen. Plaisier zegt in zijn aangehaalde artikel, dat er altijd wel een verhaal is te vertellen over een provinciaal of gemeentelijk verenigingsproces, 'dat 'moeizaam' verloopt. Het aantal van deze 'verhalen' neemt echter de laatste tijd naar onze waarneming behoorlijk toe. Bovendien, in hoeveel gemeenten is nu echt Samen op Weg al aan de orde.
Arbeidsorganisatie
En tenslotte is er de kwestie van de ene arbeidsorganisatie op de ene Utrechtse locatie. Op 1 december 1999 zal het landelijk dienstencentrum een feit zijn. We hebben er in het verleden geen onduidelijkheid over laten bestaan, dat het niet aangaat de arbeidsorganisaties van de kerken al te verenigen voordat het verenigingsbesluit van de kerken is genomen. Daarvan moet een dwangmatige werking op het proces uitgaan. Bovendien tekent zich zo opnieuw een kerkstructuur af, waarin kerkbestuur dominerend wordt. Het onbehagen hierover is groeiende. Recent werd bijvoorbeeld de knoop doorgehakt met betrekking tot de concentratie van de kerkelijke opleidingen; een besluit, dat diepe pijn en brede onrust heeft veroorzaakt. Nu al rijzen vragen met betrekking tot de bevoegdheden van de arbeidsorganisatie inzake de herplaatsing van de docenten en de doorvoering van de concentratie.
Karakteristiek hervormd kerkelijk werk zal, zo wordt gevreesd, teloor gaan. Hoe zal het verder gaan met de kerkelijke organen voor specifieke taken? We denken aan 'Kerk en Israël', de zending, het diakonaat. Velen vragen zich af of juist met betrekking tot de bestuursstructuur hervormd en gereformeerd kerkelijk werk zich zo maar laat verenigen. Ook hier spelen grote verschillen in visie op het kerkzijn. Zal (historische) gereformeerde voortvarendheid in beleidszaken zich doen gelden?
Vandaar dat velen ook kopschuw worden van de ene arbeidsorganisatie. Echter worden of staan de koffers op allerlei plaatsen al gepakt voor de verhuizing naar Utrecht.
'Kerk niet principieel anders dan een bedrijf, was de titel van een artikel in Kerkinformatie, opgetekend uit de mond van een dominee, die consultant wordt bij KPMG. Zo'n verhaal vooral maakt kopschuw. De kerk, een bedrijf? Nee dus!
Stem
Al deze bedenkingen samen maken dat het draagvlak van Samen op Weg afkalft. Dat signaal menen we in alle eerlijkheid te moeten afgeven tegenover al te optimistische stemmen.
Te hopen is, dat de kerk de stemmen, die momenteel vanaf het grondvlak, liever vanuit gemeente en classis, klinken, ernstiger zal nemen dan in het verleden het geval is geweest.
Regelmatig ontvangen we afschriften van brieven, die door gemeenten en classes aan de synode zijn gestuurd als signalen van diepe zorg. Ik noem slechts één voorbeeld. De classis Rotterdam – bepaald geen classis met hervormd gereformeerde dominantie – nam op voorstel van acht hervormd gereformeerde leden (dr. C. A. van der Sluijs, ds. L. J. Geluk, ds. O. J. van der Ploeg, oud. R. R. Meijnders, e.a.) met 24 tegen 17 stemmen de volgende motie aan:
'Gezien de onrust in grote delen van de kerk over de voortgang van het Samen op Wegproces verzoekt de classicale vergadering van Rotterdam, in vergadering bijeen op 18 januari 1999, de synode dringend uit te spreken dat gemeenten, die 'hervormd' wensen te blijven, de volle ruimte zullen behouden om aan dat besluit invulling te geven overeenkomstig het belijden ten aanzien van het kerk-zijn'.
Hoewel de voorliggende kerkorde al bepaalt, dat gemeenten hervormd kúnnen blijven, scherpt deze motie één en ander aan ten aanzien van het kerk-zijn, zoals ook in de voorstellen van de Gereformeerde Bond is gebeurd. De preses van de classis, de voormalige synodepreses ds. G. H. van de Graaf, zei tégen de motie te zullen stemmen, maar sprak tevens uit dat, wanneer deze werd aangenomen, de kerk zulk een signaal wel moest oppakken.
Zo zijn meer voorbeelden te noemen. Het gaat hier niet om individuele stemmen, het gaat hier om de stem van een ambtelijke vergadering. En op de ambtelijke vergaderingen zal uiteindelijk het draagvlak kenbaar worden.
Naam
Er is binnen de Samen op Wegkerken meer aan de hand dan de kwestie over de naam, constateerde de gereformeerde synodepreses ds. J. W. Doff op de laatst gehouden gereformeerde synode. Het is danook veelzeggend, dat voorlopig gekozen is (tot in het briefhoofd toe) voor de naam 'Samen op Wegkerken'. Van euforie met betrekking tot de vereniging kan dus geen sprake zijn.
Ligt in deze voorlopige naam niet een signaal, zolang er zoveel kou in de lucht is, het voorlopig zo te houden?
v. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's