De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Als de dag van gisteren…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als de dag van gisteren…

Millennio Domini

10 minuten leestijd

'Want wij zijn van gisteren en weten niet; daar onze dagen op de aarde een schaduw zijn', zei één van de vrienden van Job (8 : 9). Zo'n woord staat in het rechte licht wanneer we daarnaast leggen psalm 90 : 4: 'want duizend jaren zijn in Uw ogen als de als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is en als een nachtwaak.' Mensen zijn in het licht van Gods alwetendheid niet-weters; en één dag in een mensenleven is wat bij de eeuwige God duizend jaar is, en dan is dat nog symbolisch uitgedrukt.
Mensen zijn niet-weters. Nochtans heeft God de mens ook de gave van wijsheid en kennis geschonken. Maar elke mens daalt met alle kennis, die hij heeft verworven, tenslotte neer in het graf. Hij of zij mag iets van zijn of haar verworvenheden hebben vastgelegd in boeken of geschriften, maar het denkend vermogen, gebaseerd op wat in de herinnering is opgeslagen, daalt mede ten grave. En ook de herinnering aan wat geslachten door is gebeurd verdwijnt, heeft in ieder geval een grens in de tijd. Wanneer mijn grootvader me vertelde over wat hij hoorde van zijn grootvader, zijn we in het begin van de negentiende eeuw. Verder gaat de herinnering niet. Al deze gedachten komen boven aan het eind van een jaar, het eind van een eeuw, het eind van een millennium.


Een jaar voorbij
Ook dit laatste jaar gingen voorgangers van de gemeente heen, met hun eigen verworvenheden, inzichten en denkwerk ten dienste van de verkondiging van het Woord:
Hier volgen hun namen, opdat we hun arbeid in de gemeente blijvend in gedachtenis houden:
R. E. Kuus, 68 jaar
H. Stroeve, 60 jaar
G. Samsom, 84 jaar
L. A. Klootwijk, 81 jaar
H. A. Labrie, 89 jaar
G. Wursten, 70 jaar
A. Diepeveen, 68 jaar
C. van Vliet, 44 jaar
A. van Brummelen, 71 jaar
N. A. de Vries, 86 jaar
B. G. A. van der Wiel, 89 jaar
D. Heuvelman, 55 jaar.
Ieder is het meest getroffen en ontroerd door het heengaan van wie het meest dicht bij stond, in de kring van de intimi. Hier mogen we nog een keer melden hoe diepe ontroering velen beving bij het vernemen van het overlijden van de oud-voorzitter van de Gereformeerde Bond, dr. A. van Brummelen. Ook zijn denkwerk ging mee in de schoot der aarde.

In de sporen van overleden predikanten traden kandidaten, die aan mochten treden in hun eerste gemeente. Dat betekent dat ook in het nieuwe millennium, dat zich aandient, het kerkvergaderende werk van de Heilige Geest mag doorgaan. Op de valreep van het voorbije jaar was er een bemoedigende samenkomst met ongeveer 120 studenten in de theologie, die zich rekenschap gaven van hun staan in de kerk van morgen, in de traditie van het voorgeslacht, en van hun ambtelijke roeping en van de opdracht voor de kerk in de samenleving.


Wat in het afgelopen jaar op de schaal van de eeuwigheid van echt gewicht is geweest in de kerk, zal in de eeuwigheid aan het licht komen. Wat heeft het Evangelie uitgewerkt in de harten en in de levens van mensen? De kerk als hoedster van de Hoop, dat is toch het meest wezenlijke? In dat licht bezien verbleken alle kerkelijke schermutselingen, plannen, discussies, voorstellen over de voorgang van het kerkelijke eeuwen, voorzover ze niet te maken hebben met de voortgang van de Evangelieverkondiging voor de komende generatie en de uitstraling van het getuigenis aangaande Christus naar het volksleven toe.
Meer en meer kwamen we aan de weet, dat de kerk een minderheid is geworden in de samenleving en dat de samenleving meer en meer vervreemd raakt van het erfgoed van het voorgeslacht, alsook van de normen en waarden, die vanuit het Evangelie zijn overgeleverd. Het is gebleken in de brede aandacht, die voorstellen van 'paars' inzake beschermwaardigheid van menselijk leven in de begin- en eindfase, heeft gekregen. Was het Christus-getuigenis van de kerk(en) hierbij voldoende aanwezig? We kwamen voor de vraag te staan hoe dat getuigenis zal plaats vinden in een samenleving, die van de grondnoties van het Evangelie is vervreemd geraakt. Hoe zal het Hoge Woord dan worden gebracht?

Een eeuw achter ons
Een eeuw is niet in enkele zinnen te beschrijven. Geert Mak schreef er een imponerde boek over, De eeuw van mijn vader. Hij beschrijft gebeurtenissen en ontwikkelingen in de samenleving, in de wereld en in de kerk.
Ik noem drie momenten, die elk voor zich indrukwekkend zijn.

1. De Balkanoorlogen – zegt Mak – vormen 'een passend eind voor deze eeuw, die van Europa jarenlang één killing field (slachtveld, v.d.G) heeft gemaakt'. In totaal zijn er de afgelopen eeuw zo'n 115 miljoen Europeanen door politiek geweld om het leven gekomen: 13,5 miljoen in de Eerste Wereldoorlog, 41,3 miljoen in de Tweede Wereldoorlog, 54 miljoen in de Sovjet-Unie tijdens vervolgingen en hongersnoden tussen 1917 en 1953. Onvoorstelbare aantallen. Sinds de moord van Kaïn op Abel heeft geweld zich meer en meer uitgebreid. Wie geloven wil in de vooruitgang van de mens, komt door de geschiedenis van de mensheid wel bedrogen uit. Naarmate de wetenschap en de techniek zijn voortgeschreden en groter vorderingen hebben gemaakt, zijn ook de vernietigingsmogelijkheden toegenomen en blijkt de mens tot steeds groter gruwelen op steeds groter schaal in staat te zijn.

2. Wanneer we kennis nemen van de ontwikkelingen in maatschappelijk opzicht in ons land, komt men tot de conclusie, dat veranderingen steeds sneller plaats vonden naarmate de eeuw vorderde. Kennis nemend van de vele veranderingen in de laatste kwart eeuw, kan men nauwelijks geloven het allemaal te hebben meegemaakt. Er is een grote cultuuromslag gaande, samenhangend met de aangrijpende secularisatie, waarin het publieke leven meer en meer losraakt van de kerk, maar ook van God. De samenleving onderging een gedaanteverandering.
In 1967 raakten de confessionele partijen, na meer dan veertig jaar, hun absolute meerderheid voorgoed kwijt. Slechts één geloofsovertuiging is sterk gegroeid, namelijk de islam. In 1971 waren er in Nederland ongeveer 50.000 moslims, halverwege de negentiger jaren ongeveer een half miljoen. Onze samenleving werd in de tweede helft van deze eeuw van haar historische ankers gelicht.

3. De vorige eeuw was wat het christelijke leven in de samenleving betreft gekenmerkt door zuil vorming. Aanvankelijk rondom het onderwijs, later rondom de sociale kwestie ontstonden de levensbeschouwelijke zuilen, de rooms katholieke en protestantse maatschappelijke verbanden. De Doleantiebeweging, ingezet door dr. Abraham Kuyper, heeft aan die zuilvorming een sterke stimulans gegeven. De vaderlandse kerk werd gebroken, het christelijke getuigenis werd uitbesteed dan en ondergebracht in christelijke organisaties. Daarvan is ongetwijfeld ook een tijdlang een zegenrijke werking uitgegaan. Intussen werd echter de samenleving met betrekking tot de christelijke elementen leeggezogen door de zuilen.
In deze eeuw, met name in de tweede helft, heeft zich de ònt-zuiling voltrokken, in die zin, dat de christelijke zuil van haar confessionele ankers werd gelicht. Met het gevolg dat een nieuw zuilvormingsproces zich ging ontwikkelen. Met opnieuw het gevolg, dat er een verdere leegzuigende werking van het confessioneel christelijke element in de samenleving op gang kwam. Wat dan, als de dijken van deze zuilen ook zouden breken?
De vraag dringt in hoeverre de verzuiling en de daarop volgende ontzuiling de secularisatie van ons land hebben bevorderd. In ieder geval is het christelijk geluid in de samenleving tot in smalle marges teruggedrongen. Voor de buitenwereld is het voorspelbaar waar het (nog) vandaan komt. Dat is de meest aangrijpende ontwikkeling van de (tweede helft van) de twintigste eeuw geweest.

Een millennium achter ons
Bij de overgang van de nieuwjaarsdrempel hebben we ook het tweede millennium achter ons.
Aan het begin van het millennium kon worden gesproken van een (min of meer) gekerstende cultuur. Aanjiet eind ervan moeten we spreken van een ontkerstende cultuur.
We noemen drie wezenlijke momenten in de Europese geschiedenis van het tweede millennium.

1. In de eerste eeuw van het millennium, dat achter ons ligt, was het meest in het oog vallende het grote schisma, het uiteengaan van de kerk van Rome en de Oosters Orthodoxe Kerk, toen de paus van Rome het primaat voor zich opeiste. Er zouden nog vele grotere of kleinere scheuringen volgen.
Het begin van het tweede millennium werd ook gekenmerkt door de kruistochten. Op bevel van Paus Urbanus II op het concilie van Clermont (1095) trokken duizenden in slagorden naar het Heilige Land om er bezit van te nemen en het te christianiseren. Vooral Jeruzalem werd op de moslims veroverd. 'God wil het' was de leuze. Intussen gingen de kruistochten gepaard met het vergieten van bloed van joden in de vele plaatsen, waar men op doortocht was, en in Palestina. Nog altijd leeft in het joods bewustzijn deze tragedie voort. Het heeft de eeuwen door de verhouding tussen christenen en joden ernstig geschaad.
In het begin van met millennium brak de kerk en ging ze op kruistocht. In beide zaken werd Israël niet tot jaloersheid verwekt.

2. In de laatste eeuw van het millennium kwam de oecumene op gang, vanwege de grote verscheurdheid van de wereldkerk.
In de laatste eeuw van het millennium kwam ook de grote terugkeer van joden uit de wereld naar het land van de vaderen op gang en werd in 1948 de joodse staat gevestigd. In de kerk kwam alom de bezinning op gang inzake Gods doorgaande weg met Israël. De vestiging van de joodse staat werd door velen in Israël beleefd als het 'het begin van de uitspruiting van de verlossing'. Aan de eeuwenlange ballingschap, die zijn dieptepunt had in de holocaust van de veertiger jaren, kwam een einde. Met verwondering hebben we kunnen gadeslaan hoe het volk weer tot opbloei mocht komen in eigen land met een eigen staatkundige ordening, ten spijt de vele gewapende conflicten, 'waarin Israël zijn bestaan moest bevechten. Welke ontwikkelingen zijn in geestelijk opzicht nog te verwachten, gegeven de beloften 'aan de beminden om der vaderen wil'?

3. De grootste gebeurtenis van het tweede milleimium was voor ons de Reformatie, de grote bevrijdingsbeweging voor mensen persoonlijk en voor de samenleving, omdat het Woord weer weggehaald vanonder de stolp van de kerkelijke traditie en werd als alléén-gezaghebbend beleden. Van de Reformatie is in Europa een nieuw geestelijk élan uitgegaan. In het hart van mensen werd de genade, in de rechtvaardiging van de goddeloze beleefd; in de samenleving ging het om het droit divin, het goddelijk recht in plaats van om de rechten van de kerk. De Reformatie heeft het aangedurfd om het volk, de volkeren het Woord in handen te geven. Helaas – dat werd in de praktijk de keerzijde – hebben we deze geestelijke autonomie met een veelheid van kerken moeten bekopen. Vandaag is het spoor van de Reformatie smal geworden. Nochtans is het vuur niet uitgeblust. Vraagt het echter niet om nieuwe olie, ontleend aan de Schrift en aan de bronnen van het eerste uur?

Een nieuw jaar, een nieuwe eeuw, een nieuw millennium?
We zijn van gisteren en weten niet. Over de dag van morgen weten we helemaal niets. Voor morgen en de dagen erna schrijven we Deo Volente, ook als we zeggen vlak voor de drempel te staan naar een nieuwjaar, een nieuwe eeuw en een nieuw millennium.
'Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij'. Dat is het levensdevies wanneer er niet het geloof is in de opstanding der doden, zegt Paulus (1 Kor. 15 : 32). Voor de christen geldt een ander devies: 'Mijn ziel wacht op den Heere, meer dan de wachters op de morgen; de wachters op de morgen' (Psalm 130 : 6).


We weten niet wat de dag, het jaar, de eeuw en het millennium van 'morgen' brengen. Eén ding weten we wel: het is Annus Domini en Millennium domini, jaar en millennium van onze Heere Jezus Christus, het Kind dat geboren is en Wiens Naam is Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Als de dag van gisteren…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's