Boekbespreking
Dr. J. W. van Pelt, Pastoraat in trinitarisch perspectief, uitgave Groen, Heerenveen, ƒ 49, 95.
Dr. J. W. van Pelt, Pastoraat in trinitarisch perspectief, uitgave Groen, Heerenveen, ƒ 49,95.
Vrijdag 26 maart 1999 promoveerde in Apeldoorn drs. J. W. van Pelt tot doctor in de godgeleerheid. Zijn proefschrift draagt de titel 'Pastoraat in trinitarisch perspectief'. De auteur stelt zich een hoog doel: een bijdrage er aan leveren dat in kerk en theologie het Woord van God tot zijn volle recht mag komen. Met minder kan de gereformeerde theologie niet toe. Naar mijn mening draagt de studie van Van Pelt hier inderdaad aan bij.
Indeling
Hij gaat in deel eén op een goede wijze in gesprek met hedendaagse visies op pastoraat. Hij acht het beroep dat zij doen op de mens zelf te zwaar. De omgang met God staat te weinig centraal. Dat is een zware aanklacht. In de herderlijke zorg gaat het om de verhouding tussen Herder en schaap. Wanneer dat niet voldoende functioneert is het de vraag in hoeverre pastoraat beantwoordt aan haar bijbelse hoogte. In het tweede deel van zijn studie bespreekt Van Pelt reformatorische theologen: Bucer, Calvijn, Voetius. Op een verantwoorde manier bekijkt en bespreekt hij onderdelen van hun theologie. De trinitarische en antropologische aspecten zijn in de gereformeerde theologie op een zodanige wijze aan elkaar verbonden dat ook de antropologie op een juiste manier kan functioneren. Mensen hoeven niet op te klimmen tot God, nee Hij Zelf is als de Drie-enige God, in schepping, verlossing en heiliging betrokken op de mens. Werkelijke humaniteit is slechts mogelijk door de genade van God. In het derde deel van deze studie zet Van Pelt zijn eigen visie helder en krachtig uiteen. Bij de volgorde kan men vragen stellen. Was het niet beter en helderder de historische orde te volgen? Het geding met de hedendaagse theologen was vanuit de Reformatie nog sterker naar voren gekomen. De kritiek op hun visie was hier en daar nog scherper uitgekomen.
Kern
De kern van deze studie is de vraag naar de verhouding van God en mens in het pastoraat. Als doel van het pastoraat formuleert Van Pelt: het herstel of een beter functioneren van de relatie tussen God en mens als Zijn beelddrager. Weloverwogen zoekt hij aansluiting bij de gereformeerde theologie en wel bij twee van de diepste kernen daarvan: de Drie-eenheid van God en het verbond van God. 'Het geloof in de Drie-enige God gaat vooraf aan de dogmatische bezinning op de Triniteit' en 'Triniteitstheologie heeft een doxologisch moment' (p. 190). Af en toe grenst zijn praktisch-theologisch proefschrift hier aan een dogmatische studie. Dat geeft een goede onderbouwing van zijn praktisch-theologische uitwerking. Aan de andere kant is het de vraag of dit voor de opzet van zijn studie echt nodig was.
Van Pelt kiest welbewust voor een trinitarische inzet want 'te grote nadruk op christologische of pneumatologische aspecten alleen leidt tot onevenwichtige vormen van pastoraat. Een voluit trinitarische benadering biedt een beter alternatief. ..' (p. 302). Daar val ik Van Pelt graag in bij. Dat geeft, zo blijkt uit zijn studie een extra dimensie in het pastoraat. Evenals in de prediking een trinitarische inzet onmisbaar is, geldt dat ook voor het pastoraat, de herderlijke zorg. De Heere God is de Drie-enige God, maar ook in Zijn omgang met de mens openbaart Hij Zich als zodanig (art. 9 van de N.B.G.). In deze studie wordt de leer van de Triniteit op goede wijze vruchtbaar gemaakt voor de doordenking van het pastoraat.
Vanuit Gods Drie-eenheid kiest Van Pelt zijn uitgangspunt in de verbondsomgang tussen God en mens. Om recht te doen aan zowel de trinitarische als de antropologische aspecten in de verhouding God en mens zoekt Van Pelt zijn antwoord in de theologische typering: foederatief parallellisme. 'God en mens zijn in hun beider eigenheid en integriteit verschillend en staan tegenover elkaar (parallelliteitsaspect) maar op de wijze van het verbond zijn ze blijvend op elkaar betrokken (foederatief aspect). Het woord parallellisme duidt het onderscheid als de betrokkenheid aan van God en mens. Dit woord 'parallellisme' overtuigt mij niet. Het is vrij verwarrend, verheldert niet. Volgens mij heeft Van Pelt dit woord helemaal niet nodig om zijn heldere en gereformeerde uiteenzetting over de relatie tussen God en mens aan te duiden. Dit woord werkt eerder versluierend dan verhelderend.
Verbondsbediening
Hij omschrijft pastoraat dan vervolgens als 'verbondsbediening'. En bij 'verbondsbediening' gaat het om 'verbondsomgang' en niet om 'verbondssluiting' omdat bij het laatste de nadruk valt op de eenzijdige, genadige beschikking van God. Hij richt het verbond op. Hij is de Eerste en heeft daar geen 'bemiddeling' van pastoraat voor nodig. Als uitgangspunt kiest Van Pelt voor 'de Omgang is'. In het pastoraat gaat het juist om het tweezijdig contact tussen God en mens. Het spreken van God roept om een antwoord van geloof en van liefde. 'Het werk van de pastor is geen dienst aan het verbond, maar bediening van het verbond' (p. 305). Daarom mag 'de God van het verbond niet verzwegen worden, evenmin als de beloften en de eisen van het verbond, het leven waartoe het Woord van verbond oproept, hoe dat leven gestalte krijgt en wanneer daartoe aanleiding is, mag aan de mogelijkheid van het breken van het verbond met alle gevolgen daarvan niet voorbijgegaan worden' (p. 305, 306). Wanneer Van Pelt dan vervolgens formuleert: 'Door middel van persoon en werk van de pastor wil de Drie-enige God Zelf omgang hebben met mensen', vraag ik me af of je dat zo kunt formuleren.
Pastor
De pastor staat soms naast, andere keren tegenover zijn gesprekspartner (het parallelliteitsaspect). Het tegenover houdt verband met het Woord van God, het naast elkaar met nabijheid. De pastor als ambtsdrager is de mens coram Deo. Dit schept een band van solidariteit en bevordert een liefdevolle, aanvaardende grondhouding. Van Pelt brengt hier wezenlijke dingen ter sprake die de moeite van het doordenken met het oog op het pastoraat waard zijn. 'Is er bij de pastor geen zicht op de veelkleurigheid van de verbondsrelatie tussen God en mensen - waarvan hij ook zelf deel uitmaakt - dan loopt hij het gevaar geen recht te doen aan de menselijke aspecten van de relatie tot God...'
Afronding
Deze studie van Van Pelt is de moeite van het bestuderen meer dan waard. Hij levert een goede en verantwoorde bijdrage aan de doordenking van de gereformeerde theologie. Wie er toe geroepen is om bezig te zijn in het pastoraat kan met deze studie winst doen in zijn reflectie op zijn eigen pastorale werk.
Amstelveen G. D. Kamphuis
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2000
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2000
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's