Rein Claes Cuperus
24 oktober 1930 25 december 2000
Altijd is het aangrijpend om te horen, dat iemand, die je gekend hebt, is heengegaan. Maar dat was het zeker toen op eerste kerstdag het bericht kwam dat Rein Cuperus gestorven was. Onverwachts was dat niet. Zijn gezondheid was kwetsbaar. Om die reden was hij ook in 1988 met emeritaat gegaan. En sindsdien was het er niet beter op geworden. Al bleven er ook goede periodes, keer op keer leverde hij wel in. En achteraf gezien voelde hij zich de laatste dagen niet goed. Maar dat zijn einde zo nabij was, kon niemand vermoeden. Daarom overviel ons dat bericht, dat hij die dag plotseling gestorven was. Een aangrijpend bericht, omdat een collega is heengegaan, die waarlijk een vriend en broeder was.
Als kind groeide hij op in de pastorie. Kennelijk heeft dat indruk op hem gemaakt. Hij voelde zich geroepen om in het voetspoor van zijn vader ook predikant te worden, evenals trouwens zijn vier broers. In 1955 werd hij bevestigd in zijn eerste gemeente, Wouterswoude. Daarna stond hij in Rouveen en Ede, terwijl Vriezenveen de laatste gemeente was, die hij diende. Daar tussendoor diende hij een jaar lang als predikant in het leger en was hij acht jaar werkzaam als predikant in het ziekenhuis te Bennekom. Ook in die dienst gaf hij zich helemaal en hij genoot ervan. Daarin tekent zich een brede belangstelling af, die kenmerkend voor hem was. Breed stond hij in de kerk en breed had hij zich ontwikkeld.
Gezegend met een scherp verstand en een meer dan gewoon geheugen, had hij gaandeweg veel kennis opgedaan. En niet alleen van kerk en theologie. Veel was er waarover hij met kennis van zaken mee kon praten. Wat goed was, wist hij te waarderen en van het mooie genoot hij.
Ondertussen waren er ook de schaduwkanten in zijn leven. Nog maar kort in Vriezenveen, werd zijn eerste vrouw ziek en in oktober 1982 overleed ze. Het was een moeilijke tijd. Dat was ook te merken in zijn prediking.
Enerzijds waren de vragen diep. Maar anderzijds klonk ook - en even diep - de verwondering over Gods ontferming door. Veelal herkende hij zich in de woorden van de psalmen. Door en door bevindelijk preekte hij in die dagen over Ps. 116. Het verhaal van de dichter werd zijn verhaal. 'Want Hij neigt het oor tot mij, daarom zal ik Hem in mijn dagen aaroepen.' Zo beleefde hij zijn weg. Roepend tot God die hoort. En het ontroerde hem als juist na zo'n preek iemand in de consistoriekamer zei: 'Wat hebben wij een machtig God!' Dat immers was wat hij zelf beleefde en in de prediking wilde doorgeven.
Zo - en zo alleen - kon hij zijn weg gaan. En op die weg ontmoette hij zijn tweede vrouw met wie hij in de zomer van 1985 trouwde. Zij kon de pijn niet wegnemen, maar zij deelde zijn leven. Dat heeft ze intens gedaan, als een werkelijke hulp tegenover en naast hem. Ze hadden goede jaren samen. Eerst nog in de gemeente en ook daarna. Gaandeweg was het werk hem te zwaar geworden. Door ziekte werden zijn krachten minder. Het betekende, dat hij op bijna 58-jarige leeftijd met emeritaat ging. Samen met zijn vrouw ging hij wonen in Wierden. Twaalf jaren ontvingen ze nog samen. Toen stierf hij, 70 jaar oud.
Rein Claes Cuperus was een dienaar van het Woord en wilde dat ook zijn. Met een bijzondere nauwgezetheid bereidde hij de prediking voor. Daarom had hij ook altijd iets te zeggen, al werd dat niet zomaar door iedereen gehoord. Je moest hem leren verstaan, maar dan hoorde je ook wat. Zonder grote woorden ontvouwde hij het geheimenis van het Woord. En waar dat gehoord werd, werden harten geraakt tot op het diepst. Daar werd geproefd, dat de HEERE goed is en in Christus genade schenkt. Die prediking dreef hem. Hij was bewogen met mensen. Niet alleen om wat hun overkwam, maar vooral om wat ze nodig hadden. 'Velen vertelden mij hun problemen, maar wie kwam er naar mij toe met de nood van zijn ziel? ' zo vroeg hij zich eens hardop af. Daarin liet hij horen wat hem ten diepste bewoog. Het heil van mensen ging hem ter harte. Zelf had hij geleerd wat zijn enige troost in leven en in sterven was. Dat gunde hij ook met heel zijn hart aan anderen.
Nu is hij heengegaan. Een broeder in Christus, die waarlijk een broeder was. Als jij het moeilijk of zwaar had, was hij het die met je meeleefde en dat ook met uiterste fijngevoeligheid liet merken. We zullen hem missen, om wie hij was en om wat hij voor de kerk en de gemeenten betekende. Een dienaar is ontslapen in Christus. Zijn Meester heeft hem tot Zich genomen. En in de leegte, die kwam in het leven van zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen horen we de Naam van het Kerstkind. Immanuël, God met ons. Dat bidden we hun toe voor de weg die voor hen ligt.
G. J. VAN STEEG, VEENENDAAL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's