De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd

Dezer dagen verscheen een bundeltje artikelen, eerder gepubliceerd in dagblad Trouw, onder de titel Heilige strijd Israël-Palestina (uitgave Trouw). Daarin staat een artikel van Inez Polak Heilige plaatsen en heilige koeien: een korte geschiedenis, waaruit we de volgende cijfermatige gegevens overnemen over Jeruzalem:

'Tot 1860 was Jeruzalem niet meer dan de ommuurde oude stad, een vierkante kilometer groot. De "Navel van de Wereld" was verdeeld in vier wijken, de islamitische, de joodse, de Armeense en de christelijke. In 1896 kwam een volkstelling in Jeruzalem met een ontzagwekkende precisie uit op 45.472 inwoners, van wie zo'n 28.000 joden en 17.000 moslims en christenen. Een halve eeuw later, in 1948, bij de uitroeping van de staat Israël was dat aantal uitgegroeid tot 165.000, van wie tegen de 100.000 joden, 40.000 moslims en 25.000 christenen.
De oorlog van 1948 spleet de stad in tweeën, met de Israëliërs in het westen, en de Palestijnen in het oosten onder Jordaans gezag - inclusief de oude stad. De VN bepleitte internationalisering, de heersers ter plekke, Israël en Jordanië, hadden daar geen oren naar. Israël riep Jeruzalem uit tot zijn hoofdstad, dat toen slechts West-Jeruzalem omvatte. De komende jaren zou het stadsdeel gestaag groeien, al trof de bezoeker ook vijfentwintig jaar later, aan de vooravond van de zesdaagse oorlog van 1967, daar nog een soort provinciestadje.
Aan de andere kant van de bestandslijn was het niet anders. Koning Abdallah van Jordanië annexeerde de westelijke Jordaanoever, maar Amman bleef het politieke centrum. Oost-Jeruzalem telde niet echt mee. Toen Israël in 1967 het oostelijk deel veroverde telde dat stadsdeel 60.000 inwoners. Discussie was er wel: minister van defensie Mosje Dajan waarschuwde tegen inname van de oude stad, niet zozeer vanwege de mogelijke Arabische reactie, maar vanwege het Vaticaan dat zijn hoop op enige inbreng nog niet had opgegeven. (...)
Anno 2000 telt de stad ruim 600.000 inwoners: 400.000 Israëliërs en 200.000 Palestijnen. En om de zaken nog ingewikkelder te maken woont de helft van de Israëliërs in de oostelijke (nieuwe) wijken, evenveel dus als het Palestijnse inwonertal daar.

De Palestijnen werden geweerd uit Jeruzalem, maar hun bevolkingsaanwas leidde ertoe dat ook de Palestijnse voorsteden een explosieve groei doormaakten. Zo'n 120.000 wonen er in voorsteden en wijken als Azaria, Aboe Dis en Oost-Soewahara. In de Palestijnse terminologie behoren deze plaatsen gewoon tot het district Jeruzalem. De Palestijnen hebben tenslotte geen boodschap aan wat de Israëliërs met de gemeentegrenzen uitspoken. De meeste bewoners van die voorsteden werken in Oost-Jeruzalem, sturen hun kinderen er naar school en maken gebruik uan de gemeentelijke diensten.'

              * * *

Bij uitgeverij Boekencentrum te Zoetermeer verscheen een uit het Engels vertaald boek van Alister McGrath Onderweg, waarin deze een aantal Pelgrims in het land van de Geest uit het verleden voor het voetlicht haalt. Zo geeft hij aandacht aan de middeleeuwse Bernard van Cluny. Hier volgt het, vanwege het mooie gedicht Urbs Sion aurea:

'We moeten de gedachte dat ons beloofde land, ons nieuwe Jeruzalem, achter de horizon van ons aardse leven ligt, geloven en omhelzen als een vaststaand feit. We moeten leven in de vaste en onwankelbare overtuiging dat ons beloofde land voor ons ligt, en op onze aankomst wacht. In de Middeleeuwen werd dit goed begrepen. Veel van de grote auteurs uit die tijd wisten dat zij hun lezers zich moesten laten inleven in de bijbeltekst, zodat ze een voorproefje namen op de ervaring van het binnentrekken van het nieuwe Jeruzalem. Een van de belangrijkste van deze auteurs was Bernard van Cluny (ca. 1100-ca. 1150), die met zijn krachtige beeldspraak het nadenken over de voleinding stimuleerde. Een van zijn bekendste gezangen is "Urbs Sion aurea" (De gouden stad Sion):

Sion mijn vaderland
land aan de overkant
vol melk en honing
stad in het gouden licht
glanzende opgericht,
stad van mijn Koning.

Elk hart verovert gij,
uw glans betovert mij,
maakt mij uw eigen.
Zaligheid mateloos,
gij maakt mij sprakeloos,
zie ik zal zwijgen.

Immers ik weet het niet
welk een geweldig lied
aan wordt geheven,
weet niet welk vergezicht
daar in het zalig licht
ons wordt gegeven.

Glorie der eeuwigheid
stralende wijd en zijd,
't hart dat U huldigt,
hoe het uw lof ook zingt,
U met gezang omringt,
wordt overweldigd.

Maar met de ogen dicht
zie ik in 't hoge licht
Sions paleizen,
waar die geheiligd zijn,
die bij God veilig zijn,
altijd Hem prijzen.

               * * *

In de jaren dertig schreef de (r.-k.) dichter Anton van Duinkerken een gedicht Voor Volendam ten behoeve van een actie tegen de werkloosheid:

Zegt niet, dat het niet anders kan,
De wil weet de weg wel te vinden.
Wij worstelen tegen de winden,
Vecht gij tegen het onrecht, weest man!
Wij vragen niet; treurt om ons lot.
Wij vragen om recht voor ons leven
En ons heeft de hemel gegeven
Onwrikbaar vertrouwen op God.

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's