De rust is elders
'Er blijft dan een rust over voor het volk van God. [Hebreeën 4: 9]
Rust. Dat woord valt nogal eens in de vakantietijd. Eindelijk kunnen we het eens wat rustiger aandoen. Velen zijn er weer op uitgegaan. Even afstand nemen van alles. Even tot rust komen. Wie snakt er niet van tijd tot tijd naar rust? Het levenstempo is jachtig en gehaast. Vele mensen moeten iedere dag onder een toenemende prestatiedruk hun werk doen. De moderne maatschappij is wreed voor allen die het hoge tempo niet meer kunnen bijhouden.
Onrust. Dat stempelt het leven van velen. Vonden we ook de rust die we zochten? Straks begint na de vakantie het drukke leven weer. Hoe kan ik dan na de vakantie weer verder? Hoe houd ik het vol in deze onrustige wereld? Dat hangt er maar van af wat wij van het leven verwachten! Waar leven wij voor?
Ons oog wordt hier gericht op het einddoel van onze aardse levensreis. Er blijft een rust over voor het volk van God.
Zodra Christus Zich aandient in ons leven, komt er perspectief. Wij zien waar de reis van ons leven naar toegaat. De levensreis van een christen heeft een welomschreven doel. Hij is op weg naar de eeuwige rust die overblijft. Het reisdoel staat vast.
De reis van het volk Israël door de woestijn is voor ons een voorbeeld. Na een zwerftocht van veertig jaar bracht God hen in de rust van het beloofde land. Toch was die rust maar voorlopig. De strijd ging door in het thuisland.
De rust in het beloofde land was een voorbeeld van de eeuwige rust. Over welke rust hebben wij het hier dan? De rust die overblijft is een andere omschrijving van de hemel, het Vaderhuis met de vele woningen. God brengt Zijn vermoeide pelgrims eindelijk thuis. Het leven houdt niet op bij de dood. Sterven is voor Gods kind een doorgang naar God, naar de eeuwige in God, naar de eeuwige rust in God.
Hoe zal dat hemelleven eruitzien? God biedt ons in Zijn Woord van die verrassende doorkijkjes op het eeuwige leven.
Het eeuwige leven valt te typeren als rust. Dit Griekse woord komt maar één keer voor in de Bijbel. Het betekent sabbatsrust, sabbatsvrede.
Het is alsof de Heere zegt tegen allen die Hem volgen: Kijk, dat blijft er nu over. Dat hebt u tegoed. Dat ligt op u te wachten. Het is de rust die overblijft. Die erfenis komt naar u toe.
Voor wie blijft die rust over? Voor het volk van God. Wie zijn dat? Het zijn de schapen, die de stem van de goede Herder hebben gehoord en Hem zijn gevolgd. Wie aan Christus verbonden werd door het geloof, die deelt in die rust.
Hoe kwamen we ertoe? De Heere zette ons de voet dwars. Hij moest ons de rust opzeggen. Er kwam een heilzame onrust in ons leven. Want we zagen in: 'Ik ben op reis naar God. Ik moet voor Hem verschijnen. Wat ik ook van mezelf aandraag, niets van al het mijne doet mee'.
Altijd knaagde de onrust van mijn zonden aan mij. Rust vonden we alleen in het volbrachte werk van Christus. Al dat rumoer en al die onrust werd in ons gestild toen de Heilige Geest ons oog gaf voor Christus.
De wet jaagt ons niet op. De dood jaagt geen angst meer aan. God brengt ons tot rust in Christus. Jezus is het rustpunt van ons hart. Die vrede Gods wordt hier en nu al genoten in het geloof. Daar kan geen vakantie, hoe boeiend en fascinerend ook, tegenop. Die rust is hier volle werkelijkheid voor allen die mogen ankeren in Christus en Zijn volbrachte werk.
Die rust is soms tastbaar aanwezig in het gebed, in de omgang met het Woord of bij het avondmaal. Toch hoezeer die rust er in Hem ook is, het blijft hier op aarde ten dele. De omvang met God wordt zo vaak verstoord door aanvechtingen, door afdwalingen. We komen moeite en verdriet tegen.
Hoe gaat dat? We zagen naar meer rust na een leven vol drukte. Maar juist toen de tijd van ons pensioen dichterbij kwam, werd een van beiden ziek. We begonnen te tobben. Weg was alle rust.
Of we mogen wel samen ouder worden. Maar de kinderen geven ons zoveel zorgen. Weer anderen worden geconfronteerd met toenemende eenzaamheid. Oude bekenden vallen weg. De weg door het leven wordt eenzamer en killer. Het is zo stil. Ik kan aan niemand mijn verhaal kwijt.
De rust is elders. We zijn op doorreis. Zo wakkert de Heere dat verlangen aan. Het is een rust die overblijft. Na alle moeite, na alle strijd en verdriet. Na de dood. Een rust, die God bereid heeft.
Dat rusten is niet een zalig nietsdoen. Maar in die eeuwige rust mogen we dag en nacht God dienen in Zijn tempel zonder Hem ooit nog te bedroeven door onze zonden.
Wat een uitzicht. Verlangt u er wel eens naar? Zal ik er ooit komen? De weg duurt zo lang. Zie op Jezus. Wie eenmaal door Hem werd aangeraakt, die brengt Hij thuis.
L. KRUIJMER, PUTTEN
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 2002
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 2002
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's