De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Kind en volwassen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kind en volwassen

GEESTELIJKE GROEI [1]

9 minuten leestijd

Hoe verhoudt zich Christus' oproep om te worden als een kind tot het verlangen naar geestelijke volwassenheid? Op het eerste gezicht zou je zeggen: het is het één of het ander.

Je verlangt ernaar om te worden als een kind, zoals Jezus ons dat heeft voorgehouden, of je verlangt naar geestelijke volwassenheid. Toch hoeven we hier bij nader inzien geen keuze te maken. Het is niet of, of, maar en, en.
Dat kan duidelijk worden als we kijken naar de verbanden waarin beide 'idealen' in de Bijbel aan de orde zijn. De oproep om te worden als een kind staat in het kader van het verlangen dat onder Jezus' leerlingen leefde om de grootste, de belangrijkste te zijn. In het Koninkrijk der hemelen wel te verstaan. In de nieuwe orde die zou aanbreken, wilden zij meeregeren en liefst op een zo vooraanstaand mogelijke positie. Jezus proeft achter dat verlangen kennelijk een vorm van hoogmoed, want Hij plukt een kind van de straat en stelt dat ten voorbeeld.
Er is in de exegese natuurlijk altijd een hoop te doen over wat dan het punt van vergelijking is, maar het is goed om dicht bij de tekst te blijven. Volgens deze zit het vast op de nederigheid. 'Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen' (Matth. 18:4).
Het gaat daarbij dus niet om een bepaalde psychologische toestand, dat een kind per definitie veel meer gelovig of gehoorzaam zou zijn of dat een kind nog niet zo diep nadenkt maar zijn ouders op hun woord vertrouwt; het gaat erom dat een kind zeker in de toenmalige cultuur niets in de melk te brokkelen had, maar voor zijn welzijn helemaal afhankelijk was van anderen. Worden als een kind, dat betekent dus leren leven van genade - niet van wat je presteert, maar van wat je mag ontvangen.

Verwonderen
Precies dat is dan ook weer de kern van wat in de Bijbel verstaan wordt onder geestelijke groei naar volwassenheid. Dan gaat het ook om het loslaten van alle hoogmoed en eigen pretenties, en het meer en meer - niet in valse bescheidenheid maar in echte nederigheid - doordrongen raken van het feit dat je heel goed afbent als je Jezus mag kennen. Want dankzij Hem mag je tot dat Koninkrijk van God behoren, en dat is een grote genade, waar je je mateloos over kunt verwonderen.
Als in de Petrus brieven opgeroepen wordt tot geestelijke groei, dan wordt niet bedoeld dat we allerlei kloeke daden zouden moeten doen in de Heere, maar dan wordt dat onmiddellijk verbonden met 'de genade en de kennis van onze Heere en Verlosser, Jezus Christus'. Geestelijk volwassen ben je dus kennelijk als je je niet langer druk maakt over van alles en nog wat, maar je eenvoudig als een kind durft verwonderen over wie je in Christus mag zijn. Hoe minder je bij Jezus bent weg te slaan, hoe meer volwassen je geestelijk bent.

Van alles mis
Is de kerk en zijn de kerken meer volwassen geworden de afgelopen decennia? Dat is een interessante en belangwekkende vraag. Het is verleidelijk om die vraag onmiddellijk met 'nee' te beantwoorden. We zijn in de kerk niet erg geneigd om positief over onszelf te spreken. Talloos vele preken en kerkelijke geschriften lopen erop uit dat er van alles mis is met de kerk en dat er veel zou moeten veranderen, zij het dat minder vaak concreet aangewezen wordt hoe dergelijke veranderingen plaats zouden kunnen vinden. Dat heeft iets ongezonds.
Als we elke keer opnieuw horen dat we eigenlijk meer missionair zouden moeten zijn of meer relevant of meer bevindelijk of juist meer gericht op jongeren en het is eigenlijk nooit goed, dan bouwt dat niet echt op. Worden als een kind en geestelijk volwassen worden houdt juist in: niet leven onder de wet, onder wat er allemaal móet gebeuren en wat we allemaal móeten doen, maar leven uit de genade. Weten dat als Christus echt hoe langer hoe meer het centrum van je leven wordt; de rest allemaal vanzelf mee komt.
Juist dan mag er ook enige onbevangenheid zijn om te benoemen wat wél goed ging. Het is denk ik eerder een soort valse bescheidenheid dan échte nederigheid om te denken dat er eigenlijk nooit echt iets goed gaat.
Toch denk ik dat het juist goed is om momenten van groei en volwassenwording, die we soms ook collectief doormaken, te benoemen. Niet om daarmee onze eigen generatie een pluim te geven, maar wel om ons ook daarover te verwonderen. Leren leven van de verwondering, noemt een recente kerkelijke nota dat.

Eén en al treurnis
Van drie ontwikkelingen zouden we kunnen zeggen dat ze geestelijke groei in kerkelijk Nederland laten zien. De eerste is een concentratie op het hart van waar het in kerk en geloof op aankomt. Onlangs werd Kees Fens, de nestor van de Nederlandse literatuurkritiek, geïnterviewd op de radio in een programma van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap (RKK). Het ging over de vraag of er ook typisch rooms-katholieke humor was en Fens ontkende dat heftig. Voorzover er katholieke humor bestond, was deze gortdroog.
'Hoe zit het dan met Godfried Bomans?' vroeg de interviewer. Ja, die was het grappigst toen hij nog niet zozeer met het katholicisme bezig was. Maar bracht Fons Jansen dan niet typisch katholieke humor: 'Vannacht om twee uur is er een bijeenkomst voor late roepingen'?
Nee, die moest het vooral hebben van z'n woordspelingen.
Het was bijna komisch om aan te horen, want de interviewer bleef het maar proberen, maar Fens was niet te vermurwen. Er viel werkelijk helemaal niets positiefs of aardigs te zeggen over de katholieke kerk of het katholieke geloof, het was één en al treurnis en onderdrukking wat de klok sloeg.
Fens' bijdrage was van een zuurgraad die we aan protestantse zijde voornamelijk kennen uit het werk van Harry Kuitert, en het is volgens mij dan ook niet toevallig dat die twee min of meer generatiegenoten zijn. De felle, zure, bijtende kritiek op orthodoxe vormen van christendom is een typisch kenmerk van de vorige generatie, en dan vooral bij ex-gelovigen dan wel gelovigen die geleidelijk aan vrijzinnig werden. Bij jongere generaties kom je ze nauwelijks meer tegen, ook niet meer zozeer bij de meeste vrijzinnigen.

Concentratie op de kern
Ik denk dat dat samenhangt met het feit dat christen-zijn minder dan in het verleden ervaren wordt als een drukkend systeem van allerlei regels en codes waar je je aan moet houden en er kerkenbreed een veel sterkere concentratie is gekomen op de kern van de zaak. Het was vooral de 'slikken of stikkenmentaliteit' die tot de bittere reacties geleid heeft. De poging om geloof af te dwingen, die eigenlijk per definitie tot mislukken gedoemd is. In het protestantisme zag je vooral daar waar het geestelijk klimaat sterk verstandelijk en weinig bevindelijk van aard was, deze bittere reacties naar voren komen.
Vandaag zijn we over het algemeen minder dan destijds in de weer met het in de lucht houden van allerlei leerstellige systemen en groepscodes, maar proberen we daarachter te zoeken naar waar het ten diepste op aankomt: hartelijk geloofsvertrouwen jegens God, vaste hoop op Christus, en door de Geest gewekte vurige liefde die ons Christus doet volgen.
Geloven is minder dan vroeger een al te eenzijdig rationele aangelegenheid. En waar het dat dertig jaar geleden nog was, zie je dat een inhaalslag gemaakt is. Men beseft dat het niet goed is als je niet warm of koud wordt van het evangelie als je het maar beaamt, het gaat er juist om dat het je hart raakt. Deze ontwikkeling mogen we dankbaar beschouwen als een vorm van geestelijke groei.

Nieuwe onbevangenheid
Een andere ontwikkeling die blijk geeft van geestelijke groei in kerkelijk Nederland is het meer onbevangen worden in geloof en getuigenis.
Onderzoeken tonen aan dat de jongere generatie gelovigen orthodoxer is dan de vorige. Er is zoiets als een nieuwe onbevangenheid, zowel in het geloof als in het getuigenis. We laten ons minder gauw intimideren door allerlei seculiere kritiek, we zijn misschien ook niet meer zo weifelend en twijfelend als een vorige generatie, maar we zien het weer als een voorrecht om te mogen geloven. We spreken daar ook wat minder besmuikt over dan voorheen.
Dat hangt, denk ik, met twee dingen samen.
Allereerst met de overgang van een modern naar een postmodern levensklimaat, wat met zich meebrengt dat we ons niet zoveel meer gelegen laten liggen aan allerlei moderne, rationele bezwaren tegen het geloof (van het type 'wonderen kunnen niet') en veel meer afgaan op de beleving, op wat het geloof ons doet. Als het ons hart raakt, dan geeft dat de doorslag.
Ten tweede is er de overgang van een meerderheids- naar een minderheidssituatie. Als ik het goed zie, heeft ook die zich de afgelopen decennia geleidelijk aan voltrokken. Ik behoor tot een generatie die er nog erg aan moest wennen dat christen-zijn niet meer vanzelfsprekend is in onze cultuur. Ik voelde (en voel) me ook helemaal deel van die cultuur. We weten eigenlijk niet beter en zijn misschien wel van meet af aan opgegroeid met de gedachte: wij zijn nu eenmaal anders. Er wordt met ons niet al te veel rekening gehouden in de samenleving, maar daar zitten we ook helemaal niet op te wachten. We laten ons leiden door de Bijbel en niet door wat de massa vindt.
Daardoor worden we ook weer meer onbevangen in ons getuigenis (ook in de Protestantse Kerk in Nederland waait deze wind momenteel, vlg. H.P. de Roest, En de wind steekt op). Allerwegen zien we in dit verband ook dat de pneumatologie, de leer over de Heilige Geest (Die onder andere tot getuigen inspireert) meer in het middelpunt van de kerkelijke en theologische aandacht komt te staan.

In het volgende nummer, over twee weken, het slot van dit tweeluik.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Kind en volwassen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's