De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Feelgood-christendom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Feelgood-christendom

8 minuten leestijd

Ik kwam in het opinieblad voor geloof en samenleving VolZin (24 augustus) een bijdrage van Herman Vuijsje tegen met een intrigerend opschrift: God wordt met de dag vrolijker. Op weg naar een feelgood-christendom, is de subtitel van zijn verhaal. Het bleek een voorpublicatie te zijn van een intussen verschenen boek van zijn hand: Tot hier heeft de Heer ons geholpen (uitg. Contact). Vuijsje is zelf atheïst, maar staat welwillend en belangstellend tegenover kerk en geloof. Hij geeft aan dat zijn boek 'een beknopte geschiedenis wil zijn van de Nederlandse verhouding tot religie en moraal'. Hij maakt een speurtocht naar nieuwe beelden van God, het bovennatuurlijke en het hiernamaals. 'Alles aan God is lief en aardig geworden.' Naar zijn inschatting 'pikken ook de gevestigde kerken een graantje mee van het feelgood-christendom dat furore maakt bij pinkstergroepen en evangelische kerken'. Hij vermeldt dat de katholieken na het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) het prachtige Dies Irae, het lied over het Laatste oordeel, ook in de ban hebben gedaan: niet vrolijk genoeg!
Een positief hiernamaalsbeeld komt dan ook steevast naar voren uit de previews die ons bij tijd en wijle worden vergund via de verhalen van mensen die een 'bijna-dood-ervaring' hadden. Daarin klinken altijd termen als stralend en licht, liefde en groene weiden. Het hiernamaals is iets transparants geworden, met heldere, lichte contouren. Nooit komt er iemand terug met verhalen over oplaaiende vlammen en angstig geroep aan het eind van de tunnel. Zelfs van de EO-leden gelooft bijna de helft dat Gods liefde zo groot is dat hij 'geen mens verloren laat gaan'. Ook bij de gereformeerden heeft de hoogverheven, beoordelende en straffende God plaatsgemaakt voor een God 'die dichter bij de mensen is, die meelijdt met de mensen en bij wie men zich geborgen mag weten'.
Belangrijke stromingen in het moderne Christendom verwachten dus een Oordeel zonder onderscheid tussen good guys en bad guys. In de nadagen van het christelijk monotheïsme strijkt God de hand over het hart en conformeert zich aan de beroemde laatste woorden van Heinrich Heine: 'God zal me vergeven, dat is nu eenmaal zijn beroep.' God heeft ons zo lief dat Hij als puntje bij paaltje komt niemand naar de gevangenis stuurt, maar iedereen tweehonderd euro in zijn knuist drukt en doorstuurt naar Af.
De katholieken hadden altijd al een beetje dat idee: behalve echte grote schurken kon iedereen rekenen op de eeuwige zaligheid. 'Onze Lieve Heer' deed niet echt lelijk en anders zou Onze Lieve Vrouw wel een goed woordje voor ons doen. Vandaar de blijmoedigheid waarmee katholieken opmerken dat iemand die is overleden, is gaan 'hemelen . De ontwikkeling naar dit positieve godsbeeld is waarschijnlijk het enige punt waarop de katholieken hun tijd vooruit zijn geweest.

Als is de toon waarop Vuijsje over God schrijft mij te populair, de sfeertekening van de huidige Godsbeleving onder christenen heeft veel herkenbaars. Wij houden niet van de uitdrukking 'Onze Lieve Heer', vinden hem bijna blasfemisch maar de aanduiding 'lief' in de zin van 'lievig' past wel bij wat je soms ook onder protestantse gelovigen tegenkomt, als ze het hebben over hun Godsgeloof.
Alles aan God is lief en aardig geworden: een opperwezen dat niet meer boven ons staat, maar naast ons. Een God als bovenste beste opa, als Sint zonder Piet, als Piet zonder roe. Sterker: God de Vader begint verdacht veel op een moederlijke figuur te lijken. Hij eist niet meer, straft niet meer, is niet meer boos en nauwelijks nog bedroefd te krijgen. Wel heeft Hij aandacht voor je als je die nodig hebt, Hij kan luisteren, Hij leeft met je mee, Hij bemoedigt en bemoedert. Gods vervrolijking is ook vervrouwelijking.
Dit nieuwe, zachtaardige godsbeeld voldoet uitstekend aan de troostende en zingevingskant van religie, maar heeft voor het andere aspect - moreel vermaan en gewetensbevestiging - weinig te bieden . 'Mensen selecteren wat ze lekker vinden', zegt socioloog Paul SchnabeL 'Er gaat geen enkele normatieve kracht van uit, geen verplichting. Het kan altijd weer anders.' Vroeger eiste God van ons dat we genade zouden vragen - nu strooit Hij met genade en verzoening in het rond als Sinterklaas met pepernoten. Gods genade is een kwestie van liefdewerk oud papier geworden; of we die genade ook waard zijn, moeten we zelf maar uitmaken
.
Hoe je het ook wendt of keert, het Godsbeeld heeft de nodige wijzigingen ondergaan. Vuijsje schetst: van streng naar rechtvaardig en daarna door naar lief, meelijdend of zelfs hulpbehoevend. Voor nog meer mensen in onze samenleving is het beeld van God langzamerhand helemaal vervluchtigd naar een 'soort hemelse kracht' of naar het al veel besproken 'iets'.
In het ietsisme wordt die ontwikkeling voltooid: God is daarin niet meer een 'iemand' die beslissingen over ons neemt, maar een sfeer waarin wij na onze dood opgaan. De bovennatuurlijke wereld, eeuwenlang bevolkt door 'hemelingen' met persoonlijke trekken, wordt in het ietsisme volledig 'gedepersonaliseerd'. Het godsbeeld maakt plaats voor een 'Ietsbeeld'. In 1966 geloofde nog bijna de helft van de Nederlanders in een persoonlijke God naar wiens evenbeeld wij waren geschapen, die zich met ieder van ons persoonlijk bezighield en tot wie we konden bidden om vergiffenis, meelij en ontferming. Wie nu nog behoefte heeft aan zo'n persoonlijke god of godin, die moet er zelf maar een in elkaar knutselen

In zijn rubriek Kruimels in het blad Confessioneel (9 augustus) schreef ds. Barend H. Weegink (Katwijk aan Zee) onlangs ook over wat hij noemt de 'veramerikanisering en verdunning van het geloof'. Hij schrijft boven zijn column Zweverigheid.

Of we het zelf in de hand hebben en God aan een draadje. Dit is geestelijke overspannenheid. Na elke genezing komt de dag dat we het leven moeten loslaten. We gaan de grote gezondmaking tegemoet. We kunnen veel van A.J.Th. Jonker leren, een diepgelovig leraar van de kerk. Het geloof is kruisdragen en lijden. De kracht van het geloof zit in de persoonlijkheid. Onze Godsbeleving is het Godsgemis. Niet dat wauwgevoel.
Laten we met stille schroom het heilige benaderen en niet op aarde alvast glorie en victorie kraaien. God verwacht zijn kinderen met tranen thuis. Niet hier grijpen wij het paradijs. In het Vaderhuis zullen we met Hem overwinnen. Heerlijkheid wordt geboren uit het bezwijken van het arme mensenhart.
Elke dag is het worstelen met God om je geloof te behouden. Ik weet wel: dit klassieke geloof verkoopt slecht. Het geeft geen theater. Vandaag kicken we op het spontane, op gevoel en emotie.
Lekker in ons vel in-de-Heer. Maar, het is als een olievlek. Als iemand langszij komt en er korrels op gooit, is het weg.
We hebben een geloof nodig dat de aanvechting kan verduren. Geloof in een onbegrepen God. Op Hem hoop ik, ook wanneer ik niks voel. Dat oude geloof haalt de krant niet. Maar het is het eenvoudige, kalme evangelie dat ons verder brengt. Wij moeten de mensen niet met spektakel en showtoestanden tot het geloof brengen. Laat hen zien hoeveel Jezus ons waard is als het erop aan komt! Geen poespas maar gewoon christendom.

Ook onder ons is de verandering in Godsbeeld en Godsbeleving hoorbaar en tastbaar. Dat heeft uiteraard met allerlei factoren te maken. Allereerst met verschuivingen in de prediking. De accenten worden anders gelegd. De tweeslag 'zonde en genade' of anders geformuleerd 'oordeel en verzoening' functioneren vaak niet in de volle breedte en diepte. Ik betrek daarin ook mijn eigen verkondiging in ik wijs dus niet naar anderen. Je hoort het ook in de manier waarop over God naar kinderen toe wordt gesproken en waarop over God door kinderen wordt gezongen, bijvoorbeeld in de Vakantie Bijbel Weken. Om misverstanden te voorkomen: ik ben daar in 1980 in de wijkgemeente waar ik toen mocht werken samen met vele enthousiastelingen mee begonnen en dit jaar zijn de weken al voor de zevenentwintigste achtereenvolgende keer gehouden. En ik heb groot respect voor de inzet die velen jaarlijks voor dit prachtige stuk kerkenwerk aan de dag leggen. Maar, als je het evangelie naar kinderen wil vertolken, dan blijken thema's als in vraag en antwoord 5 of Zondag 3 van de Heidelberger Catechismus niet de makkelijkste invalshoek om kinderharten te raken. Veel ouders die ernst willen maken met hun doopbelofte, zullen dat herkennen.
Vroeger werden we opgevoed met de grondregel: je moet om een nieuw hartje bidden. Of: je moet bekeerd worden. Maar als je dat niet uitlegt aan kinderen, wordt het ook een cliché of een sjabloon.
Toch stuiten we hier op een spanningsveld: gereformeerd willen blijven en daar ook steeds de aandacht op vestigen, terwijl ondertussen in onze gemeenten het geestelijk leven geruisloos verandert en wij kennelijk nauwelijks kans zien dat gereformeerde erfgoed aan een volgende generatie adequaat door te geven.
Ds. W.P. van der Aa (Numansdorp) sloot onlangs zijn laatste column voor het Nederlands Dagblad (3 september) als volgt af: 'We hebben, zo zeggen we het graag, met het gereformeerde erfgoed goud in huis! Maar misschien zit daar de kern van het probleem wel, dat de religie van de belijdenis, de beleving, verdwijnt en dat we in onze gemeenten een innerlijke erosie hebben beleefd die nu zijn uiterlijk beslag krijgt.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Feelgood-christendom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's