De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Onopgeefbaar verbonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onopgeefbaar verbonden

Kerkelijke nota over Israël heeft aardse toon

8 minuten leestijd

De Generale Synode van de Protestantse Kerk hoopt volgende week te spreken over de verhouding tussen de kerk en Israël. Blijven we onopgeefbaar verbonden? Zo ja, hoe?

Wij belijden in artikel 1, lid 7 van de kerkorde: ‘De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God.’ Willen wij ook in de huidige situatie dit belijden vasthouden? Niet om de ogen te sluiten voor de nood onder de Palestijnen. Wel, omdat we alleen gerechtigheid kunnen beoefenen in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift, die wij van God, via Israël gekregen hebben. Onze Zaligmaker was naar Zijn mens-zijn een Jood en zei: ‘de zaligheid is uit de Joden’ (Joh. 4:22).

Herschreven
Er is in de Protestantse Kerk van Nederland en daarom ook in de media een discussie gaande over Israël. Dit is een goede zaak, want daarmee worden kernzaken van het bijbels geloofsleven aan de orde gesteld. Het moderamen van de Generale Synode heeft een lange en zorgvuldige weg uitgestippeld om deze discussie te voeren. Er kwam een eerste versie van de nota Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict in de novembervergadering van de Generale Synode aan de orde.
Daarna heeft het (voltallige!) moderamen in januari gesprekken gevoerd met diverse organisaties die zich betrokken weten bij Israël en het conflict in het Midden-Oosten. Op 7 maart was er in Hydepark in Doorn een studiedag, georganiseerd door de Protestantse Theologische Universiteit over de ‘onopgeefbare verbondenheid’. Op dit moment ligt er een herschreven nota op tafel, die op 10 april in een middag- en avondvergadering van de Generale Synode zal worden besproken.

Belangrijk?
Wie de zorgvuldige werkwijze van het moderamen ziet, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat men op landelijk niveau deze zaken belangrijk vindt en ook zorgvuldig wil behandelen. Wie de eerste versie en de tweede versie van de nota met elkaar vergelijkt, ziet dat ze is herschreven en niet slechts hier en daar wat aangevuld. De omvang van de nota werd met een derde vergroot. Het gedeelte over de relatie van de Protestantse Kerk in Nederland tot het volk Israël werd grondig herschreven en uitgebreid. Dit vindt men klaarblijkelijk belangrijk.
Hoe ligt dat in de kring van de Gereformeerde Bond? Op genoemde studiedag was slechts een handvol leden uit de Gereformeerde Bond aanwezig. Vinden andere predikanten en gemeenten uit ons deel van de kerk het niet zo belangrijk om met Israël bezig te zijn? Vanuit deze nota zal onze kerk in de toekomst spreken over Israël en het conflict in het Midden-Oosten! Vanuit deze nota zal de dienstenorganisatie schrijven, spreken en handelen. Laat er daarom vanuit ons die een hartelijke liefde tot de Heilige Schrift hebben alert gereageerd worden in de synodale discussie en daarbuiten.

Bijbel en volkerenrecht
In de nota wordt zowel aan de Bijbel als aan het internationaal volkerenrecht veel aandacht gegeven. Het is ook terecht dat ze beide aan de orde komen. Maar vergis ik me wanneer ik stel dat de Bijbel niet de plaats krijgt die hij behoort te hebben? De nota begint met een uitgebreide schets van de situatie in het Midden-Oosten. Is dat toevallig? Of zit hier de keuze achter dat het conflict vooral volkerenrechtelijk en politiek van aard is? Daarbij wordt in de beschrijving van het religieus geïnitieerde geweld ten onrechte het voortdurende geweld van Palestijnse kant in één adem genoemd met een incidentele actie in Hebron.
De theologische grondlijnen en bijbelse gegevens komen pas in het tweede deel van het rapport naar voren. Daarin worden heel veel mooie dingen gezegd, meer nog dan in de voorlopige versie. De basis van dit hoofdstuk werd gelegd door een externe werkgroep, bestaande uit dr. A.H. Drost, dr. B. Gijsbertsen en dr. H. Vreekamp. Maar heeft dit wel voldoende doorgewerkt in de andere delen van de nota?
Ik ben tot de verdrietige conclusie gekomen dat dit niet het geval is. In het vijfde punt van de beleidskaders voor onze kerk en haar dienstenorganisatie staat: ‘De kerk ziet (volken)recht en in internationale verdragen omschreven mensenrechten als het primaire oriëntatiepunt voor de oplossing van het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict.’ Dan zou de kerk dus menen een oplossing te vinden, waarbij de Bijbel hooguit het tweede oriëntatiepunt is?
Wordt dan niet vergeten dat de Bijbel, als Gods openbaring aan Israël en via Israël aan ons, altijd het eerste en laatste woord moet hebben? En dit geldt temeer als het Israël betreft, wat Gods volk was, en is en blijft! Het is toch op grond van de Bijbel dat we ons als christelijke kerk verbonden weten met Israël?!

Volk, land en staat
Onopgeefbaar verbonden met Israël. Wat betekent dit? Is het alleen een verbondenheid met de Joden, omdat zij Gods volk zijn en blijven? Maar had de God van Israël aan Abraham niet een land beloofd? In Genesis 17:8 lezen we duidelijk Gods belofte aan Abraham en zijn nageslacht: ‘Ik zal u en uw nageslacht na u het land waarin u vreemdeling bent, heel het land Kanaän als eeuwig bezit geven. Ik zal hun tot een God zijn.’
Nergens lezen we in de Bijbel dat God deze belofte heeft herroepen. Weliswaar heeft God Zijn volk in ballingschap laten voeren, omdat Zijn volk Hem ongehoorzaam was geweest. Ook de diaspora van de Joden sinds 70 n.Chr. is niet los te zien van Gods handelen met Zijn volk. Maar God heeft Zijn volk niet verstoten; de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk (Rom. 11:1, 29). Gods beloften blijven geldend, ook al zijn veel Joden aan God ongehoorzaam.
Onze ontrouw kan Gods trouw niet teniet maken. Daarom blijft Gods belofte voor Zijn volk, dat het beloofde land Kanaän voor het Joodse volk is, geldig tot op deze dag.
Dit is belangrijker dan het verdelingsplan van de Verenigde Naties in 1947, zodat de Joden een eigen staat konden stichten. Hoe zou de kerk met een volk verbonden kunnen zijn dat zowel naar Gods belofte als naar internationaal recht een land mag bewonen, zonder daarbij verbondenheid te hebben met de staat Israël die daar gevormd is? Dit betekent niet dat daarmee alles wat een Israëlische regering doet, ook goedgekeurd dient te worden.
Wie het voorgaande als bijbels erkent, zal grote bezwaren hebben tegen beleidskader 5.e. Daar lezen we: ‘religieuze argumenten ten aanzien van grondgebied dienen te worden getoetst aan het internationaal recht.’

Heil
Wij belijden dat de zaligheid alleen in de Zaligmaker Jezus te vinden is. Onze kerk is overeenkomstig haar belijden gestalte van de enige heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke Kerk (Kerkorde art.1). Helaas functioneert dit in de nota bitter weinig. De nota vindt het wel van belang dat de Protestantse Kerk in Nederland in contacten met vertegenwoordigers van het Jodendom en de islam de vragen rond de betekenis van het internationaal recht aan de orde stelt. Maar we lezen niet dat het van belang is om in die contacten te getuigen van Hem, Die als Vredevorst heil en vrede kan brengen.
Kan er vrede komen zonder dat men buigt voor Hem Die de vrede kan schenken? De nota is op de meeste pagina’s zo aards van toonzetting. Moeten wij als gelovigen uit de heidenen niet samen met de Joden en samen met Palestijnen en Arabieren buigen voor Hem Die alle macht heeft in hemel en op aarde? Het is goed dat de kerk diaconaal dienstbaar wil zijn, niet alleen aan Palestijnen, maar ook aan de Joden. Maar zullen we daarbij niet wijzen op de Grote Diaken, Jezus de Messias?

Messiasbelijdende Joden
In de eerste versie van de nota ontbraken ze geheel: Onze Joodse broeders en zusters, die evenals wij belijden dat Jezus de door God gezonden Messias en Verlosser is. In de tweede nota zijn ze tussen andere christenen en kerken in het Midden-Oosten toegevoegd. Maar nergens lezen we over een onopgeefbare verbondenheid met deze leden van Christus' gemeente. Zij hebben een moeilijke positie, omdat zij door de (orthodoxe) Joden vaak niet als Joden worden erkend. Tegelijk weet de christelijke kerk met hen vaak geen raad, omdat zij zich niet aansluiten bij bestaande kerken maar als zelfstandige Joodse gemeenten en groepen als Joden de Messias willen eren en dienen. Deze Messiasbelijdende Joden vormen samen met de in Jezus Christus gelovigen uit de heidenen het ene lichaam van Christus. Juist zij wijzen op de eenheid tussen Oude en Nieuwe Testament. Juist zij wijzen ons erop dat er alleen vrede kan komen in het Joods-Palestijns-Arabisch conflict wanneer mensen buigen voor Jezus de Messias. Juist zij wijzen ons op de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke kerk met alle Joden, als Gods volk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Onopgeefbaar verbonden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's