De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Eerst het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerst het Woord

4 minuten leestijd

Beste broeder Arjan,

Hartelijk dank voor de heldere uiteenzetting als aanzet voor onze gedachtewisseling. Deze eerste analyse roept bij mij een grote mate van herkenning op, waarbij ik mij eveneens beperk tot de kerk waartoe wij behoren. Een oudere ambtsdrager zei eens in de consistorie tegen me: ‘Wij hebben de afgelopen tientallen jaren iets helemaal verkeerd gedaan.’ Hij doelde daarmee op de halflege kerk … Niet alle, maar wel een heel groot deel van onze gemeenten worstelt hiermee.
Kerntaken van predikant en gemeente kunnen in de knel komen te zitten door allerlei (rand)activiteiten. Bloedarmoede kan het gevolg zijn. Des te meer geeft dit bij mij de verwondering over de trouw van God. Daar ligt dan ook de basis van ons kerk zijn. Het votum aan het begin van iedere kerkdienst biedt een geweldige troost: (…) Die trouw houdt en niet laat varen wat Zijn hand begon!'

Daarbij is mijn ervaring toch soms anders dan de jouwe. Ik hoor de coördinatrice van de rommelmarkt nog klagen over te weinig menskracht, terwijl ik over het aantal deelnemers bij het kringwerk niet negatief hoef te zijn. Het kan natuurlijk altijd meer, maar dat is logisch, want het Huis is nog niet vol. Daarom is Christus nog niet teruggekomen. Er is nog volop zaaiwerk in de kerk.
Ook gebedsgroepen kunnen wel degelijk een positieve bijdrage leveren aan de opbouw van de gemeente. Een kerk waar geen gebed gevonden wordt, ademt niet. Ik ben dankbaar dat ik met name onder de oudere generatie nog heel veel gebed tegenkom voor het volgende geslacht, in de lijn van het genadeverbond. Daar kunnen wij als jongeren nog veel van leren. Desondanks is het goed ons af te vragen waarom gebedskringen soms niet van de grond komen.

Volgens mij is het antwoord eenvoudig. Wanneer wij bidden, ook om het herstel van de kerk – noem het herleving –, dan is het wel nodig dat we weten hoe we moeten bidden. En dat onze gebedsgestalte de juiste is. In dit verband herken ik jouw vraag: Waar is de verootmoediging? In Handelingen 2:42 lees ik geen vier losse pijlers, met het gebed als een van de vier. Nee, ze vormen het geheel van christelijk gemeente zijn, ook al betrof dat toen een huisgemeente. Voordat wij tot gebed komen is er eerst het Woord nodig; de leer van de apostelen. En daar zit voor mij het grootste punt en de grootste nood in onze kerkelijke gemeenten. Leren wij nog wel de leer van de apostelen? Zoals je zegt: het staat of valt met de prediking. Maar wat is ware prediking?
De kernboodschap van Handelingen 2 is: Jezus Christus. En dan ook nog: 'Die u gekruisigd hebt!' Als we dat op ons geweten hebben, dan is er inderdaad de noodzaak van omkeren. Is dit niet de oorzaak van de lauwheid die je noemde? Als je het mij vraagt wel.

Als consulent heb ik nogal wat preken beluisterd tijdens het beroepingswerk. Ik vroeg dan aan de kerkenraad: Waar zat de spanning? Waar kwam ik in de klem? Wanneer die klem er niet was, dan kwam dat hoofdzakelijk omdat het kruis ontbrak. Met het kruis doorkruist Christus onze doodlopende weg. Waarbij ik dus schuldig sta aan Zijn kruis en tegelijkertijd mag genieten van de genade die Hij daar verdiend heeft. Zelfs voor mij. Mijns inziens raken we hier de diepste crisis. Vandaar dat er ook een boek nodig was met de titel Prediking in de crisis. De schokgolf die dat boek in 2005 teweegbracht, lijkt echter weer aardig weg te ebben.

Dit is echter wel de boodschap van het Woord. Niemand dan Jezus Christus en Die gekruisigd (1 Kor.2:2). Onder deze bediening mogen we grote dingen verwachten. Dan komt er vanzelf ook gebed. Bidden boven een open Bijbel. Aan deelnemers geen klagen; waar het voer is, daar zijn ook de kippen.

Het gevolg zal zijn: meer eenheid en meer liefdevolle uitstraling. De liefde van God krijgt gestalte. Dan kunnen we nog steeds verwachten, zoals Handelingen 2 ons leert, dat we als gemeente onder het kruis genade vinden bij het ganse volk.

Dat is de schuld die ik meedraag in al de facetten van mijn verkondigend werk. Niet omdat ik zomaar lid ben van een bepaalde kerk, maar omdat ik opgenomen ben in Gods genadeverbond binnen die kerk. De vraag is: hoe gaan wij met die schuld om? En, wat persoonlijker in onze briefwisseling: buiten de kerk om aan toerusting doen, is dat geen ontlopen van deze schuld?

Met een hartelijke groet,

Ds. W. Meijer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Eerst het Woord

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's