De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

‘Stucxkens’ van Speuy

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Stucxkens’ van Speuy

Stadsorganist tijdens Dordtse Synode 1618-1619

3 minuten leestijd

Henderick Speuy was stadsorganist van de Grote Kerk van Dordrecht ten tijde van de Synode in 1618-1619. Zijn betekenis voor de ontwikkeling van de psalmvoorspelen mag niet worden onderschat.

L ang geleden luisterden leden van de Nationale Synode naar de klanken van hún stadsorganist, Henderick Speuy. Hij was een tijdgenoot van de bekende componist Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621).

Er is niet zo heel veel over Speuy bekend. Er is zelfs geen afbeelding van hem bewaard gebleven. Hij leefde in een belangrijke periode van de zeventiende eeuw, namelijk voor en tijdens het Twaalfjarig Bestand en in de dagen van de Nationale Synode van 1618-1619. Dat hij nog niet vergeten is, tekent hem als een organist die ons land zijn wapenfeiten op het muzikale gebied heeft nagelaten.

Vier kinderen

Speuy is de eerste Nederlandse organist die een aantal psalmvoorspelen voor orgel heeft nagelaten. Hoewel zijn tweestemmige bewerkingen zelden worden gespeeld, zijn ze heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van het zingen van de Psalmen in de erediensten.

Henderick Joosten Speuy werd geboren in 1575 in Den Briel. In 1596 werd hij benoemd tot organist van de Grote Kerk van Dordrecht als opvolger van Adriaan Servaas, die vanaf 1579 als stadsorganist werkzaam was geweest. Tevens was Speuy organist van de Augustijnerkerk.

Hij was getrouwd en heeft waarschijnlijk vier kinderen nagelaten die in de periode van 1607 en 1616 werden ingeschreven in het doopregister van de hervormde gemeente van Dordrecht.

Uitnemend

Saillant detail is dat Speuy bekendstond als een uitnemend musicus. ‘De uitnemende musicus die de eerste was die een harmonie van de Psalmen Davids uitgaf om te spelen op de gewijde Orgelen en op de Clavecymbalen’, schreef een collega over hem.

In 1614 kreeg de Grote Kerk een groot orgel dat gebouwd werd door de bekende orgelmaker Aelbert Kiespenninck. Speuy kreeg toen dus een volwaardig orgel tot zijn beschikking. Sweelinck kwam zelfs uit Amsterdam over om het instrument te keuren.

Het honorarium van Speuy bedroeg 400 pond per jaar, en dat was voor die tijd bepaald niet slecht. Bij de aanvaarding van zijn organistenambt luidde de dienstopdracht van Speuy dat hij na de preek vijf of zes Psalmen en ‘musicale stucxkens’ moest spelen. Sinds 1604 waren hem ook de zorg en het bespelen van het stedelijk cembalo toevertrouwd. Dit hield in dat hij dit instrument regelmatig moest stemmen en bespelen als de magistraat gasten ontving of als er diners op het stadhuis werden gehouden.

Verder is bekend dat hij tijdens de Synode van Dordrecht als organist optrad. Jammer genoeg gingen zijn in 1621 gecomponeerde Certains Psaumes de David verloren.

Psalmen Davids

De bundel De Psalmen Davids gestellt op het Tabulatuur en het Orghel en de Clavecymmel (1610) is het belangrijkste oeuvre dat Speuy heeft nagelaten.

Hij droeg zijn Tabulatuurboek op aan de Staten-Generaal en later aan de koning van Engeland. Bekend is dat hij van de Staten van Holland een geldbedrag kreeg als waardering voor de samenstelling van de psalmbundel.

De bundel bestaat uit een 24-tal psalmbewerkingen voor orgel, ‘duo’s’ genaamd, tweestemmig dus, waarvan bij sommige de hele melodie (in hele noten) in de sopraan of de bas ligt. Bij andere melodieën wordt om toerbeurt de sopraan of de bas gecombineerd door een beweeglijke tegenstem. Een pedaalstem is niet voorgeschreven.

Testament

Speuy maakte op 26 augustus 1625 een testament en kwam in diezelfde maand te overlijden. Hij ligt begraven in de Grote Kerk van Dordrecht, samen met zijn vrouw die kort na hem, in oktober, stierf. Hoewel hij weinig als orgelcomponist heeft nagelaten, is Speuy de man die door zijn Tabulatuurboek een goede indruk nalaat wat er in die tijd in de kerken moet hebben geklonken. Dat geldt dan met name de Grote Kerk van Dordrecht.

De toenmalige synodeleden hebben Speuy uitvoerig horen spelen en zullen ook zijn Psalmen voor orgel hebben beluisterd.

M. Seijbel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘Stucxkens’ van Speuy

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's