Het overlijden van je kind
Verwerken is woord dat hier niet past
Het slechtst denkbare nieuws. Dat is wel als een kind zijn ouders voorgaat naar het graf. Voor dat verdriet schiet taal tekort. We kennen weduwen, weduwnaars en wezen, maar hoe noem je een ouder die zijn kind door de dood verloor?
Er zal voortaan altijd een ervoor en een erna zijn’, schreef iemand. Nu de maanden vorderen, besef ik per dag hoe waar die woorden zijn. Er staat een diep litteken dwars door mijn leven getrokken. ‘Ervoor’ was mijn bestaan waardevol, ‘erna’ is het waardeloos geworden – simpeler valt het niet te formuleren. (...) Hij, Tonio, was er tijdelijk. Nu is hij er voorgoed niet meer. (...) Hij was ons enige kind.
Tonio is een boek om voor terug te deinzen, aldus Arjen Fortuin vorig jaar in de boekenbijlage van NRC Handelsblad. Op ongepolijste wijze schrijft A.F.Th. van der Heijden over het leven en sterven van zijn enige kind. Tonio is een requiemboek van een rouwende vader over een zoon die overlijdt na een nachtelijk verkeersongeval. Het boek zal veel herkenning opleveren bij lotgenoten. Buitenstaanders leert het wat ‘het slechtst denkbare nieuws’ met een mens doet. Van der Heijden vloekt er bij tijden ongecensureerd op los.
Blijf geloven
Hoe anders dr. Jan Gerrit Woelderink, die eerst zijn vrouw verloor en acht jaar later drie van zijn kinderen. Ze verdronken in de Hollandse IJssel nadat de bus in dichte mist van de dijk af was geraakt. Enkele dagen later preekte dr. Woelderink in Ouderkerk over Romeinen 9:33: ‘Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.’
De christenpedagoog prof.dr. Wim ter Horst verloor alle drie zijn kinderen. Een halfjaar na het verlies van zijn zoon stierf zijn echtgenote. In een vraaggesprek in het Reformatorisch Dagblad vorig jaar zegt hij: ‘Ik heb altijd gebeden: Heere, geef dat ik niet bitter word. Er was alle reden voor. Wat ik anderen voorhoud, houd ik ook mijzelf voor. Heb verdriet, maar word niet bitter. Zoek het midden tussen jezelf laten gaan en jezelf aanpakken. Blijf geloven in God, in de kracht van Zijn Woord, in de komst van Zijn Koninkrijk, in de tijd die komt, waarin alle tranen van de ogen worden afgewist. Als je die troost hebt, ontstaat er pas echt verdriet. Anders blijft er niets over dan kwijnen, bezwijken, verbitteren en verharden.’
Doolhof van verdriet
In zijn nog altijd leerzame boek Over troosten en verdriet geeft dr. Ter Horst voorkeur aan het doolhofmodel boven het zogenaamde fasenmodel. Het laatste structureert verdriet in rechtlijnige elkaar opvolgende fasen.
Bij het leedgevecht sluit de idee van een doolhof beter aan dan die van de rechte lijn. Ter Horst: ‘Men kan de doolhof op allerlei manieren doorkruisen en op een later tijdstip blijven steken in een veld dat men eerder glorieus heeft verlaten.’ En: ‘Men weet de weg niet. De uitgang is moeilijk te vinden en vaak komt men terug op plaatsen waar men al eerder is geweest.’
Van der Heijden schrijft: ‘Aan een vriend probeerde ik uit te leggen in wat voor tornado van emoties we door Tonio’s dood terecht waren gekomen. Ik noem er een paar. Ze doen zich in willekeurige volgorde kinvoor, en liefst elkaar onvoorspelbaar overlappend. Allemaal tegelijk, of in razendsnelle opeenvolging, dat kan ook. Bij Mirjam [moeder van Tonio en echtgenote van de schrijver, JB] is het natuurlijk weer net even anders.’ Hij noemt vervolgens: opgejaagdheid, grote nervositeit, pijn, opstandigheid, schuldgevoel – rationeel en irrationeel –, schaamte, trots, woede, gelatenheid, angst en nederlaag. De rangorde zal willekeurig zijn. In Tonio vinden we namelijk het beeld van de doolhof feilloos terug als het gaat over leedverwerking.
Gevecht
Het woord gevecht doet trouwens meer recht aan de wijze waarop iemand reageert op het slechtst denkbare nieuws. Het bezwaar tegen een woordje als verwerken is, aldus Ter Horst, dat het de indruk kan wekken alsof het over een klus gaat die je wel even klaart, mits je maar beschikt over het juiste gereedschap en goed kennisneemt van de handleiding. In een gevecht komt je óf als winnaar óf als verliezer uit de bus. In het laatste geval blijft je ergens in de doolhof steken. Lotgenotencontact of hulp van speciaal daartoe opgeleide vakmensen kan hier soulaas bieden. Een mens die blijft steken heeft vooral empathie nodig.
Troosten
Troost. Alweer zo’n woord dat door veelvuldig en oppervlakkig gebruik gevaar loopt uitgehold en afgevlakt te raken. Op zich is er niets mis met troosten. In essentie betekent het dat iets goeds tegenover iets slechts gesteld wordt.
Maar hoe? Voor sommige verschrikkingen bestaan eenvoudig geen woorden. Beter zwijgen dan tegen ouders die treuren over het verlies van hun kind zeggen: ‘Jullie hebben er gelukkig nog drie.’ Of: ‘Je hebt elkaar nog!’ En meer van dat soort oneliners. Soms zit er niet meer in, dan dat ik ze ‘mijn tranen van machteloosheid schenk’, zegt Van der Heijden, denkend aan mensen in zijn omgeving die door een ramp getroffen worden.
Voor Job was dat het beste dat zijn vrienden hem op dat moment konden geven. Zodra zij vroom worden gaat het mis. Dan wrijven ze onbewust zout in de open wonden. Er zijn mede om deze reden ouders van de kerk vervreemd. Advocaten van God zijn niet geschikt om te troosten. Hetzelfde geldt voor bezoek dat ‘nergens over praat’, dat het beladen onderwerp angstvallig mijdt. Of de opening die de ander biedt tot gesprek negeert. Ook zulk bezoek verkwikt niet.
Verwijten
‘Twee zijn beter dan één’, schrijft Prediker (4:9a,10a), want als zij vallen, helpt de één zijn metgezel overeind. Wat een zegen als man en vrouw in de ramp die hen treft elkaar ‘helpen, troosten en bijstaan’ (huwelijksformulier). Het kan ook anders. Verwijten en wederzijdse beschuldigingen zijn niet van de lucht. In deze sfeer belanden ouders van jonggestorven kinderen nog weleens. Ze groeien bij elkaar vandaan en worden samen nameloos eenzaam. Hun huwelijk loopt stuk. Ze verloren niet alleen hun kind, maar ook elkaar nog eens in de doolhof van het leed.
Gemis aan bereidheid tot communicatie kan onhoudbare spanningen tussen partners veroorzaken.
Gedeelde smart is halve smart! Echter, niet alle smart wordt op de goede wijze gedeeld. Mannen storten zich nog wel eens in hun werk, terwijl vrouwen juist willen praten.
Soms is het nodig om adequate hulp te zoeken om meer ellende te voorkomen.
Laagtijdagen
Ter Horst introduceert het woordje laagtijdagen. Van der Heijden schrijft: ‘Het zal nog wennen zijn om het actieve ‘verjaardag’ door het passieve ‘geboortedag’ te vervangen.’ En dat niet alleen, het leven geeft dikwijls zoveel aanleiding tot activering van het leed. Niet elk kind kan zijn opleiding voltooien, zich aan een huwelijkspartner verbinden en zijn ouders kleinkinderen schenken. Ontmoetingen met een vroegere vriend of vriendin of klasgenoot van je overleden kind, een doop-, belijdenis- of trouwdienst in de kerk kunnen weer veel losmaken.
Nog niet zo lang geleden werd bij het verlies van een directe bloedverwant een rouwtijd van één jaar en zes weken aangehouden. Precies de tijd waarin alles voor de eerste keer werd doorgemaakt zonder de dierbare overledene. ‘De troosters moeten de troostzoekers even laten weten dat het hen niet is ontgaan [die laagtijdagen, JB], door een teken van medeleven, een ansichtkaart, een telefoontje…’ (Ter Horst)
Het rijkste is evenwel als de geheel enige troost van Christus het gehavende leven binnenstroomt. En omdat geloven nu eenmaal geen privéaangelegenheid is hebben mensen mensen nodig. Mensen die bereid zijn een of twee of meer mijlen met ons mee te lopen. Ook als de weg door diepe dalen en langs vervaarlijke ravijnen slingert.
---
Handvatten
• Er bestaat geen handleiding voor rouwen.
• Vergeet ook de grootouders niet die hun kleinkind verloren.
• ‘Wij lijden met u mee’ – is dat geen zelfoverschatting?
• Liever: ‘Wij leven met u mee.’ Maar dan ook echt!
• Zelfhulpgroepen, lotgenotencontact, rouwgroepen kunnen helpen om de weg uit de doolhof van het leed te vinden.
• Op veel waaromvragen wordt geen antwoord van u verwacht.
• ‘Wie zijn vrienden – of gemeenteleden – niet wil verliezen moet met hen meeleven en hen niet in therapie nemen.’ (Ter Horst)
• Vul niet de gevoelens in van iemand die rouwt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2012
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2012
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's