DS. G.H. ABMA (1947-2017)
In Gouda overleed ds. Gerrit Hette Abma. Hij was 69 jaar. De drie gemeenten die hij heeft mogen dienen, zullen zich blijvend zijn liefdevolle pastoraat en vooral zijn bijbelse preken herinneren.
Na zijn studie in Utrecht werd hij in 1974 predikant van de hervormde gemeente te Poortvliet. Daarna in i979 te Ederveen. Vanaf 1983 was hij predikant van de St. Jansgemeente in Gouda. In 2012 ging hij met emeritaat. In augustus vorig jaar werd bij hem alvleesklierkanker geconstateerd. Woensdagavond 29 maart is hij in vrede ontslapen.
ONAFHANKELIJK
Tijdens de studiejaren in Utrecht leerden we elkaar kennen. Abma was een student met een scherpe geest, een eigenzinnige manier van denken en spreken, vaak gelardeerd met veel humor. Hij viel op in onze generatie als markant en onafhankelijk. Als predikant ging hij altijd een eigen weg, vrij, ongehinderd. Een geboren solist. Maar ver van huis raakte hij nooit. De SGP van zijn vader en de hele subcultuur erom heen bleef altijd een soort schuurpaal.
De drie gemeenten die hij heeft mogen dienen, zullen zich blijvend zijn liefdevolle pastoraat en vooral zijn bijbelse preken herinneren. In die preken bewandelde hij vaak originele wegen.
ISRAËL
In de bijna dertig jaar in Gouda ontwikkelde hij zich als lid van de Commissie Kerk en Israël voor heel de Protestantse Kerk als een groot vriend van Israël en kenner van al de vragen die hier spelen. Voortdurend stelde hij aan de orde dat de kerk zich rekenschap moest geven van de blijvende betekenis van het volk Israël en dat ze dit moest verwerken in een theologische visie aangaande de toekomst van kerk en wereld en de plek van Israël in het plan van God. Kostbaar was voor hem de zin uit de kerkorde dat de kerk deelt ‘in de aan Israël geschonken verwachting’ en ‘zich uitstrekt naar de komst van het Koninkrijk van God’. Dat was niet alleen een overtuiging, zo beleefde hij werkelijk zijn geloof. Tijdens zijn ziekzijn sprak hij daar vaak over. We gaan de goede kant op, zei hij dan. Regelmatig heb ik met verwondering zitten luisteren naar zijn gedachten over bijvoorbeeld de sabbat en de messiaanse toekomst van Christus als koning. Maar zelf werd hij geen Jood. Daarvoor was hij te zeer een katholiek denkend kerkelijk theoloog.
KONTEKSTUEEL
In 1986 werd hij Kroniekschrijver van het tijdschrift Kontekstueel. Als eindredacteur had ik vaak contact met hem. Ruim vijftig prikkelende Kronieken schreef hij in de loop van de tijd. Ook was het een aantal jaren verbonden aan Woord en Dienst en tal van andere bladen.
In 1992 kwam ik in Delfshaven.
Daar had hij als kind in de kerkbank gezeten. Hij was op dat moment bezig met het werk van de heilige Geest, de gaven van genezing, profetie en lofprijzing.
WONDEREN
De winter die achter ons ligt, is voor hem, zijn vrouw en gezin zwaar geweest. Alle diensten waarin hij zou voorgaan, zegde hij af. Schreef hij aanvankelijk brieven over het verloop van zijn ziekte, – daarmee hield hij in december op. Aanvankelijk hoopte hij op genezing of verlenging van zijn leven. Zelf had hij als dominee vaak zieken biddend de handen opgelegd en gezalfd, een aantal keren wonderen van genezing gezien, maar vaak ook niet. Dat God vrij is en blijft was voor hem geen vraag. Moeilijk vond hij het soms wel, hij had nog zoveel plannen, nog zoveel onderwerpen om over te schrijven.
Een diepe wens was nog een keer in de St. Jan te kunnen preken. De dienst in maart had hij niet afgezegd. In februari preekte hij eerst in IJsselstein, zijn geboorteplaats.
Over Johannes de Doper, afgebeeld op het mooiste glas van de St. Jan, waar je even naar kunt opkijken als je aan de voet van de kansel staat, en die Jezus aanwijst als het Lam van God dat de zonde der wereld wegdraagt. (Joh.1: 29)
De andere zondag, 5 maart, preekte hij over Jezus, Die als het Lam van God de boekrol van de geschiedenis ter hand neemt en de geschiedenis uitrolt. In deze preek kwam haast alles even terug wat hem bewogen had tijdens zijn leven, de brede visie voor kerk, Israël en de wereld. Vooral zijn persoonlijke verbondenheid met Christus, onze enige troost in leven en in sterven.
MARANATHA
Voor de afscheidsdienst wees hij mij op het woord Maranatha. Dat ene woord is wel genoeg, meende hij. Wij gedenken zijn dienst als dienaar van God met veel respect en dankbaarheid. Dankbaar zijn we ook voor zijn vriendschap vanaf onze studietijd. Moge God zelf Zich ontfermen over Nel, zijn kinderen, broer Henk en zus Lily-Ann en allen die bij hen horen.
DS. P.L. DE JONG, ROTTERDAM-DELFSHAVEN
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2017
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2017
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's