De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

BELOKEN PASEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BELOKEN PASEN

Zie niet op mij neer omdat ik donker ben (...) U, Die ik innig liefheb, maak mij bekend waar U de kudde weidt (...) Hooglied 1:6a, 7a

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De synagoge leest het Hooglied op de achtste dag van het paasfeest. De liefde van God tot Zijn volk wordt bezongen. De liefde van God in Christus, onze Bruidegom, is een geheim. Het vraagt echt om inwijding.

De zondag na Pasen heet beloken Pasen. Beloken komt van ‘luiken’, ‘sluiten’. Op de achtste dag na Pasen wordt het feest afgesloten. Maar Pasen ís niet afgesloten. Het is het nieuwe begin dat God maakt. Dat maakt niets of niemand meer ongedaan.
‘Beloken’ wordt ook gebruikt in de zin van ‘verborgen’. Mooi is dat. Pasen en Jezus, onze Bruidegom, hebben een ‘beloken’ kant. Christus is verborgen in deze wereld aanwezig. We worden opgewekt om Hem dagelijks te zoeken om Hem te vinden. De bruid zingt een lied van verlangen. Ze wil bij (H)hem zijn. Verberg je niet voor mij. Ik wil ingewijd worden in het geheim van de liefde.

SCHADUWKANT

De bruid komt van het platteland. Als enige dochter van haar moeder dwongen haar broers haar in de wijngaard te werken. Van het passen op haar lichaam is toen niet veel terechtgekomen. Zon en wind hebben haar donker gekleurd.
Ze weet het wel: de dochters van Jeruzalem met hun blanke huid zullen op haar neerkijken. Die stadse dametjes vinden donker lelijk. Maar ze vergeten dat de gordijnen van Salomo ook zo donker zijn. En wie durft te zeggen dat dat lelijk staat? Trouwens, het meisje hecht geen waarde aan wat ‘men’ van haar vindt, maar aan wat haar liefste van haar vindt. Zo is dat in de liefde.
De bruid kent haar schaduwkant. Donker is ze vanwege heerszuchtige broers. De afwezigheid van een vader bevreemdt ook. Dat kan eveneens een schaduwkant zijn. Ze is donker, want de zon heeft haar beschenen.
Als we in plaats van ‘want de zon heeft haar beschenen’ nu eens wat puntjes zetten en daar invullen wat ons is overkomen en aangedaan, en niet te vergeten wat we onszelf op de hals haalden. Hoe ga ik om met de schaduwkanten van mijn bestaan?


Christus is ‘beloken’; Hij is verborgen in deze wereld aanwezig


Schriftgetrouwe Joden en christenen namen deze woorden dubbel serieus. Ze lazen die als liefdesgedicht. Het is voor hen een oeroud verhaal van een jongen en een meisje met veel lessen in de liefde. En ze lazen deze woorden als een verhaal over de liefde van God voor Zijn volk, van Christus voor Zijn Gemeente. Dan zeg ik: het gaat over mij, over mijn zondig bestaan. Ik ben donker, zwart van zonde.

TOCH BEKOORLIJK

Er klinkt een les in dé Liefde in het licht van Pasen. Dit is een les voor de gemeente, een les voor mij. We worden ingewijd in het geheim van de rechtvaardiging van de goddeloze en van het mysterie van Hem Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt is om onze rechtvaardiging. Betekent rechtvaardiging dat we ons zullen laten beoordelen door mensen? Zullen we onszelf beoordelen? In beide gevallen heb ik geen vrede. Wat zegt God van mij...? Alleen Zijn rechtvaardigverklaring geeft me rust en vrede. We horen die in het zien op Jezus. Nu mag ik vrijmoedig zeggen: ‘Ik ben donker, maar bekoorlijk, een geliefd kind van God.’
Inwijding in dit heilgeheim, in het mysterie van de liefde van God in Christus, is noodzakelijk. Ik ben door God aanvaard om Christus’ wil, met al mijn schaduwkanten. Dat is niet te geloven. Of: het is alleen maar te geloven.

INWIJDEN

Niemand zal het het meisje kwalijk nemen dat ze vurig naar haar vriend verlangt. Eén ding begeert ze: in zijn nabijheid verkeren.
‘Mijn herder, waar ben je? Waar zit je met je schapen? Laat alsjeblieft wat van je horen.’
Het is de Geest van de Opgestane Die ons in de volle Waarheid ‘inwijdt’. Dat bruidsverlangen is ons dan niet vreemd. Ik heb U lief, omdat U mij eerst en zo uitnemend hebt liefgehad. Ingewijd worden in deze liefde is van groot belang. Ik verlang onze Bruidegom te kennen, en de kracht van Zijn opstanding, en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden. Dat is Pasen in optima forma.
Waar U de kudde weidt, daar wil ik zijn. Waar U de kudde binnenleidt, daar wil ik zijn. Bij U wil ik zijn, samen met allen die Zijn verschijning hebben liefgekregen.
Alleen kunnen we dit echt niet op.

Ds. A. Baas is predikant van de hervormde gemeente te Amstelveen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BELOKEN PASEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's