DE DONNER DYNASTIE
Families dienen Nederland [1]
De eeuwen door dat Nederland bestaat, eerst als republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden, later als koninkrijk, heeft ons land aantrekkingskracht op inwoners van andere landen uitgeoefend. Van veel families die al generaties lang met Nederland vergroeid zijn, liggen de wortels buiten onze grenzen. Dat geldt ook voor de familie Donner.
Voor zover door mij is nagegaan, ligt haar oorsprong in Prenzlau, een kleine stad in het gebied Uckermark in Brandenburg. Deze stad had zwaar geleden in de Dertigjarige Oorlog, werd lange tijd door armoede geteisterd en kampte met leegstand. Het was voor het gebied een verademing toen in 1688 op uitnodiging van Friedrich Wilhelm, ‘de grote Keurvorst’, een aantal hugenoten zich er mocht vestigen.
GOUDEN GEHEMELTEN
Daar werd in 1757 Gottfried Otto Donner geboren. Mogelijk was hij van afkomst een hugenoot. Hij werd soldaat en kwam naar Nederland. Belast met de bewaking van paleis Soestdijk werd hij geconfronteerd met een aanval van de patriotten. Er werd geschoten en Gottfried Otto raakte levensgevaarlijk gewond. Zijn gehemelte werd verbrijzeld. Acht maanden lang werd hij verpleegd, maar hij kon niet meer spreken. Prins Willem V van Oranje liet voor zijn zwaar getroffen beveiliger twee gouden gehemelten maken, die om de drie uur verwisseld moesten worden. Dat was niet het enige: tot zijn dood ontving hij een jaargeld van driehonderd gulden. De ex-soldaat vestigde zich in Arnhem, waar hij hoedenmaker werd. Hij overleed door verdrinking in de Rijn in 1836. Een kleinzoon van hem was Johannes Hendrikus Donner, die in 1824 in Arnhem werd geboren. Hij was de eerste in zijn familie die predikant werd. Er zouden nog meerdere predikanten met de naam Donner volgen.
PREDIKANT
Johannes Hendrikus volgde in Arnhem bij ds. A. Brummelkamp een opleiding tot predikant in de Christelijk Afgescheiden Gemeenten. In 1848 werd hij aan de gemeente te Ommeren verbonden, in 1851 werd hij in Leiden predikant. In 1877 kwam zijn benoeming tot director van de zending van de Christelijk Gereformeerde Kerk. Hij gold als een van de meest vooraanstaande predikanten van de kerken van de Afscheiding. Van zijn hand verschenen talrijke geschriften, waarvan sommige keer op keer werden herdrukt. Bekend is zijn uitleg van de Psalmen en zijn uitgave van de Statenbijbel met kanttekeningen ‘in de tegenwoordige spelling’. Zijn liefde voor de gereformeerde leer blijkt ook uit de heruitgave van de Redelijke Godsdienst van Wilhelmus à Brakel en van de foliant Handelingen van de Synode van Dordrecht 1618/9.
POLITIEK
Toen hij geen gemeentepredikant meer was, kon hij ruimte geven aan zijn liefde voor de politiek: hij werd lid van de gemeenteraad van Leiden en was van 1880 tot 1901 lid van de Tweede Kamer. Op Prinsjesdag in 1897, toen de zeventienjarige koningin Wilhelmina in de vergadering van beide Kamers verscheen, was hij degene die als oudste lid van de Tweede Kamer voor het eerst de kreet ‘Leve de koningin!’ slaakte, gevolgd door een drievoudig ‘Hoera’. Van zijn zoons werd er een textielhandelaar (die ook lid van de gemeenteraad van Goes was), twee werden boekhandelaar en twee predikant. Opvallend is dat de meesten van deze en de volgende generaties Donner, de dames en de heren, zich inzetten voor hun kerk, de christelijke (antirevolutionaire) politiek, het christelijk onderwijs, christelijke en kerkelijke verenigingen, ziekenzorg en maatschappelijke organisaties. Nederland heeft veel aan hen te danken. Ten onrechte wordt de ‘verzuiling’ vrijwel altijd in negatieve zin beschreven. Bovendien keken de Donners veel verder dan hun ‘zuil’.
Schertsend wordt Piet Hein Donner de onderkoning van Nederland genoemd
Zijn zoon Andreas Matthias, evenals een van zijn broers, ging in het spoor van zijn vader verder en werd predikant. Hij diende de Gereformeerde Kerken op vele posten. Hij was getrouwd met Gezina Hessels, dochter van ds. Jan Hessels. Eén van hun zoons was Johannes Hendrikus Donner, boekhandelaar te Rotterdam, lid van de raad en wethouder van de Maasstad, die ook nog een aantal andere functies bekleedde. Een andere zoon was Jan Donner.
RECHTEN
Jan Donner was de eerste in de familie die rechten ging studeren. Hij deed dat eerst in Utrecht, daarna in Leiden. Aan beide universiteiten promoveerde hij, op stellingen, zoals toen nog mogelijk was. Na enkele functies als ambtenaar bekleed te hebben, werd hij in 1926 in het extraparlementaire kabinet van jhr. mr. D.J. de Geer minister van justitie. Hij was nog maar 35 jaar, voor toen erg jong. Goedmoedig werd hij daarom wel ‘het kind van staat’ genoemd. Zijn verhouding met de andere ministers, de ambtenaren en de Kamers was ‘uitstekend’. Enkele belangrijke wetten kwamen tijdens zijn ministerschap tot stand, onder andere de wet op smalende godslastering.
VAN HOGENDORPJE
Na een tweede periode als minister van justitie werd hij in 1933 raadsheer in de Hoge Raad. De Tweede Wereldoorlog brak uit. Nederland werd bezet. Donner huldigde het standpunt dat ‘principieel ieder contact met de Duitsers uit den boze was’. De maatregelen tegen de Joden wees hij volstrekt af. Tweemaal werd hij gearresteerd en na enige tijd weer vrijgelaten. Op 30 juni 1941 werd hij voor de derde keer opgepakt, nu als gijzelaar. Hij zat vast in Sint-Michielsgestel tot hij in april 1943 weer vrij kwam. In dat laatste kamp speelde hij ‘Van Hogendorpje’. Zo noemde hij gesprekken met geestverwanten over Nederland na de oorlog. In 1946 werd hij president van de Hoge Raad en daarnaast had hij vele bestuursfuncties, waaronder curator van de Rijksuniversiteit Utrecht en president-curator van de Vrije Universiteit. In 1971 werd hij benoemd tot Minister van Staat. In 1981 overleed hij, op de dag voordat hij negentig jaar zou worden.
LOCKHEEDAFFAIRE
Een van zijn zoons was de bekende schaker en schrijver J.H. (Heini) Donner (1927-1988), een andere zoon werd hoogleraar in de geneeskunde, een derde was mr. dr. Andreas Matthias Donner (1918-1992). Heini, de schaakgrootmeester, vond zijn vader dominant. In een leven vol ups en downs ontworstelde hij zich aan zijn gereformeerde verleden. De laatste vijf jaar van zijn leven was hij invalide.
Andreas Matthias daarentegen ging verder in het spoor van zijn vader, studeerde rechten en promoveerde in de rechtswetenschap. Op de jonge leeftijd van 27 jaar werd hij hoogleraar algemene staatsleer en staats- en administratief recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Vanaf 1958 was hij gedurende twintig jaar als rechter verbonden aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, gevestigd in Luxemburg, vervolgens hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen (1979 tot 1984) en was daarna nog drie jaar lang lid van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg.
Hem werd in 1976 het voorzitterschap van de Commissie van Drie inzake de Lockheedaffaire (een omkoopschandaal waarbij prins Bernhard steekpenningen ontving van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed) opgedragen. Ook was hij enkele jaren voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en gaf enkele studies het licht.
ONDERKONING
De tweede van de acht kinderen van mr. dr. A.M. Donner werd in 1948 geboren en genoemd naar zijn grootvader van moederskant, mr. Jan Pieter Hendrik Mulder. Diens vader was ds. Arend Mulder, wiens schoonvader in de dagen van de Afscheiding om het geloof nog gevangenisstraf had ondergaan. Door het huwelijk van mr. J.P.H. Mulder met Jacoba Diepenhorst is de familie Donner verwant aan de familie Diepenhorst, die eveneens vele bestuurders en wetenschappers telt.
Na zijn rechtenstudie aan de VU werkte mr. J.P.H. Donner, beter bekend als Piet Hein Donner, als ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken, daarna op Justitie. In 1997 werd hij lid van de Raad van State, in 2002 en in 2003 was hij informateur voor de vorming van een nieuwe regering. In het eerste, tweede en derde kabinet-Balkenende was hij minister van Justitie. Evenals nadien de ministers Opstelten en Van der Steur kwam hij meermalen onder vuur te liggen, tot hij in 2006 in de nasleep van de Schiphol-brand op 27 oktober 2005 als minister van Justitie aftrad. In het kabinet-Balkende IV keerde hij als minister terug, nu voor de portefeuille van Sociale Zaken, in het eerste kabinet-Rutte was hij minister van Binnenlandse Zaken, totdat hij in 2012 tot vicepresident van de Raad van State werd benoemd. Van de Hoge College van Staat is de Koning de officiële voorzitter, de feitelijke leiding berust bij de vicepresident. Schertsend wordt mr. J.P.H. Donner daarom wel de onderkoning van Nederland genoemd.
Of uit volgende generaties van de familie Donner weer mannen en/of vrouwen Nederland op vergelijkbare wijze en zo toegewijd zullen dienen, zal de tijd leren.
Ds. L.J. Geluk uit Rotterdam is emeritus predikant. Hij is voorzitter van de vereniging Protestants Nederland.
Volgende maand deel 2 in deze serie: de familie De Gaay Fortman.
HOGEPRIESTER VAN DE STAAT
A.M. Donner (1918-1992) bewerkte de elfde druk van de klassieker van mr. C.W. van der Pot, het Handboek van het Nederlandse Staatsrecht (1983). In het voorwoord van dat boek legt Donner een bekentenis af. Destijds had hij bij sommige studenten de naam ‘hogepriester van de staat’ te zijn. Zijn instelling is wat kritischer geworden. ‘In de twintig jaar, waarin ik mocht meewerken aan de pogingen tot opbouw van een Europese rechtsorde tegen de weerstanden in het bedrijfsleven, van nationale administraties en van Gemeenschapsinstellingen zelf, is een van de meest blijvende ondervindingen geweest dat de zogenaamde particuliere sector en de publieke sector elkaar in egoïsme, kortzichtigheid en zorg voor het eigen belang en bestaan weinig of niets toegeven en dat, integendeel, de openbare diensten omdat zij zich voor hun posities op het ‘algemeen belang’ beroepen, de zorgvuldigheid en het fatsoen in het maatschappelijk- en rechtsverkeer nog sneller veronachtzamen. Bij alle overtuiging dat de staat een (betrekkelijke en voorlopige) zegen is – want alle alternatieven zijn erger – ben ik dus beslist geen hogepriester van de staat meer.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2017
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2017
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's