De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

WESTERSE CULTUUR KANTELT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WESTERSE CULTUUR KANTELT

Visionaire blik van Oswald Spengler verdient breed aandacht

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In twee lijvige delen is er nu voor het eerst een Nederlandse vertaling van het werk van Oswald Spengler verschenen: De ondergang van het Avondland. Veelzeggend dat een eeuw na de oorspronkelijke publicatie de actualiteit van dit werk nog wordt beseft.

Al in 1925 verscheen er onder dezelfde titel een boek van de Leidse hoogleraar L.J. van Holk over Spenglers grote werk, een soort samenvatting. De complete vertaling nú verschijnt honderd jaar nadat Spengler het eerste deel het licht deed zien. In 1922 volgde het tweede deel.

Spengler (1880-1936) was oorspronkelijk een natuurwetenschapper, maar promoveerde in 1904 op een filosofisch proefschrift. Hij ontwikkelde zich als schrijver over de cultuur, met als hoogtepunt Untergang des Abendlandes.

CULTUREN

De hoofdlijn in zijn werk is dat culturen, net als mensen, opgroeien, volwassen worden en sterven. Hij illustreert dit met de geschiedenis van acht culturen: de Babylonische, de Egyptische, de Chinese, de Indische, de Indiaans-Mexicaanse, de Grieks-Romeinse en (bijeengenomen) de ‘Arabische, Joodse en Byzantijnse beschaving’. Hij betrekt daarbij schilder- en beeldhouwkunst, architectuur, muziek, literatuur, politiek, wetenschap en technologie, godsdiensten en economische systemen.

Spengler duidt de toekomst als een tijd van cultureel verval en voorspelt de ondergang van de westerse cultuur. Iemand schreef kenmerkend bij de visie van Spengler: ‘Immers, democratie is een vervallen politieke vorm waarin geld en wetenschap (de teugel) overnemen van adel en priesterstand.’ Daarbij speelt ‘verhulde dictatuur’ van de pers een grote rol. Zelf probeert Spengler al de genoemde cultuursectoren in één omvattende cultuurvorm bijeen te brengen.

BIJVAL

Na verschijning oogst het veelzijdige werk grote bijval en scherpe kritiek. Critici zijn van oordeel dat hij mede de wegbereider voor het nazisme in Duitsland was. Aanvankelijk staat hij inderdaad positief tegenover het nationaal-socialisme, maar later bestrijdt hij dit, evenals het antisemitisme. Zijn werk mocht niet meer worden genoemd op de Duitse radio. In 1923 heeft Ortega y Gasset (zie kader) trouwens al een politiek en literair tijdschrift opgericht, waarmee hij onder andere bedoelde het werk van westerse filosofen in het Spaans te vertalen. Hieronder is dat van Spengler en trouwens ook dat van Johan Huizinga. Huizinga noemde Spengler ‘een erudiet en eigenzinnig cultuurfilosoof’.

De uitgever meldt bij de huidige uitgave dat honderd jaar na verschijning deze uitgave relevanter is dan ooit: ‘De wereld om ons heen staat op een kantelpunt. Zaken die decennialang vanzelfsprekend waren, staan nu ter discussie.’ De Leidse cultuurfilosoof Ad Verbrugge, zelf bij de vertaling betrokken, wordt op de cover geciteerd: ‘Het beslissende boek voor de 21e eeuw’.

TEGENSTEMMEN

Maar de tegenstemmen liegen er niet om. De kennelijk uitermate politiek-linkse historicus Hans van der Horst zet het boek direct bij het oud vuil, uit een spastische angst vóór of aversie tégen ‘rechts’. Hij noemt het verbijsterend dat een degelijke uitgeverij als Boom meent met deze uitgave ‘een bijdrage te kunnen leveren aan het politieke en maatschappelijke debat’. Hij noemt het ‘een van de bizarste boeken uit de Europese cultuurgeschiedenis’. Vrij Nederland kopte: ‘Een boek dat in staat is je elke pagina op de kast te jagen’. De schrijver heeft het overigens wel ‘afwisselend met bewondering en ergernis’ gelezen.

‘Oswald Spengler was een visionair met reactionaire trekjes,’ kopte dagblad Trouw. Trefzeker gezegd! In die bijdrage wordt de actualiteit van Spenglers denken optimaal benoemd. Ik citeer: ‘En wat te denken van zijn aanklacht tegen de gebreken van de democratische politiek? ‘De private machten van de economie willen vrij baan voor hun verovering van grote vermogens,’ schrijft Spengler. ‘Geen wetgeving mag hun in de weg staan. Zij willen de wetten maken, in hun belang, en zij bedienen zich daarvoor van hun zelfgemaakte werktuig, van de democratie, van de betaalde partij.”

INSPIRATIEBRON

Ooit zei Herman Bavinck dat hij soms jaloers was op ‘huisvrouwen aan de wastobbe’, die zich niet hoefden bezig te houden met problemen waarmee hij zich moest afmatten. Welnu, dit omvangrijke werk is niet voor ‘de huisvrouw aan de wastobbe’. Daarvoor is het te hoog gegrepen. Denkers van onze tijd zullen zich er wel mee bezig (moeten) houden. Het boek wordt vooral door en voor ‘conservatieve denkers’ een ‘inspiratiebron’ genoemd. Maar daarmee mogen we niet verwijzen naar het regiment-Wilders. Ik kan mij best voorstellen dat dit werk in de kring van het ‘Conservatief Café’ (Bart Jan Spruyt en anderen) breed zal worden opgepakt. Het verdient echter breder aandacht in het geheel van onze ont-waardende samenleving. Ik volsta ook slechts met een introductie. Het gaat in dit werk niet om een soort christelijke profetie, maar wel om een visionaire blik die vandaag bewaarheid wordt. Spengler oriënteerde zich daarbij overigens sterk op de Duitse denkers Nietzsche en Goethe.

OP INSTORTEN

Ik trek mijn eigen conclusies. De vanouds christelijke beschaving van West-Europa staat op instorten. Waar zijn vandaag nog de grote gezaghebbende mannen en vrouwen? Als ze er al zijn, sneeuwen ze onder in een ver doorgevoerde democratie met als motto gelijkheid voor allen. De moloch van de technologie vervreemdt ons van de natuur en vervuilt het milieu. De platheid c.q. platvloersheid is troef in de media. Christelijke tekenen worden uitgewist. Bij nationale manifestaties, hetzij droeve hetzij vreugdevolle, zijn godsdienstige rituelen, en ook vaderlandse liederen taboe. Religie wordt meer en meer uitgebannen, verwezen naar het private domein.

Het politieke landschap is versplinterd. Populisme wint alom steeds meer terrein. Multicultureel slijt het (christelijk) historisch besef uit. Wat is cultuur dan nog? En Europa? Een reus op lemen voeten, zonder dat nog sprake is van cohesie. En last but not least de dominantie van geld en economie, met hedonisme als gevolg.

Daarom: uitgeverij Boom heeft niet misgetast met de vertaling van dit monumentale werk uit het interbellum, dat ongetwijfeld tot felle discussies kan leiden. Na honderd jaar is dit boek nog niet gedateerd.

Dr. ir. J. van der Graaf uit Huizen is oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.


N.a.v. Oswald Spengler, ‘Ondergang van het Avondland. Schets van een morfologie van de wereldgeschiedenis’, twee delen: 551 resp. 605 blz.; uitg. Boom, Amsterdam; € 89,-.


CULTUURFILOSOFEN BIJ DE CSFR

De verschijning van De ondergang van het Avondland van Oswald Spengler herinnert me aan mijn studententijd (1955-1961). We hielden ons toen op de kersverse studentenvereniging CSFR intensief bezig met een aantal cultuurfilosofen die profetisch de tijdgeest doorschouwden naar de toekomst toe.

Ik noem dichtbij dr. F. de Graaff met zijn boeken Europees nihilisme en Als goden sterven en Johan Huizinga met zijn In de schaduwen van morgen. Buiten onze grenzen waren dat de Spaanse José Ortega y Gasset met Opstand der horden en de Duitse Oswald Spengler die Untergang des Abendlandes schreef.

Men kan hen typeren als cultuurpessimisten. Daartegenover staan dan uiteraard de cultuuroptimisten, die veranderingen in de cultuur als vernieuwing en vooruitgang zien. Zij die genoemde studentenvereniging bevolkten, kwamen uit kerkelijke verbanden waar pessimisme een grondhouding is, onderscheiden van het neocalvinisme met een meer optimistische grondhouding. Vandaar dat de werken van genoemde filosofen (vertaald in kleine munt) binnen de CSFR een vruchtbare voedingsbodem vonden. Het zondebesef drukte er zwaar, in het persoonlijke leven maar ook in de uitwerking binnen de maatschappelijke verbanden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2018

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

WESTERSE CULTUUR KANTELT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2018

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's