De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

6 minuten leestijd

Anastasius Veluanus
Wegwijzer voor gewone gelovigen. Vertaald en ingeleid door dr. William den Boer.
Uitg. Brevier, Kampen; 386 blz.; € 39,95.

Op ongeveer 24-jarige leeftijd, twee jaar voordat Maarten Luther sterft, wordt Jan Gerritsz Versteghe in 1544 als vice-pastoor verbonden aan de parochie te Garderen. Door reformatorische invloed was zijn prediking echter van meet af aan ‘evangelisch gekleurd’. Aangezien het ook precies in deze tijd is dat Keizer Karel V de strijd tegen de lutherse ‘ketterij’ krachtig aangaat, komt deze prediking Versteghe al vrij snel duur te staan. Op 1 januari 1550 wordt hij gevangengenomen en moet hij zich verantwoorden voor de inquisitie in Gelderland. Aanvankelijk bezwijkt Versteghe onder deze druk en herroept hij hetgeen hij geleerd heeft. Dat hij dit echter niet met zijn hele hart doet, blijkt. Hij weet zich van meet af aan schuldig door zijn verloochening. In 1553 weet Versteghe uit de greep van ‘de pausgezinden’ te ontvluchten en vindt hij een veilig heenkomen in Duitsland. Daar schrijft hij het boek ‘Der Leken Wechwyser’, een openbare geloofsbelijdenis waarmee hij zich tevens met zijn verloochening wil verzoenen. In deze dagen verandert hij ook zijn naam.

Vanaf nu luidt deze: Joannes Anastasius Veluanus. Enerzijds – zo vermoedt men – om zich achter te verschuilen, anderzijds drukt zijn nieuwe Latijnse naam iets uit van de grote verandering die er in zijn leven heeft plaatsgevonden: ‘Anastasius’ is een vertaling van de naam ‘Versteghe’ (stijgen) en ‘Veluanus’ verwijst naar zijn geboortegrond, de Veluwe. Zijn nieuwe naam luidt in hedendaags Nederlands dus: ‘Jan, de herrezen Veluwenaar’.

Het is indrukwekkend om tegen deze achtergrond de inhoud van dit boek, dat we gerust zowel een ‘belijdenisgeschrift’ alsook een ‘jonge protestantse dogmatiek’ mogen noemen, tot je te nemen. Het is puur en fris geschreven, duidelijk uit de begintijd van de Reformatie. De kernen van het christelijk geloof alsook de basisuitwerking (geloofsleer) worden helder en ongekunsteld verwoord en ook praktisch, thematisch behandeld. Dit laatste maakt dit boek geschikt als beknopt naslagwerk. Daarnaast ontbreekt het in dit schrijven niet aan de verbinding met het dagelijkse leven (ethische toepassingen), al geldt van deze toepassingen natuurlijk wel dat ze geregeld enigszins ‘gedateerd’ zijn gezien het feit dat ze verbonden zijn met de context van zestiende eeuw.

Veluanus heeft bij het schrijven van dit boek nadrukkelijk zijn parochianen uit Garderen en omstreken voor ogen gehad (‘gewone gelovigen’) en dit maakte dat ik tijdens het lezen geregeld dacht: dit geschrift vormt feitelijk een stevige, zestiende-eeuwse ‘Alphacursus’. Het geschrevene heeft voor vandaag nog niets aan kracht ingeboet. Sterker nog, het valt te wensen dat de ‘reformerende wijze’ waarop Veluanus bijvoorbeeld schrijft over ‘de vrije wil en de predestinatie’, over ‘de bekering’, alsook over ‘de sacramenten’ vandaag opnieuw door velen ter harte genomen wordt. Als voorbeeld noem ik enkele accenten vanuit zijn schrijven over het sacrament van de doop. Daarin valt onder andere op dat Veluanus geen vervangingstheologie leert, hij een waardevolle onderbouwing geeft waarom kinderen van christelijke ouders gedoopt dienen te worden, maar ook krachtige argumenten aandraagt tegen de praktijk van ‘de overdoop’.

Tot slot nog één reden waarom ik dit boek van harte in veler handen aanbeveel. Het lezen van dit boek draagt bij aan de bewustwording van een belangrijk stuk kerkgeschiedenis in ons vaderland, waarin Gods Geest onmiskenbaar zegenrijk werkzaam is geweest en waar vanuit Hij – wonder van genade! – nog altijd zegenrijk doorwerkt.

G. VAN DEN BERG, SINT PHILIPSLAND


Manuela Dieleman
Levenslang vrij.
Uitg. Franszen, Bilthoven; 290 blz.; € 19,95.

Het gebeurt niet vaak dat een recensie-exemplaar van een boek gepaard gaat met een persoonlijke brief van de auteur, waarin deze toelicht waarom het boek is toegezonden. Zo’n brief laat zien hoeveel een boek kan betekenen voor degene die het geschreven heeft, vooral als het gaat om een persoonlijke levensgeschiedenis. In de brief stond ook de opmerking dat het tot nu toe ontbroken heeft aan ‘eerlijke’ besprekingen waarin de auteur zich recht gedaan voelde. Dat maakt het voor een recensent wel een extra uitdaging om een recensie te schrijven.

De opzet van het boek is voor een biografie best origineel. Manuela Dieleman wisselt steeds korte beschrijvingen af van haar verblijf op Patmos, waar ze terugziet op haar leven, en fragmenten uit dat leven zelf, beginnend met haar jeugd, en vervolgens over haar studie aan de Driestar in Gouda, haar huwelijk en latere scheiding en ten slotte haar vertrek naar Israël. Bij langere stukken zou je bij het lezen de draad kunnen kwijtraken, maar de auteur heeft een goed evenwicht gevonden tussen een lengte die precies het midden houdt tussen brokkeligheid en het niet meer kunnen volgen van de grote lijn van de twee door elkaar lopende lijnen. Af en toe wordt de tekst onderbroken met een zelfgemaakt gedicht.

Bij de inhoud valt het op dat er steeds korte ‘gebeden’ zijn opgenomen waarin de auteur haar Heere dankt voor een bepaalde gebeurtenis. Onwillekeurig doet dat denken aan de korte ‘schietgebeden’ die we in het boek Nehemia tegenkomen. Ze benadrukken dat de auteur haar hele leven wil zien in het licht van haar relatie met God, en dat doet weldadig aan.

Eén ding roept daarbij vragen op. De indruk ontstaat dat de auteur weinig toetst of datgene wat ze ervaart als Gods bijzondere leiding ook werkelijk van God komt. Ze krijgt regelmatig teksten die ze buiten hun verband interpreteert. Als ze zich op een gegeven moment laat overdopen, omdat ze weer zo’n bijzondere aanwijzing gekregen heeft, vraag je je af of dat werkelijk van God gekomen is, omdat de Bijbel geen overdoop kent en overdoop de facto de kinderdoop ongedaan maakt.

Uiteindelijk laat het boek – ongewild – zien dat het prachtig is om steeds de leiding van de Heere te zoeken in je leven, maar dat alle bijzondere aanwijzingen die je ervaart toetsing aan het Woord behoeven. Niet elke tekst die zomaar voorligt als je je Bijbel openslaat, is een aanwijzing van God. Zeker wanneer aanwijzingen niet overeenkomt met wat Hij in Zijn Woord als Zijn wil geopenbaard heeft, moeten we er voorzichtig mee omgaan. Ik zou niet ‘eerlijk’ zijn in mijn bespreking als ik deze kritische noot achterwege zou laten. Maar dat neemt niet weg dat er in deze levensbeschrijving veel moois te vinden is. Hier schrijft iemand die in alle oprechtheid gezocht heeft naar Gods wil voor haar leven, en daarin kan ze ons wel degelijk tot voorbeeld zijn.

M.J. DE VRIES, PAPENDRECHT

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's