God ontmoeten

Helaas wordt de Bijbel vaak gebruikt om bekeringsgeschiedenissen op te delven uit het Woord. Mensen willen weten of ze op de goede weg zijn naar de bekering. Hun leven lang discussiëren ze en worstelen ze over de weg naar het heil zonder ooit de Weg gevonden te hebben. Ze beseffen niet dat de Weg hun wordt aangeboden in de belofte van het Evangelie en dat aan goddelozen (Rom.10:8).

Misschien worstelen we zelf met de vraag: ‘wie kan God zien en leven?’ Dat is een terechte worsteling. God is immers heilig en rechtvaardig. Laten we dat ook niet vergeten onderweg naar huis, anders wordt het zo vanzelfsprekend in het Koninkrijk.

Dichtbij

Wie kan voor God bestaan? Er is immers niemand rechtvaardig, ook niet tot één toe (Rom.3:10) en Hij is een verterend vuur (Hebr.12:29) en een eeuwige gloed bij wie niemand kan wonen. Als dan de woorden van de Bergrede op ons afkomen – Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien – dan kan iedereen God zien, behalve ik.

Toch is het mogelijk, bij God. Hij openbaart in het Evangelie de Zoon van Zijn liefde. In Hem openbaart God Zijn rechtvaardigheid die wij nodig hebben om rechtvaardig voor God te zijn. Dit is de kern van het Evangelie. (Rom.1:17) Wij hoeven niet op te klimmen tot in de hemel en neer te dalen tot in de hel om het daar te halen, zegt Mozes (Rom.10:5). Sommigen zoeken ernaar, soms heel ernstig. Ze proberen op te klimmen tot in de hemel en neer te dalen tot in de hel om het daar te zoeken. Maar naar onze zaligheid hoeven we niet te zoeken, ze wordt bij ons gebracht. ‘Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord, dat wij u prediken.’ (Rom.10:8) Het wordt zo dichtbij gebracht dat een dode zondaar erbij kan. God legt het niet dicht bij ons oor maar in ons hart. En dat onvoorwaardelijk. Niemand is te verdorven of te onrein. Dichterbij kan niet.

De Zoon

Wie wordt er nabij gebracht? Christus (Joh.3:16). God legt Hem in de schoot van ons hart, zoveel betekenis heeft de prediking van het woord voor zondaren. Misschien vraagt iemand zich af wat hij moet doen om zalig te worden. Het antwoord: helemaal niets. Die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, het wordt hem gerekend tot rechtvaardigheid (Rom.4:6). Het is een zalige ontmoeting om in Christus Gods vriendelijk aangezicht te zien in gunst, om in Christus God te zien zonder verschrikking. Dit is het eeuwige leven, want die de Zoon heeft, die heeft het eeuwige leven (Joh.3:36).

Verwondering

Dit wonder komt een mens nooit goed te boven. Jakob niet en wij ook niet. Verwondering en aanbidding is de bloedrode draad die bij elke Godsontmoeting door het leven heen trekt. Hebben we God gezien, dan gebeurt dat hier toch nog in een duistere rede (ten dele, als in een spiegel). Straks zullen we Hem zien zoals Hij is. We zullen Hem letterlijk zien, van aangezicht tot aangezicht, en niet meer in een koperen spiegel waarin je het niet zo helder ziet (1 Kor.13:12,13).

Jakob is verwonderd, omdat Hij God gezien heeft en niet is vergaan. Ook Manoach riep het uit: Wij zullen zeker sterven, omdat wij God gezien hebben. (Richt.13:22)

Wanneer hebben wij voor het laatst God gezien? Met deze indringende vraag sluiten we af. Het is een eeuwig wonder als ons antwoord is: ‘Ik heb God gezien in Christus en mijn ziel is gered geweest.’

Ds. A. Simons is predikant van de hervormde gemeente te Montfoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen