Antisemitisme
‘Synagoge in Middelburg beklad met hakenkruizen’ en ‘Twee graven vernield op Joodse begraafplaats in Lekkerkerk’. Twee artikelen op de website van de NOS die iets laten zien van een dieper onderliggend probleem in onze samenleving: antisemitisme. Maar wat is antisemitisme eigenlijk? Wanneer kun je zeggen dat iets antisemitisch is? En wat kun je er zelf tegen doen?
De term antisemitisme betekent letterlijk ‘tegen de Semieten’, dus tegen de Semitische volken. Het is een verwijzing naar volken uit het Midden-Oosten die afstammen van Sem (Gen.10:31). De term antisemitisme is nog niet heel oud en werd voor het eerst in 1860 gebezigd in de betekenis van ‘haat tegen Semitische volken’. Ongeveer twintig jaar later is het de Duitser Wilhelm Marr, die de term populariseert en een veel specifi ekere betekenis geeft. Hij gebruikt het namelijk in de betekenis van ‘anti-Joods’, zoals we het vandaag de dag ook kennen. In zijn werken laat hij zelf een duidelijke afkeer zien van de Joden.
Helaas is Marr niet de eerste die zich op deze manier tegen de Joden keert. Wel laat zijn werk zien hoe het klimaat heeft kunnen ontstaan waarin de Shoah (de moord op zes miljoen Joden) heeft kunnen plaatsvinden (zie het kader ‘Heerschappij van de Joden’).
Oorsprong
Om het antisemitisme te kunnen plaatsen is het belangrijk om eerst een ander begrip uit te leggen, namelijk anti-judaïsme. Al voor de christelijke jaartelling is een patroon te zien waarin Joden ‘de buitenbeentjes’ zijn in de samenleving waar ze wonen. Door hun andere leefstijl vallen de Joden op en worden ze gebruikt door mensen om hun eigen identiteit te bepalen. Rond de derde eeuw voor Christus worden de Joden in Egypte bijvoorbeeld al beschreven als de vijanden van alle goden en alle volken. De oorzaak hiervan is niet helemaal duidelijk, maar het zou kunnen dat het te maken heeft met het ontstaan van Israël in Egypte en de uittocht vanuit dit land of met de grote Joodse gemeenschap die toen leefde in Egypte en mogelijk gezien werd als een bedreiging.
Yeshua uit Nazareth
Maar dan gebeurt er iets wat het anti-judaïsme een ander gezicht gaat geven. Een man uit Israël claimt de Messias te zijn, hij heet Yeshua en komt uit Nazareth. Yeshua geeft gezaghebbend onderwijs over de Tenach (Joodse naam voor het Oude Testament) en doet allerlei wonderen. Al gauw krijgt Hij een schare trouwe volgelingen, die ook allemaal Joods zijn. Tegelijkertijd ontstaat er een sterke weerstand tegen deze Yeshua, met name vanuit de religieuze leiders in Jeruzalem. Die weerstand wordt zelfs zo sterk dat deze leiders Hem aanklagen bij de Romeinse overheid, die hem ter dood brengt.
Na Zijn dood – Zijn volgelingen zeggen dat Hij is opgestaan – stopt het niet en komen er steeds meer Joodse volgelingen die soms heftig botsen met Joden die niet in deze Yeshua geloven. Deze Joodse volgelingen van Yeshua blijven niet in Israël, ze gaan de toenmalige wereld in om dit goede nieuws overal te laten horen. Daarbij gaan ze altijd eerst naar de plaatselijke synagoge, maar als ze daar niet welkom zijn, zoeken ze naar andere plekken om hun boodschap te brengen. Door hun werk komen ook niet-Joden tot geloof. En in Antiochië worden ze voor het eerst christenen genoemd, volgelingen van Christus.
Collectieve beschuldiging
Wat heeft deze Yeshua met het antisemitisme te maken? Helemaal niets. Zijn eerste Joodse volgelingen ook niet. Wel verhouden Yeshua en Zijn volgelingen zich soms kritisch tot bepaalde delen van het Jodendom in hun tijd, maar er waren meer Joden die kritisch waren op de leiders in Jeruzalem. De kritiek van Yeshua en Zijn volgelingen gaat echter steeds meer een eigen leven leiden naarmate er meer heidenen dan Joden volgeling van Jezus worden. De teksten uit het Nieuwe Testament worden losgekoppeld van de Joodse context waarin ze ontstaan zijn. Door de weerstand van veel Joden tegen het Evangelie komt de jonge kerk steeds meer los te staan van de synagogen. Sterker nog, omdat ze uit dezelfde bronnen putten, wordt de kerk steeds meer een concurrent van ‘de synagoge’. En al in de tweede eeuw klinkt de beschuldiging dat ‘de Joden’ Jezus gedood hebben. Ze worden daarmee als collectief verantwoordelijk gehouden voor de dood van Jezus. Dat de meeste Joden helemaal niets met Jezus’ dood te maken hebben en dat de Romeinse overheid minstens zoveel blaam treft, wordt voor het gemak vergeten. Het is juist deze beschuldiging die de eeuwen door gebruikt wordt tegen de Joden.
Naast deze beschuldiging van het doden van Jezus wordt er nog een ander element toegevoegd aan het anti-Joodse denken in de Vroege Kerk. De kerk zou het volk Israël ‘vervangen’ hebben. Dit staat ook wel bekend als ‘vervangingstheologie’. In dit denken wordt Israël niet langer als volk van God gezien vanwege hun betrokkenheid bij het sterven van Jezus. Dit betekende in de praktijk dat Joden die Jezus wilden volgen, zich niet meer aan de Joodse wetten mochten houden. Zo werd de kerk ‘ontjoodst’ en groeide de kloof tussen kerk en synagoge.
Alle eeuwen door
Helaas blijft het niet bij deze beschuldigingen. Soms worden woorden omgezet in daden. Hierbij wisselt het per land en per tijdperk hoe men met Joden omging. In de veertiende eeuw woedde de ‘zwarte dood’, de pest, in Europa. Ongeveer een derde van de bevolking van Europa kwam door deze epidemie om. De Joden werden aangewezen als zondebok, want ze zouden bronnen en putten vergiftigd hebben. Dat de reinheidswetten van Mozes zorgden voor een betere hygiëne onder de Joden, was niet bekend. In de pogroms als gevolg van deze beschuldiging werden duizenden Joden gedood.
In de Middeleeuwen ontstaan er ook diverse mythes rond de Joden. Zo zou er een Jood zijn die als gevolg van zijn betrokkenheid bij de kruisiging van Jezus veroordeeld was om altijd over de aarde te wandelen (‘De mythe van de wandelende Jood’). Een andere bekende mythe is het zogenoemde ‘bloedsprookje’. Volgens deze mythe zouden Joden christelijke kinderen vermoorden om hun bloed te gebruiken bij de bereiding van matzes voor Pesach. Een van de vele voorbeelden is het verhaal van Simon van Trente, die ritueel vermoord zou zijn en later zelfs heilig verklaard is.
De Reformatie zou een geschikt moment geweest zijn voor de kerk om afstand te nemen van allerlei anti-Joodse mythes en stereotypen. Aanvankelijk had Luther ook de overtuiging dat de Joden zich zouden bekeren nu de kerk van de Reformatie afstand had genomen van allerlei rooms-katholieke elementen. Toen dat niet gebeurde, keerde hij zich echter tegen de Joden. In zijn werk Over de Joden en hun leugens zegt hij onder andere dat hun synagogen in brand gestoken moeten worden en hun boeken (zelfs hun bijbels!) afgenomen moeten worden. Het is een donkere schaduwkant van Luthers theologische erfenis. In de negentiende eeuw wordt er een nieuw element toegevoegd aan de haat tegen Joden, de zogenaamde ‘rassentheorie’. Volgens deze theorie konden de mensen opgedeeld worden in verschillende rassen. De nazi’s gebruikten deze theorie als een wetenschappelijke rechtvaardiging om de zuiverheid van het Arische ras te promoten. Aangezien de Joden niet tot dit ‘Arische ras’ behoorden, moesten zij als ‘onzuivere elementen’ uit de samenleving verwijderd worden.
Dit zijn slechts een paar voorbeelden die laten zien hoe de Joden alle eeuwen door ‘de ander’ zijn geweest in een Europa dat getekend is door het christendom. De Shoah was geen ongelukkige misstap in de geschiedenis van Europa, maar het gevolg van een eeuwenlange opeenstapeling van haat richting de Joden. Of ze nu de verkeerde godsdienst hadden of van het verkeerde ras waren, de Joden stonden altijd aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Dat heeft tot op de dag van vandaag nog steeds grote gevolgen.
Veel gezichten
Antisemitisme vandaag de dag heeft veel gezichten. De makkelijkst herkenbare vorm is die waarbij een Jood op straat uitgescholden wordt of waarbij de ruiten van een Joods restaurant ingegooid worden. Denk aan de manier waarop de Joodse school het Cheider in Amsterdam beveiligd moet worden. Een ander voorbeeld is een carnavalsoptocht waarbij Joden afgebeeld worden met een gehaakte neus. Deze lijst kan eindeloos uitgebreid worden. Maar veel van wat er vroeger op straat gebeurde, heeft zich verplaatst naar het internet. Op social media moeten Joden het vaak ontgelden. Via internet is het makkelijk om haat tegen Joden te uiten en de pakkans is erg laag.
Veel Jodenhaat uit zich door middel van allerlei complottheorieën. Zo zouden er Joden achter de aanslagen op het World Trade Center op 11 september 2001 (9/11) zitten. Toen in 2020 de corona-epidemie over de wereld ging, was een van de complottheorieën dat de Joden het virus ontwikkeld hadden als biologisch wapen. Zo krijgen middeleeuwse complottheorieën een nieuw gezicht in de 21e eeuw. De rode draad door de wisselende vormen van antisemitisme is dat de Joden de ideale ‘zondebok’ zijn waarmee je een nieuwe crisissituatie kunt verklaren.
De oprichting van de staat Israël in 1948 is een nieuwe episode in het eeuwenoude verhaal van antisemitisme. Was vroeger de godsdienst of het ras van de Joden het probleem, vandaag is de Israëlische staat het probleem. De oorlog in Gaza heeft laten zien dat antisemitisme niet verdwenen is. Sterker nog, sinds het begin van de oorlog op 7 oktober is er wereldwijd een enorme toename van het aantal antisemitische incidenten. Het citaat van Rob Oudkerk laat zien dat Joden ter verantwoording geroepen worden voor wat er in Israël gebeurt, terwijl ze er niets mee te maken hebben.
Antisemitisme is een veelkoppig monster waaraan iedere keer nieuwe koppen groeien. Eeuwenoude stereotypes worden moeiteloos gekoppeld aan nieuwe problemen in de wereld. Eenvoudige oplossingen zijn er helaas niet. Tegelijk is het wel een probleem dat niet alleen Joden aangaat, maar ons allemaal. Alleen daarom is het belangrijk om hierover na te denken en te kijken wat je wél kunt doen.
Zelf doen
Wat kan ik zelf concreet doen?
• Durf je uit te spreken als je grappen of opmerkingen hoort of leest over Joden.
• Bezoek de jaarlijkse herdenkingen van de Holocaust (eind januari) en de jaarlijkse herdenkingsdag van de Shoah, Jom Hasjoa (de 27e Nisan, in april/mei). Op deze manier geef je het ‘niet vergeten’ van de verschrikkelijke gebeurtenissen uit het verleden concreet vorm. Het is ook betekenisvol als je dit als kerkelijke gemeente doet.
• Veel plaatsen hebben ooit een Joodse gemeenschap gehad. Verdiep je eens in zo’n gemeenschap om zo ook meer inzicht te krijgen in de impact die de Tweede Wereldoorlog heeft gehad op deze gemeenschappen.
• Bezoek eens een synagoge en laat zo je interesse en betrokkenheid blijken.
Het is mooi en belangrijk om deze dingen ook met kinderen en jongeren te doen, zodat zij inzicht krijgen in het kwaad van het antisemitisme, maar ook positief betrokken raken op het Joodse volk. Onderwijs is hierin van cruciaal belang.
Verder lezen en kijken:
• Peter Schäfer, Een korte geschiedenis van het antisemitisme. Amsterdam, 2002
• Deborah E. Lipstadt, Antisemitisme hier en nu. Amsterdam, 2019
• Klaas A.D. Smelik, Antisemitisme: actualiteit van een historische ontwikkeling. Antwerpen, 2015
• Bart Wallet, Christendom en antisemitisme. Tweeduizend jaar confrontatie. Utrecht, 2017
• Driedelige serie van de EO onder de titel ‘Na 7/10, antisemitisme in Nederland.’ De drie citaten van Joodse Nederlanders in deze brochure komen uit deze serie.
Heerschappij van de Joden
In 1880 schrijft Wilhelm Marr het boek Het pad naar de overwinning van het Germanisme op het Jodendom. Hij richt zich tot de ‘christenen en Duitsers in Duitsland’ en vraagt of Duitsland een christelijke staat is. Volgens Marr is er in deze christelijke staat een ‘dagelijks toenemende machtsinvloed van de Joden’ en moet het land tegen de heerschappij van de Joden verdedigd worden. Hij verwijst naar Deuteronomium 7 om ‘aan te tonen’ hoe de Joden moeten omgaan met andere volken in het internationale verkeer volgens het gebod van Mozes. Op allerlei manieren stelt hij de Joden voor als een groot gevaar waartegen de Duitsers zich moeten verdedigen. Deze manier van schrijven sluit aan bij het stereotype dat de Joden alle macht in de wereld bezitten.
‘Ik kan niemand verwijten dat hij bang is, daar zijn redenen voor. Ik heb dat wat minder, maar goed, dat is heel persoonlijk. Maar je merkt het wel. Je let meer op, je kijkt meer om je heen. Wat merk je dan concreet? Dat je je meer bewust bent van je omgeving. Laat ik het maar zo zeggen.’
Hans Weijel, vice-voorzitter Centraal Joods Overleg
Kruisigden de Joden Jezus?
Kruisigden de Joden Jezus? Het antwoord is simpelweg nee. De Romeinen waren op dat moment de bezettende macht in Israël. Zonder hun toestemming konden de Joden niets doen. Maar hoe zit het dan met die Joodse betrokkenheid? Het Nieuwe Testament laat zien dat het vooral een deel van de Joodse leiders geweest is (niet allemaal, denk aan Nicodemus en Jozef van Arimathéa), die van Jezus af wilden. Ook een deel van de bewoners van Jeruzalem heeft ingestemd met Jezus’ veroordeling. Als er een beschuldiging geuit wordt met betrekking tot de kruisdood van de Heere Jezus, dan heeft die altijd een adres. De preek op de pinksterdag waarin dit gezegd wordt (Hand.2:23), is onder andere geadresseerd aan de mensen die in Jeruzalem wonen (Hand.2:14). En wat nog belangrijker is, ze krijgen vergeving van deze en andere zonden. Dat laat zien dat het nooit de bedoeling is geweest om de Joden collectief te beschuldigen van betrokkenheid bij Jezus’ kruisiging, terwijl deze beschuldiging heel vaak is gebruikt door christenen tegen de Joden.
‘Omdat mensen weten dat ik Joods ben, krijg ik rare dingen naar m’n hoofd geslingerd. Zoals laatst op een verjaardag. ‘Hé, jij vindt het zeker niet erg wat er in Gaza gebeurt? Want jij bent Joods.’ (…) Ik vind het niet alleen pijnlijk, maar ook idioot. Stel je nou toch eens voor dat mijn Turkse groenteboer zich dagelijks moet gaan verantwoorden voor wat Erdogan allemaal uitspookt. (…) Maar Joden moeten zich wel steeds verhouden tot de politiek van Israël en worden er zelfs op afgerekend.’
Rob Oudkerk, oud-huisarts en -politicus
Gespreksvragen
1. Wat zijn volgens jou de belangrijkste oorzaken van antisemitisme? Welke rol spelen anti-Joodse stereotypen hierin?
2. Wat vind je van de beschuldiging dat ‘de Joden’ Jezus gekruisigd hebben?
3. Hoe en waar kom je zelf met antisemitisme in aanraking?
4. Hoe kun je zelf een bijdrage leveren aan het tegengaan van antisemitisme? En hoe als kerkelijke gemeente?
Auteur van deze brochure is Geert de Korte MA. Namens het Centrum voor Israëlstudies (CIS) woont en werkt hij in Jeruzalem om deel te nemen aan de Joods-christelijke dialoog.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2024
De Waarheidsvriend | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2024
De Waarheidsvriend | 6 Pagina's