De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Geholpen worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geholpen worden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen mijn man en ik na vijftien jaar tropen terugkeerden naar Nederland, was er van alles wat ons opviel, onder andere hoe dingen in christelijk Nederland veranderd waren. Hoeveel leger de kerken op zondag waren, hoe anders er werd omgegaan met het gezag van de Bijbel en nog wel meer zaken waar we niet per se vrolijk van werden.

Handen uit de mouwen

Er is echter iets wat me prettig verrast heeft: de bereidwilligheid van christenen om hun handen uit de mouwen te steken en naar elkaar om te zien. Niet dat dat vroeger, voordat we naar Thailand gingen, niet zo was, maar het was me nooit zo opgevallen. Een kleine greep uit waar men in mijn familie- en vriendenkring en kerkelijke gemeente druk mee is: bezoekwerk van (eenzame) ouderen, hulp aan mensen met schulden, klaarstaan voor vluchtelingen, sturen van kaarten aan zieke mensen, enzovoort. De lijst is eindeloos. De hulpvaardigheid beperkt zich niet tot mensen uit een bepaald kerkgenootschap, tot het meer behoudende deel van de kerk of juist het wat vooruitstrevende.

Mijn observatie wordt gesteund door onderzoek: christenen zijn meer bij vrijwilligerswerk betrokken dan niet-christenen, ook als het gaat om niet-christelijk vrijwilligerswerk. Overigens geven christenen ook meer geld weg dan niet-christenen, wederom niet alleen aan christelijke doelen maar ook aan niet-christelijke. Het lijkt erop dat christenen guller zijn met zowel hun tijd als hun geld.

Kwetsbaarheid

Zo hoort het ook. Als volgelingen van Jezus leven we in het besef dat alles wat we hebben van God is en dat we Hem en onze medemensen daarmee mogen dienen. Mensen die dingen voor anderen doen, worden alom geprezen en gewaardeerd. Tijdens onze jaren in Thailand zaten we ook helemaal in de hulpmodus: we kwamen er om het Evangelie te brengen en als vanzelf vloeide daar uit voort dat we mensen die in de puree zaten (en die waren er genoeg) probeerden te helpen. De mensen die door ons geholpen werden, waren ons dankbaar. Tot zover weinig verrassends.

Toch waren zij niet de mensen met wie we het beste contact hadden. De beste relaties hebben we opgebouwd met degenen die ons hielpen, in plaats van andersom. Bijvoorbeeld met Tsjaad, de man die zijn tweede huis aan ons verhuurde; met zijn broer Naraphon, die dingen voor ons regelde en zich zo een beetje over ons, arme stakkers uit Nederland, ontfermde. Met Toem, die onze onmisbare partner was in het zendingswerk. Hulp bieden aan anderen is fijn – hulp ontvangen vereist kwetsbaarheid. Het toont dat je anderen nodig hebt. Maar het zorgt voor een meer gelijkwaardige relatie.

Zelfstandigheid

Enig zoekwerk op internet over dit onderwerp bracht me bij James Kennedy, de Amerikaanse historicus en decaan van de University College Utrecht. Hij sprak eens op een Present-bijeenkomst over vrijwilligerswerk. Er zit een keerzijde aan het bieden van hulp, stelde hij, je kunt er mensen afhankelijk mee maken. Wat moet de doelstelling zijn van hulp bieden? Is het ons puur te doen om het klaren van de klus? Of willen we bijdragen aan de zelfstandigheid van degene die hulp ontvangt? Kennedy stelt dat het laatste ons oogmerk moet zijn. Laat degene die een groep Present-klussers over de vloer krijgt, koffie en thee voor hen verzorgen. En krijgt de vluchteling die door Nederlandse christenen naar de kerk wordt gereden, de kans om eens voor hen te koken?

Auto

Al een paar jaar heb ik contact met een (christelijk) Syrisch gezin hier op het dorp. Het begon ermee dat ik het taalmaatje werd van de vrouw; elke week ging ik een paar uur op bezoek om Nederlands met haar te oefenen. Meestal had haar man nog een aantal vragen voor me die computer- en internetgerelateerd waren. Ik hielp hen zo goed als ik kon. Het gezin werd steeds zelfstandiger; de man haalde zijn rijbewijs en op een gegeven moment stond er een grijze Seat voor de deur.

En toen was daar een etentje waar ik absoluut bij aanwezig moest zijn. Manlief was weg met de auto, en de vriendin van wie ik weleens de auto mag lenen, had hem zelf nodig. Treinen was lastig. Wat nu? De grijze Seat! Zou ik het wagen om die te leen te vragen? Ik durfde het nauwelijks. Maar waarom eigenlijk niet? Wat weerhield me?

Ik zal niet snel vergeten hoe mijn Syrische vrienden op mijn verzoek reageerden. Ze waren dolblij en duwden me bijna hun auto in. Eindelijk konden ze mij helpen in plaats van andersom. Ik denk dat het niet toevallig is dat ons contact sindsdien veranderd is en het nu voelt alsof we broers en zussen zijn – in Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Geholpen worden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's