Een rusteloze man
Ds. Fijnebuik probeerde als eerste afgescheiden predikant weer hervormd te worden
Een hervormde predikant die het besluit nam zich te voegen bij de afgescheidenen, koos voor een onzeker avontuur. Was er nog een weg terug? Dat wist niemand. Ds. Barend Fijnebuik was de eerste die daar een poging toe deed.
Barend Fijnebuik wordt op 7 maart 1800 geboren in Zwolle. Omdat zijn vader in 1803 overlijdt, wordt hij opgevoed door zijn moeder. In het voetspoor van zijn vader wordt Barend timmerman.
Bijzondere jongen
Al op jeugdige leeftijd voltrekt zich bij hem een geestelijke verandering. Hij moet een bijzondere jongen zijn geweest. Het feit dat hij veelvuldig aan huis komt bij vrijwel alle Zwolse predikanten, laat zien dat hij goede contactuele eigenschappen heeft. Fijnebuik toont interesse voor het werk van de zending. Op dit terrein wil hij graag aan de slag. Het Nederlandsch Zendeling Genootschap (NZG) te Rotterdam biedt daartoe een mogelijkheid. Diverse Zwolse predikanten behoren tot de bestuursleden van het genootschap. Zij dragen Barend Fijnebuik voor om te worden opgeleid.
Hij schrikt terug
In navolging van het London Missionary Society (LMS) in Engeland, werd in 1797 in Nederland het NZG opgericht. Het gezicht dat Paulus kreeg van de Macedonische man die riep: ‘Kom over naar Macedonië en help ons!’ (Hand.16:9), was hét thema waardoor men zich liet leiden.
Het NZG was interconfessioneel van karakter en wordt gezien als het begin van de moderne zending in Nederland. Om toegelaten te worden, diende een kandidaat blijk te geven van persoonlijk geloof en roepingsbesef. Daar werd groot gewicht aan toegekend, meer dan aan het opleidingsniveau.
Na een grondig onderzoek wordt Fijnebuik toegelaten. Aan het einde van het eerste studiejaar mag hij op vakantie naar huis. In een dagboekje van 1824 beschrijft hij hoe hij die tijd in Zwolle doorbrengt. Zijn keuze het Evangelie te gaan verkondigen aan heidenvolken aan de andere kant van de wereld oogst veel respect. De verwachtingen zijn enorm hoog. Maar een halfjaar voor zijn uitzending trekt Fijnebuik zich plotseling terug met als reden dat hij terugschrikt voor de moeilijkheden en gevaren. Onbegrijpelijk is dit niet. Drie van zijn studiegenoten die wel vertrokken (naar Timor), zijn binnen enkele jaren omgekomen.
Afgescheiden
Fijnebuik gaat daarna theologie studeren in Leiden en treedt in 1830 in het huwelijk met de schatrijke Hendrika Wouterina Petronella Schellink (1788-1839). Hij kan zich vanaf dat moment per koets naar de colleges laten rijden. Na het voltooien van zijn studie neemt hij een beroep aan van de hervormde gemeente Zoutelande. Het was zijn wens bevestigd te worden door ds. D. Molenaar uit Den Haag, die met zijn brochure Adres aan alle mijne hervormde geloofsgenoten grote onrust in de kerk had veroorzaakt. In het Adres had hij in scherpe bewoordingen aangegeven dat de nieuw ingevoerde proponentsformule de deur openzette voor allerlei wind van leer. Fijnebuik voelde zich blijkbaar met Molenaar verbonden. Toch is laatstgenoemde niet als bevestiger opgetreden. Als Barend Fijnebuik ruim een jaar predikant is, bevestigt hij als consulent H.J. Budding in Biggekerke. Na drie jaar vertrekt hij naar Zwartsluis, waar hij de gemeente in een orthodoxer spoor leidt. Twee jaar later neemt hij een beroep aan naar Vlissingen. Daar overlijdt zijn echtgenote. Vervolgens vertrekt hij naar Hoogeveen. De toeloop aan hoorders is daar enorm. De kerkvoogden die eerst tegen zijn komst waren, doen later alles om hem te behouden.
Ds. Fijnebuik treedt opnieuw in het huwelijk, namelijk met Johanna Casperina van Velsen (1814-1844), dochter van zijn voorganger ds. Jan van Velsen. Ds. Fijnebuik staat inmiddels bekend als sympathiserend met de afgescheidenen. In 1842 neemt hij, na dagen van twijfel, een beroep aan naar de afgescheiden gemeente in Schiedam. Hij is de eerste predikant die zonder geschorst te zijn de overstap maakt. Hij houdt te Hoogeveen ook een afscheidspreek.
In Schiedam is hij de opvolger van ds. Anthony Brummelkamp (1811-1888), die behoorde tot de ‘vaderen van de Afscheiding’. Als predikant van de hervormde gemeente te Hattem was deze afgezet en had daarna een afgescheiden gemeente gesticht. Om onduidelijke redenen was hij na een aantal jaren verhuisd naar Schiedam zonder daar bevestigd te zijn. In Schiedam vond men zijn prediking echter te ruim. Ook zijn standpunt over het ambtsgewaad, waar hij tegen was, deelden velen niet. Brummelkamp zelf was blij dat hij kon vertrekken, toen Fijnebuik het beroep naar Schiedam had aangenomen.
Afgezet
Het verblijf van ds. Fijnebuik in Schiedam is vanaf het begin ongelukkig. Hij vindt dat men alles te mooi heeft voorgesteld en vindt het aantal kerkgangers gering. Hij ergert zich eraan dat men oordeelt over rechtzinnige predikanten die in de Nederlandse Hervormde Kerk gebleven zijn. Uit alles blijkt dat hij zich bij de afgescheidenen niet op zijn plaats voelt.
Na vijf maanden neemt hij plotseling schriftelijk ontslag en vertrekt. Na een verblijf te Weesp, waar zijn tweede echtgenote overlijdt, vestigt hij zich in Zwolle. Daar wordt hij, na in Schiedam openlijk schuld te hebben beleden, bevestigd tot tweede predikant van de afgescheidenen in Zwolle. Met zijn collega ds. H.A. de Vos, die een vertegenwoordiger is van de Gelderse richting, raakt hij in conflict over het ambtsgewaad en het algemeen aanbod van het heil.
Ds. Fijnebuik neemt ook hier plotseling ontslag. Hij zoekt daarna aansluiting bij de gemeenten die onder invloed staan van ds. Simon van Velzen (1809-1896). Deze predikant, die behoorde tot de grondleggers van de afgescheiden kerken, bleef vasthouden aan de Dordtse kerkorde. Hij vormde met zijn navolgers binnen de afgescheidenen lange tijd een aparte groep. Fijnebuik vindt bij hem onthaal, maar desondanks wordt hij in 1845 geschorst en vervolgens afgezet.
Urk
Enige jaren later is het de hervormde gemeente op Urk die contact met ds. Fijnebuik zoekt. De afgescheiden gemeente op het eiland groeit gestaag, hetgeen ten koste gaat van de hervormde gemeente. Er zijn echter ook gesprekken om weer samen te gaan. Over de vraag of de afgescheiden gemeente zou opgaan in de hervormde, of dat juist het tegenovergestelde zou plaatsvinden, bestaat onduidelijkheid.
Het onrijpe plan loopt meteen vast. De hervormde kerkenraad gooit het daarna over een andere boeg. Men herinnert zich dat in het verleden ds. Fijnebuik vanuit Zwartsluis soms op Urk preekte en hij iedereen wist aan te spreken, ook hoorders uit de afgescheiden kring. Als hij naar Urk zou komen, zou de uitstroom van hervormde leden mogelijk een halt toegeroepen worden.
Ds. Fijnebuik zelf laat weten dat hij voor een beroep openstaat, maar dan moet eerst een grote hobbel genomen worden. Hij richt in 1848 aan de Algemene Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk een verzoek om opnieuw beroepbaar in de Hervormde Kerk te worden gesteld. De kerkenraad van Urk zendt eveneens een schrijven aan de synode waarin zij ds. Fijnebuiks verzoek van harte ondersteunen. De saamhorigheid op het eiland zou ermee gediend zijn.
Verzoek geseponeerd
Het is opvallend is dat ds. Fijnebuik in zijn brief de gedachte verwoordt dat de afgescheiden gemeenten als ‘afdelingen’ van de Hervormde Kerk kunnen worden beschouwd. Het is in wezen toch één kerk, bedoelt hij. Dat hij de enige is die het zo beziet, realiseert hij zich kennelijk niet. Het zou ruim 150 jaar duren voordat beide kerken weer een eenheid vormen.
De hervormde synode seponeert ds. Fijnebuiks verzoek. De weg terug – wat betreft het ambt – is afgesloten. Wel is de hervormde kerkenraad van Zwolle in 1850 bereid hem weer als lidmaat toe te laten. Barend Fijnebuik overlijdt in 1881 te Zwolle.
Wanneer we zijn kerkelijke weg bezien, stellen we vast dat hij op cruciale momenten wankelmoedig was. Dat heeft ertoe geleid dat hij aan de kant kwam te staan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's