AI is slim, maar mist hersens
Enorme potentie, maar wel met een prijskaartje
‘Opeens’ veroverde kunstmatige intelligentie de wereld. De nieuwe technologie moet de mens in slimheid evenaren, maar mist cruciale eigenschappen.
Op het kantoor van DeepMind broeden onderzoekers John Jumper en Demis Hassabis op een manier om eiwitten te ontleden. De computerwetenschappers weten hoe belangrijk deze ‘bouwstenen van het leven’ zijn, maar tot nu toe is het een raadsel hoe ze in elkaar zitten. Andere onderzoekers hebben al eens ontdekt dat eiwitten bestaan uit allerlei combinaties van aminozuren en dat de precieze volgorde en plek van die aminozuren bepaalt wat een eiwit doet. Met die kennis zoeken wetenschappers nu de sleutel om de ‘eiwitcode’ te kraken, maar de bouwstenen van het leven geven hun geheimen niet prijs.
Tot 2020. Dan presenteren Jumper en Hassabis AlphaFold2. Dit computermodel weet met behulp van kunstmatige intelligentie de structuur te voorspellen van bijna 200 miljoen eiwitten. Het onderzoek is baanbrekend, want nu de eiwitstructuren bekend zijn, kunnen er heel praktische oplossingen worden bedacht. Medicijnfabrikanten kunnen de nieuwe inzichten bijvoorbeeld gebruiken om antibiotica te ontwikkelen waar mensen niet resistent voor zijn. Het Nobelcomité ziet hoe belangrijk het onderzoek van Jumper en Hassabis is. Samen met een Amerikaanse biochemicus krijgen ze begin oktober 2024 de Nobelprijs voor Scheikunde. Een dag eerder viel kunstmatige intelligentie ook al in de prijzen: de Nobelprijs voor Natuurkunde ging naar twee wetenschappers die onderzoek deden naar neurale netwerken en lerende machines. Die technologie – waarbij het menselijk brein wordt nagebootst om zo efficiënt mogelijk nieuwe kennis te ontwikkelen en toe te passen – is één van de fundamenten van kunstmatige intelligentie. Bedrijven en wetenschappers gebruiken volop neurale netwerken om systemen te bouwen die zelf leren en daardoor steeds beter worden.
Slimme chatbot
De Nobelprijzen laten zien dat kunstmatige intelligentie (in de volksmond afgekort tot ‘AI’, van artificial intelligence) niet nieuw is. Al decennialang zoeken wetenschappers naar methoden om menselijke vaardigheden na te bootsen met computers. Het idee: als computers kunnen leren, redeneren en beslissen zoals mensen, kunnen ze de mensheid werk uit handen nemen én de wereld verbeteren.
Bedrijven zijn ook geïnteresseerd, want de ontwikkeling en toepassing van AI kan veel geld opleveren. Er is vraag genoeg naar oplossingen voor riskante uitdagingen voor mensen, naar medicijnen voor onbehandelbare ziekten en naar technologische antwoorden voor maatschappelijke vraagstukken. Een mens is immers feilbaar, maar een computersysteem – mits van de juiste informatie voorzien – kan grote verbanden en diepliggende patronen doorzien. Bovendien wordt een apparaat niet gehinderd door enige emotie als het een beslissing moet nemen.
Toch blijft AI jarenlang een ver-van-mijn-bed-show voor consumenten. Soms krijgen ze er wel mee te maken, bijvoorbeeld als ze worden gescreend door een overheidssysteem of worden gecheckt op een vliegveld. Maar daar merken de meeste burgers niet veel van. Dat verandert eind 2022: op 30 november 2022 stelt technologiebedrijf OpenAI onaangekondigd zijn ‘slimme chatbot’ publiekelijk beschikbaar. Iedereen die wil, kan aan de slag met ChatGPT.
De chatbot blijkt revolutionair: elke digibeet kan in gewonemensentaal vragen aan het systeem stellen, waarna het keurig antwoord geeft. Of je nu een planning wilt maken voor een stedentrip naar Londen of wilt weten hoe de stelling van Pythagoras zich verhoudt tot het koperen wasvat in de tempel van Salomo: ChatGPT weet alles.
De wereld staat perplex. Veel mensen kennen kunstmatige intelligentie namelijk alleen uit films – enge films vaak ook nog, waarin hoofdrolspelers worden gegijzeld door ‘het systeem’ of waarin het einde van de wereld angstaanjagend dichtbij is. Nooit konden ze bedenken dat de technologie zo concreet was.
Schrijnende gevallen
Na de introductie van ChatGPT kunnen andere bedrijven – die vaak in het diepste geheim aan AI-oplossingen werken – niet achterblijven. En dus verschijnen er al snel meerdere chatbots, die elkaar proberen af te troeven in slimheid en handigheid.
Het duurt niet lang of de schaduwkant van AI wordt zichtbaar. ChatGPT en consorten braken soms klinkklare onzin uit – ‘hallucineren’ genoemd. En kwaadwillende internetgebruikers laten de ‘slimme’ chatbots nepnieuws verspreiden.
Een groep toonaangevende wetenschappers klimt in de pen: laten bedrijven en overheden afspraken over AI maken, want anders is de geest uit de fles. Termen als ‘AI-wapenwedloop’ en ‘einde van de mensheid’ vallen. Maar de publiekelijke opmars van kunstmatige intelligentie valt niet meer te stuiten. Bedrijven passen de technologie van OpenAI toe in hun eigen systemen of gaan naarstig op zoek naar toepassingen om hun werk efficiënter, sneller of beter te doen. Gewone consumenten leven zich intussen uit met ‘plaatjesmakers’: AI-systemen die afbeeldingen maken op basis van een simpele opdracht. De resultaten zijn afwisselend hilarisch, bedroevend slecht of verrassend.
In eerste instantie werken de systemen nog niet vlekkeloos. Ze genereren bijvoorbeeld een ‘foto’ van een persoon met drie armen of twee neuzen. Maar de technologie wordt in hoog tempo beter. Anderhalf jaar na de introductie van ChatGPT verschijnen op internet filmpjes van een dansende Donald Trump en foto’s van paus Franciscus als popster – inclusief lange witte gewatteerde winterjas en oversized ketting met kruisbeeld. De beelden zijn weliswaar niet echt, maar ook niet meer van echt te onderscheiden.
AI biedt nog meer mogelijkheden. Ontwikkelaars zetten de technologie in om virtuele ‘maatjes’ te creëren die eenzame mensen een luisterend oor bieden. Schrijnend genoeg zijn virtuele chatbots voor sommigen hun enige aanspreekpunt. AI-chatbot Replika is er een voorbeeld van: gebruikers kunnen hun eigen gesprekspartner maken en daarmee intieme gesprekken voeren. Dat voelt veilig, maar als de chatbot na een software-update opeens heel ander gedrag vertoont, raken juist de kwetsbare gebruikers in de war. “Weer dat gevoel om iemand te moeten verliezen”, zei een Replika-gebruiker daarover tegen The Washington Post.
Door de slimme antwoorden vergeten gebruikers soms ook dat de chatbots helemaal niet echt zijn. Hoe gevaarlijk dat is, wordt duidelijk als een jongeman in België zelfmoord pleegt. Na onderzoek blijkt dat zijn virtuele vriend erop aandrong. De nabestaanden worstelen nu met de vraag of en hoe ze de zelfmoord hadden kunnen voorkomen.
Prijskaartje
Intussen toont AI ook zijn enorme potentie om de wereld te verbeteren. Medische onderzoekers kunnen sneller dan ooit analyseren welke ingrediënten ze wel en niet kunnen combineren in nieuwe medicijnen. Ingenieurs laten AI nieuwe, onverwoestbare bouwmaterialen bedenken. En ruimtevaartorganisatie NASA bekijkt hoe je met AI planeten efficiënter kunt verkennen. Eén vraag aan een AI-systeem levert zomaar tientallen tot honderden suggesties op om de wereld gezonder, veiliger of beter te maken.
Daar hangt wel een ecologisch prijskaartje aan. Om een AI-systeem te trainen, is veel energie nodig. In januari van dit jaar becijferde het Internationaal Energy Agentschap (IAE) dat het trainen van OpenAI’s GPTsysteem bijna net zoveel energie kost als 130 huishoudens in de Verenigde Staten per jaar gebruiken. Het levert een nieuwe uitdaging op: hoe bouw je een zo energiezuinig mogelijk AI-systeem?
Het Zwitserse FinalSpark werkt aan een oplossing: een computer die bestaat uit menselijke hersencellen en die door huurders kan worden gebruikt om hun kunstmatige intelligentie te trainen. Waar een supercomputer miljoenen watt energie gebruikt om rekentaken uit te voeren, heeft ons brein namelijk slechts 20 watt nodig. De wetenschap dat hersenen veel informatie kunnen verwerken zonder uitgeput te raken, inspireert onderzoekers en bedrijven om oplossingen te bedenken die energiezuiniger zijn en informatie efficiënter verwerken.
Wat maar laat zien dat echte intelligentie veel ingenieuzer in elkaar zit dan kunstmatige intelligentie – hoe indrukwekkend en zorgwekkend de resultaten ook mogen zijn.
Vierdelige serie over Kunstmatige Intelligentie (AI)
1. Kunstmatige intelligentie is slim, maar mist hersens
2. Kunstmatige intelligentie met hersens is op z’n minst dubieus
3. Kunstmatige intelligentie en theologie
4. Kunstmatige intelligentie en ethiek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's