De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uitgedaagd door vrijzinnigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitgedaagd door vrijzinnigheid

Dr. M. J. Paul: Gereformeerde gezindte moet Schrift blijvend fundamentele plaats geven

7 minuten leestijd

Prof. dr. M.J. Paul (70) kijkt terug op bijna een halve eeuw van intensief theologisch werk. Schriftgetrouwheid, historische bewustzijn en een open oog voor actuele vragen kenmerken hem. Volgende week gaat de oudtestamenticus met emeritaat.

De eerste stappen op het theologische pad zette Mart-Jan Paul in 1972, toen hij zich bij de faculteit godgeleerdheid in Leiden aanmeldde, met het verlangen predikant te worden. Zijn vader, H. Paul (1928–2019), bereidde zich op dat moment op dit ambt voor; een jaar later zou hij bevestigd worden als predikant in de Gereformeerde Gemeenten. De academische omgeving confronteerde Mart-Jan met vrijzinnige theologie en kritische Schriftbenaderingen. Deze ervaringen brachten hem er niet toe zich daarvoor af te sluiten, maar daagden hem juist uit zich in de gereformeerde visie op de Bijbel te verdiepen. In 1988 promoveerde hij op een proefschrift over Deuteronomium en de reformatie van koning Josia.

Wat beschouwt u als de kern van uw roeping als gereformeerd theoloog?

‘In het onderwijs dat ik vanaf 1977 gaf, maar ook in de gemeenten die ik vanaf 1989 diende, probeerde ik het Woord van God centraal te stellen. Dat betekent: steeds weer luisteren en soms ook eigen opvattingen bijstellen. Aan de ene kant is er de vrijzinnigheid, aan de andere kant zijn er al te vanzelfsprekende opvattingen in onze kring en ook onderlinge meningsverschillen. De kern van mijn werk en van mijn publicaties was steeds: hoe spreekt God tot ons in deze tijd? Ook bij nieuwe vragen in het pastoraat, zoals over ziekenzalving en over occulte belasting, heb ik geprobeerd de Schrift te laten spreken. Daarbij was ook de geschiedenis van de uitleg gedurende ongeveer 2000 jaar van belang. De Geest heeft eeuwenlang gewerkt in de kerk, ook in de periode voor Reformatie.’

Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen voor een Schriftgetrouwe theologie in onze tijd?

‘Hoe kunnen we de Bijbel bestuderen en uitleggen om gemeenteleden grondig toe te rusten? Het is mogelijk om theologie te beoefenen die alleen in universitaire kringen gelezen wordt. Het is ook van belang de gemeenteleden te helpen met hedendaagse vragen, onder andere in de relatie tussen geloof en wetenschap en in het praktische leven. De hulp bij de vele ethische vragen hoeft geen moralisme te zijn. Ik wil in zijn algemeenheid naar 1 Korinthe 3 zeggen dat we als voorgangers niet mogen volstaan met melk, maar ook vast voedsel moeten aanbieden.’

Welke uitdaging is er als het gaat om het Schriftgezag in de gereformeerde gezindte?

‘Het is vooral de uitdaging om de Schrift een eigen fundamentele plaats te blijven geven. Diverse hermeneutische benaderingen beschouwen de Bijbel slechts als inspiratiebron, waarbij wijzelf centraal staan: ‘Met welke passages kunnen wij iets in onze tijd?’ Het is fundamenteel dat wij ons laten gezeggen door de Bijbel, ook door weerbarstige gedeelten, zoals over de toorn van God. Tegelijk is het een uitdaging om in het licht van de geschiedenis en de internationale christenheid te beseffen dat wij beperkt zijn in ons verstaan. Een tekst als Efeze 3:18 over het begrijpen ‘met alle heiligen’ is van belang. Wij kunnen veel leren van anderen, zoals van de vervolgde kerk, ook als deze hier en daar andere dogmatische opvattingen heeft. Het betekent ook dat wij elkaar een bepaalde ruimte moeten gunnen om van mening te verschillen in zaken die niet de kern van het geloof raken. Het lijkt mij belangrijk om de vragen van gemeenteleden serieus te nemen, samen te zoeken naar antwoorden, en niet formeel een interpretatie op te leggen.’

Waarom is het Oude Testament van blijvend belang voor de gereformeerde theologie en prediking?

‘Het Oude Testament is driekwart van onze Bijbel. Het was de Schrift van Jezus en de apostelen. Zonder het Oude Testament is het Nieuwe niet goed te begrijpen. Er is een heilsgeschiedenis waarin God vele eeuwen heeft gesproken tot Israël en iemand als Paulus bouwt daarop voort, zonder dat hij dit altijd direct zegt. Met name bij de toekomstverwachting is het van belang om de achtergronden in rekening te brengen. Soms is het moeilijk om de brug van het Oude Testament naar onze tijd te slaan, maar het is de moeite waard.’

Welke rol ziet u weggelegd voor gereformeerde vroomheid in een samenleving die steeds postchristelijker wordt?

‘De eenheid tussen leer en leven is van groot belang. Dat geldt voor de geloofwaardigheid naar de volgende generatie en ook voor ons getuigenis in de samenleving. Voor ons allen geldt: breng in praktijk wat je belijdt en preekt. In veel gevallen zijn onze daden van hulpvaardigheid en vriendelijkheid de beste manier om anderen in de samenleving te bereiken.

Meermalen kan dat uitmonden in een gesprek over onze motivatie en geloofsovertuiging. Zeker in een onzekere en verwarde tijd is het belangrijk om hoop door het geloof uit te stralen. In ziekte, nood en situaties van onrecht geldt: wij verwachten een rechtvaardig oordeel, een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont en het eeuwige leven.’

U doceerde aan het hbo en het academisch onderwijs, respectievelijk aan de Christelijke Hogeschool Ede en de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven. Waar lag uw hart?

‘Ik heb zowel in het onderwijs als in de gemeente gewerkt. In het onderwijs miste ik soms de pastorale dimensie, in de gemeente soms de bezinning. Het hbo was mooi om mensen zonder kennis van de grondtalen zo veel mogelijk te helpen bij de uitleg van de Bijbel, ook met behulp van elektronische hulpmiddelen. Ik vermoed dat we in de toekomst steeds minder academisch opgeleide predikanten in een fulltime bediening hebben. Het bestuurswerk bij de stichting NET Foundation leerde mij hoe uitzonderlijk de situatie van volledig betaalde en vrijgestelde voorgangers in de wereldwijde kerk is. Het werk aan de ETF in Leuven was inspirerend, zeker ook door de contacten met collega’s en studenten uit andere landen. Studenten uit Afrika, Rusland en Oekraïne stelden vragen die ik in Nederland nooit kreeg. Ik heb nooit willen kiezen en probeerde op allerlei niveaus mensen toe te rusten. Daarom ben ik naast het onderwijs ook steeds blijven preken.’

Hoe kijkt u terug op uw werkzame periode?

‘Ik kijk dankbaar terug. Al zijn er in sommige perioden geestelijke aanvechtingen geweest door de ontmoeting met andersdenkenden, toch heeft God mij vastgehouden en heb ik, om met Paulus te spreken, het geloof behouden. Toen ik in de studie volop te maken kreeg met de Duitstalige Schriftkritiek, ben ik meermalen naar Engeland geweest. Daar heb ik literatuur verzameld die mij zeer geholpen heeft.

Inmiddels heeft de computer zijn intrede gedaan en kun je via internet internationale bibliotheken raadplegen. De mogelijkheden om kennis te nemen van behulpzame publicaties zijn enorm. Tegelijk is er het risico in de vele opvattingen te verdrinken. De samenleving is sterk veranderd. We zijn als christenen een minderheid geworden. Dat vraagt een andere manier van gemeente-zijn en van communicatie met de mensen om ons heen dan vroeger het geval was.’

Welke boodschap wilt u meegeven aan jonge theologen en predikanten?

‘Probeer tijd te nemen om echt te luisteren naar het Woord van God. Dat is meer dan alleen de preekvoorbereiding. De Bijbel is een onuitputtelijke bron van inspiratie. We moeten zelf gevoed worden om blijvend een boodschap door te kunnen geven. Daarbij gaat het om een boodschap voor hoofd, hart en handen. De persoonlijke omgang met God en het gebed om de leiding van de Heilige Geest zijn van groot belang om te voorkomen dat we alleen intellectueel gevoed worden. De kerkdiensten met een boodschap vanaf de kansel blijven van belang, maar misschien is daarnaast meer de interactie nodig, zoals ook Paulus in een schoolgebouw in praktijk bracht. Het Griekse woord dialegomai in Handelingen 19:9 wijst op een dialoog en debat, niet slechts op spreken, zoals de HSV vertaalt.’

Mogen we ook na uw emeritaat nog publicaties van uw hand verwachten?

‘Al jaren besteed ik een dag per week aan het bijwerken van de twaalfdelige Studiebijbel Oude Testament in de digitale editie. Nieuwe literatuur, archeologische vondsten en opmerkingen van lezers worden verwerkt. Het stemt dankbaar dat die uitleg ook in het Spaans vertaald wordt, een taalgebied met weinig exegetische literatuur. Met dit werk hoop ik door te gaan. De laatste jaren verdiep ik mij sterk in de Joodse uitleg, in het bijzonder in de uitleg van de Messiasbelijdende Joden. Dat resulteerde onlangs in een uitleg van het evangelie naar Mattheüs, met de nadruk op de Joodse en archeologische achtergronden. Die studie gebeurt de laatste tijd ook in het kader van het CHE-lectoraat over de Joodse wortels van het Nieuwe Testament. In dat verband bereiden we ook publicaties voor.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Uitgedaagd door vrijzinnigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's