Meditatie
'Geliefden, indien God ons alzo heeft liefgehad, zozijn ook wij schuldig elkander lief te hebben.'(1 Joh. 4 : 11)
Het gaat ons om het woordje 'alzo' in de tekst. Want voortdurend knoopt de apostel Johannes die twee dingen aan elkaar: Gods liefde tot ons, en onze liefde tot elkaar. Luistert u maar (en wij nemen dan de voorgaande tekst erbij): Als God ons zo heeft liefgehad, zó, dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft, tot een verzoening van onze zonden, dan zijn ook wij schuldig elkander lief te hebben. Dat ligt voor de hand. Dat spreekt dan vanzelf. Als God Zijn Zoon voor ons overgegeven heeft aan de bitter en smadelijke dood aan het kruis, en wij zeggen dat te 'geloven', en wij zeggen daar 'blij' mee te zijn? Dan klopt dat niet en dan moet er iets scheef zitten, als ook wij niet elkaar van harte vergeven en liefhebben.
Twee mogelijkheden zijn er dan. De eerste is, dat het Evangelie nog nooit echt tot ons is doorgedrongen. U hebt zelf misschien nog nooit echt last gehad van uw zonden. U bent misschien nog nooit gebukt gegaan onder de verstoorde verhouding met God. En dus bent u niet echt blij met het offer van Christus, en met Zijn vergeving en verzoening. U weet misschien niet goed, voor uzelf, wat vergeving en verzoening is. En dan word je hard. Dan ga je op je punten staan, op je recht, op je gelijk. …Als dat zo is, stelt u u dan onder de goede Wet van onze God. Vraag om ontdekking, zo, dat u mag zien waar ú fout bent, en wat úw zonden zijn. Want als wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij onszelf, en de waarheid is in ons niet. En met onvergeven schuld moeten wij verloren gaan.
Een andere mogelijkheid is, dat u wel uw eigen schuld voor God kent, en dat u wel op genadige vergeving hoopt, maar dat u er eigenlijk nooit zo goed bij nagedacht hebt, dat de liefde, (die God tot ons heeft), dat die liefde ook dóórgegeven dient te worden aan een ander. Voor ons is er dan de vermaning zoals Johannes ons die geeft: Geliefden, als God ons zó heeft liefgehad, dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden, als dat zo is, dan zijn wij ook schuldig elkaar lief te hebben.
U kent de gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht, uit Mattheüs 18. Zelfs onze kinderen verbazen zich over dat verhaal. De man was tienduizend talenten schuldig. De koning scheldt hem die kwijt. Hij komt, bij het weggaan, een andere man tegen. Hij zegt: betaal mij, wat je mij schuldig bent! Maar hij kon niet. En toen liet de man, aan wie zoveel vergeven was, die tweede man in de gevangenis werpen. De koning hoort het. En de koning neemt het hoog op! Hij laat die onbarmhartige knecht overgeven in de handen van de folteraars. En dan zegt de Heere Jezus: Alzo zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet van harte vergeeft, een iegelijk zijn broeder zijn misdaden. En overgeven aan de folteraars? Er is een hel. Er is een verlorenheid. Er is een buitenste duisternis.
Het gaat ons om het woordje 'alzo'. En dan gaan wij na: heeft God Zijn Zoon gezonden, naar mensen, die naar Hem vroegen? Néé! Naar mensen, die zich al bekeerd hadden? Néé! Hebt u God gezocht, en kwam Hij tóén pas in uw leven? Néé! Het is juist andersom. Wij hebben lief, zegt Johannes in vers 19, omdat Hij ons éérst heeft liefgehad.
Je zult een lastige buurman hebben. Woedend ben je bij hem vandaan gelopen. Wie gaat er nu het eerst terug? Wij willen vaak dat die ander éérst door de knieën gaat. Hij moet eerst maar eens bij mij komen. Hij moet eerst maar eens ongelijk bekennen. En dan? Ja, dan wil ik wel weer vergeven… Maar de Heere God? Hoe deed Hij dat? Hij deed de eerste stap. En nog doet Hij steeds de eerste stap.
Maar u zegt: waar blijft dan het 'recht'. Alles maar goed vinden? Onrecht goed praten? Uit naam van de liefde alles maar bedekken? En nergens meer over praten? …Nee, dat kan niet. Hoe doet de Heere God dat? Denkt u daar eens over na. De Heere God laat telkens Zijn Wet afkondigen. De Heere God gaat geen streep van Zijn recht af. Hij toornt zelfs over het verkeerde. En dat mogen wij ook doen. Heilig tóórnen over het onrecht, over het gemene, over het geniepige, over het misbruik van macht, van geld, van positie en relaties.
Recht is recht! Onrecht is onrecht! Maar wij maken wèl onderscheid tussen de 'zonde' en de 'zondaar'. De liefde van de zondaar vraagt: hoe is het gekomen? Waarom doet de man zo vreemd? lemand kan problemen hebben die wij niet weten. Lichamelijke problemen misschien wel. Iemand kan verleid zijn. Iemand kan verblind zijn. En de Heere Jezus? Hij was bewogen over de schare. En dat waren zondaren. En Hij liet zich in, met hoeren en tollenaren. Hij keurde hun zonde niet goed. Maar henzelf had Hij lief, zolang het genade-tijd was. En Hij zocht het gesprek. Hij was op herstel uit. En dat merken wij in ons leven. Hij is op herstel uit, vele malen en vele keren. En zo mogen wij dat ook doen. Kwaad is kwaad! Maar liefde wil redden. Liefde heeft meedogen. Liefde zoekt wegen voor vergeving en verzoening. Liefde wil uit de goot halen.
Moeilijk? Ja! Er kunnen muren om je hart staan. Je kunt persoonlijk geraakt zijn, beledigd, beschadigd misschien wel, door de jaren heen. De liefde kan dood gemaakt zijn. En dan heb je geen liefde meer! Maar als God ons nu liefheeft? Ons! Dan kun je liefhebben: om Christus wil, die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's