Impressie studiemiddag
Traditiegetrouw vond in de week voor Kerst op dinsdag 17 december de jaarlijkse ontmoeting plaats van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond met hervormde theologiestudenten. De studiemiddag over ‘De Kerk’ vond plaats in congrescentrum De Schakel in Nijkerk. Ds. G.D. Kamphuis uit Barneveld belichtte het thema vanuit bijbels-theologisch perspectief, ds. E.K. Foppen uit Den Haag hield een praktisch-theologische lezing. Na de lezingen was er een forumbespreking en vond de uitreiking plaats van de Simon van der Linde-prijs voor de beste kerkhistorische masterscriptie van de afgelopen drie jaar. Een impressie. (Zie ook pag. 23)
Aan de randen kan het schuren
Het is altijd prettig om tegen het einde van het jaar naar Nijkerk te kunnen rijden. De studiemiddag staat garant voor inspirerende lezingen, scherpe vragen en goede ontmoetingen. Maar tegelijk kan het ook spannend zijn. Zeker als het gaat over de kerk.
Ds. G.D. Kamphuis behandelde de vragen over de kerk vanuit bijbels-theologisch perspectief. Wat mij vooral van zijn lezing is bijgebleven, is dat al ons spreken over de kerk vanuit God moet beginnen. De kerk is geen menselijke zaak maar is allereerst Gods zaak. We moeten, zo zei ds. Kamphuis, niet beginnen bij de grenzen van de kerk, maar bij Christus: denken vanuit het hart van het evangelie. Tegelijk vind ik dat wel heel spannend. Want, zo klonk in de lezing, aan de randen kan het flink schuren. Maar ds. Kamphuis wees erop dat de Geest ook in de marge van de kerk werkt. Een reden te meer om deze marge nooit uit het oog te verliezen.
Ds. E.K. Foppen nam ons mee naar de modder waar een predikant volgens hem ‘met beide voeten in staat’. Zijn lezing gaf praktische handreikingen en liet tegelijk zien hoe ingewikkeld het in de kerkelijke praktijk soms kan zijn. Twee aansporingen zijn mij vooral bijgebleven. Allereerst spoorde hij aan om niet in sociologische termen over de kerk te spreken maar in Bijbelse taal, een aansporing die mijns inziens de vinger op de zere plek legt. Als tweede bleef zijn aansporing mij bij om ‘aan wortelverzorging te doen om verworteld te blijven;. Niet alleen een prachtig geformuleerde zin maar ook iets wat mij als student richting geeft hoe ik vruchtbaar kan blijven. Lennart Blom, student Master Theologie (PThU)
Denken vanuit het hart van de kerk
‘Wie God als vader heeft, die heeft de kerk als moeder.’ (Cyprianus van Carthago, geciteerd door ds. G.D. Kamphuis)
Als eerstejaars theologiestudent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) was het mijn eerste kennismaking met de traditionele studiemiddag. Met een open houding ging ik naar de studiemiddag toe, benieuwd naar de lezingen en uitziend naar de ontmoetingen met predikanten en theologiestudenten van andere faculteiten. Na wat korte ontmoetingen met een goede kop koffie, gaf, na de opening van ds. J.A.W. Verhoeven, ds. G.D. Kamphuis een bijbels-theologische lezing over de kerk in trinitarisch perspectief. Wat mij hierin vooral geraakt heeft is dat God degene is die Zijn kerk roept en altijd trouw blijft aan Zijn roeping. Eerst het door God uitverkoren volk Israël en later Zijn wereldwijde kerk. Eén lichaam met Christus als hoofd. Niet wij, maar God gaat voorop en maakt de kerk tot Zijn eigendom. Kortom, we worden geroepen om te roepen.
De meer praktische lezing van Ds. E.K. Foppen sloot hier prachtig op aan. ‘Alleen in de waarheid kan de eenheid gevonden worden en andersom’. Maar hoe geef je dit streven concreet gestalte in een breed-kerkelijke context? Wat ik hieruit meeneem en wat me ook in de toekomst zal helpen is dat we moeten denken vanuit het hart van de kerk, Christus, in plaats vanuit de grenzen. We laten de veelkleurige genade van God staan maar gaan in ootmoed de confrontatie aan daar waar Jezus niet (meer) als Heere wordt beleden. Als kerk gaan we biddend en wachtend de weg achter ons hoofd Christus aan.
En: ‘De HEERE is wakker over Zijn woord, er blijft hoop want Hij is onze hoop’. God gaat voorop en Hij blijft trouw. Julian Groenendijk, eerstejaars student Theologie (TUA)
Openingswoord ds. J.A.W. Verhoeven
Op deze studiedag bezinnen we ons op de kerk. Wat is de kerk? Hoe staan wij concreet in de Protestantse Kerk in Nederland? Enkele meditatieve overwegingen bij Efeze 4.
Verkiezing
Volgens Efeze 1 komt de kerk voort uit Gods verkiezing. Voor de grondlegging van de wereld had God Zijn kerk in gedachten. In Christus heeft Hij ons aangenomen tot Zijn kinderen. Niet dat wij dit ooit kunnen doorgronden. Belijden doen we het wel, ‘tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.’ (Ef.1:3-14) Dit perspectief helpt en troost: de kerk is geen menselijke onderneming. Zij komt niet voort uit mensen die met elkaar besloten hebben God te willen dienen. Maar de kerk blijft, zelfs tot in eeuwigheid, ondanks, ondanks stormen, zonden en verdrukkingen. De kerk is een wereldomspannend bouwwerk van God. Het is een duizelingwekkende gedachte dat ik daar onderdeel van mag uitmaken. Wat een voorrecht om daarvan een levend lidmaat te zijn, zoals de Heidelbergse Catechismus belijdt.
Christus regeert door Zijn gemeente
God verkiest Zich in Christus een gemeente tot het eeuwige leven. (1:4) Door Pasen heeft God Zijn Zoon alle macht gegeven in hemel en op aarde (1:15-23). Alle machten in hemel en aarde zullen de veelvuldige wijsheid van God zien door middel van de gemeente. (3:10) Het loutere feit dat de gemeente van Christus bestáát, maakt overheden zenuwachtig. Intuïtief weten ze dat hun tijd voorbij is. Vervolging van christenen vinden ten diepste plaats omdat overheden beseffen hoe gevaarlijk een zingende en biddende gemeente is. Wie als christen deze dingen belijdt, neemt met vreugde deel aan de samenkomst van de gemeente.
Christus als hoofd
De Bijbel gebruikt allerlei beelden voor de kerk: een volk, een kudde, een gebouw. In Efeze 4 wordt ze voorgesteld als een lichaam met Christus als hoofd. Hij verwierf de gemeente met Zijn bloed. Omdat er maar één Christus is, is er ook maar één kerk. De kerk is heilig omdat het Hoofd heilig is. De gemeente is niet van ons. Christus is de rechtmatige Eigenaar.
Eredienst
Wie de kerk zo belijdt, ziet ook de eredienst vanuit Christus. Die wordt aangestuurd vanuit de hemel. Het werk van Christus aan Zijn gemeente krijgt concreet gestalte door ambtsdragers: profeten, evangelisten, herders en leraars. (4:11) In de verkondiging spreekt de verheerlijkte Christus Zijn gemeente aan: genade zij u, en vrede en alles wat er dan volgt aan bemoediging, kennis en vermaning. Ambtsdragers dienen als slaaf van Christus. Ze zijn geen leiders, geen eigenaars.
Ook de beleving van de sacramenten verandert wanneer je op deze manier naar de kerk kijkt. Deelnemen aan sacramenten is niet allereerst uiting van geloof, al is het dat óók. Allereerst zijn het instrumenten waarmee Christus werkt. Hij voedt daarmee het geloof. Daarom spreekt de Heidelbergse Catechismus over de sacramenten in het tweede hoofdstuk: hoe God ons verlost. Niet in het derde hoofdstuk: hoe wij onze dankbaarheid uiten. In het diaconaat wordt de dienst van Christus aan de armen voortgezet.
Heilige Geest
Hoewel Christus centraal staat, verdwijnt de mens niet. De Bijbel is juist geadresseerd aan mensen. In de gemeente zijn ambtsdragers nodig, mensen, met hun gaven en beperkingen. Elke christen wordt geroepen om de Naam van Christus met ere te dragen. In de eredienst ontmoet Christus Zijn gemeente. Zoals de HEERE van boven het verzoendeksel sprak tot Israël (Ex.25:22), zo gaat nu de Bijbel open in de prediking. De prediking richt zich concreet op zonden, zorgen, ziekten, teleurstellingen, hoogmoed en eigengereidheid. De kerk is volmaakt in Christus, maar dit is een geloofsbelijdenis, geen zichtbare werkelijkheid. Ik gelóóf de kerk. De Heilige Geest is van moment tot moment nodig. Hij leidt in de waarheid, voorkomt dat de kerk verstikt in leugens, en werkt in de harten van gelovigen. Als Christus het Hoofd is, dan is de Geest de bloedsomloop van het lichaam. De kerk is niet statisch. Het bruist er. Alle dienstwerk richt zich op de groei van de gemeente naar het Hoofd toe. (4:15-16)
Liefde
Wie de liefde van de Vader ontvangt uit Christus’ handen, krijgt ook Zijn gemeente lief. Je kunt niet zeggen dat je in de Goede Herder gelooft, maar Zijn kudde afwijst. Jezus is wel mijn fundament maar ik wil niet ingemetseld worden in Zijn gebouw. De doop verenigt ons in één lichaam (1 Kor.12:13). In het avondmaal oefenen we de gemeenschap onder elkaar als broeders en zusters. Ja, maar er zitten heel lastige mensen tussen! Dat klopt. Ben je zelf niet de eerste onder hen? Om Christus’ wil zullen we elkaar liefhebben, vergeven, verdragen, aanspreken. Maar niet weglopen. Waar liefde woont, gebiedt de Heer de zegen. Daar woont Hij zelf, daar wordt Zijn heil verkregen. En het leven tot in eeuwigheid. Dit is een ingekorte versie van het openingswoord van ds. J.A.W. Verhoeven
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's