De Joden krijgen weer de schuld
Fragmenten uit Trouw van de afgelopen week geven aan dat er ongenoegen suddert. Ongenoegen over integratiedenken, over onderdrukking en ‘het systeem’. Maar is dat niet een beetje hypocriet?
Als kind van Turkse gastarbeiders beklom Sinan Çankaya de maatschappelijke ladder, werd schrijver en universitair docent, deel van de witte elite. Maar hij verloor zijn geloof in alles waar die voor staat. Çankaya staat bekend om zijn scherpe, kritische bijdragen aan de debatten rond racisme, identiteit en integratie. Zijn eerste boek, Mijn ontelbare identiteiten uit 2020, werd een bestseller. Hij verzette zich tegen hokjesdenken en liet zien hoe complex identiteit is. Al eerder werd Çankaya bekend door zijn onderzoek naar etnisch profileren bij de politie. Uiteindelijk keerde hij deels terug naar zijn oorspronkelijke boekidee. Maar Gaza speelt nog steeds een prominente rol in het uiteindelijke boek.
Het boek waarover het hier gaat – Galmende geschiedenissen – is uitgegeven bij De Bezige Bij. Over de inhoud van het boek ontstond een conflict tussen schrijver en uitgever, dat uiteindelijk opgelost werd. Trouw had een interview met hem (23-04-25).
De Bezige Bij heeft uw boek ondertussen wel uitgegeven, mét daarin uw kritiek op de uitgever en op de westerse houding tegenover Israël.
“Ja, ik ben blij dat we er toch uit zijn gekomen. Ik heb gelijk tegen ze gezegd: ‘Ik wil met jullie in gesprek blijven. Ik wil door, op een plek waar het ertoe doet, een verzetsuitgeverij.’ Ik ben iemand die dat ongemak wil aangaan. Dat is mijn werk, als cultureel antropoloog. Ik heb dat eerder bij de politie gedaan. Nu deed ik het bij De Bezige Bij.”
Hij vervolgt: “Het gedoe rond mijn manuscript was voor mij een metafoor voor wat er gebeurt als je vanuit een migrantengroep in de onderste klasse toetreedt tot de dominante instituties, de bovenste klassen – een ‘klassenmigrant’ bent. Namelijk: je moet hun aannames over de wereld overnemen. Je maakt je verstaanbaar, maar in de knellende kaders van witheid. Je past je aan, verandert, bindt in, nuanceert. Je betaalt een prijs voor je insluiting.
“En daar gaat het zelden over. Het gaat altijd over wat je wint door sociale stijging. Over zelfverwezenlijking. Niet over wat je verliest. Maar als ik over mijn schouders kijk, zie ik dat ik ook veel ben kwijtgeraakt. Mijn sociale klim was tegelijkertijd een val.”
Een val waaruit?
“Uit de wereld van jeugdvrienden en familie. Door sociaal te klimmen, raakte ik van hen vervreemd. Mijn ouders wilden dat ik ging studeren, maar de ironie is dat mijn studie de bron van onze verwijdering werd. Jeugdvrienden spreek ik niet meer.”
U klinkt in uw nieuwe boek cynischer dan in uw vorige. Gedesillusioneerd.
“Eigenlijk raakte ik door de Irakoorlog al mijn geloof in het Westen kwijt. Keer op keer gebeurden er daarna dingen die me daarin bevestigden, maar toch liet ik me voortdurend in slaap sukkelen. De genocide in Gaza opende definitief mijn ogen. De Nederlandse medeplichtigheid is voor mij ondraaglijk. Voor mij is er geen weg terug meer.” (...)
U schrijft: ‘Wat Palestijnen overkomt, staat niet los van hoe we in dit land omgaan met moslims, vluchtelingen en mensen van kleur’. Hoe hangt dat met elkaar samen?
“Er zit dezelfde raciale pikorde achter, die stamt uit het koloniale denken. Dat denken is niet verdwenen. De Palestijn is volledig ontmenselijkt, net zoals de Jood vroeger. Er is nog steeds een rangorde, witte Europeanen staan nog steeds bovenaan. Het enige wat gebeurd is, is dat Joden in de pikorde zijn gestegen en tot ‘witheid’ zijn verheven.”
Hoe bedoelt u dat?
“Door het schuldgevoel over de Holocaust mochten de Joden zogezegd stijgen in de raciale hiërarchie: ze worden nu als ‘een van ons’ gezien. Israël, in mijn ogen een koloniale vestigingsstaat, werd daarbij een voorpost van Europese belangen in het Midden-Oosten. Het land werd ‘wit’, door de inheemse Palestijnse bevolking etnisch te verdrijven.
“Europese politici spreken nu graag van de ‘joodschristelijke’ wortels van de Europese cultuur, alsof Europa de Joden niet honderden jaren lang vervolgde als de inferieure ‘ander’. Een vorm van historisch revisionisme, die de lange geschiedenis van antisemitisme in Europa verdoezelt.
“Vanaf de jaren zestig en zeventig begint de Holocaust een belangrijke rol te spelen in het Europese geheugen. Dan zie je dat het verhaal wordt: ‘Wij zijn ons racisme te boven gekomen, wij voelen ons schuldig over wat de Joden is aangedaan’.
“‘Wij’ hebben ‘onze les’ geleerd, maar de ‘nieuwkomers’ nog niet. Conservatieve en rechtse politici misbruiken die herinneringscultuur en de strijd tegen antisemitisme als een stok om moslims te slaan. Zodra iets riekt naar antisemitisme is de verontwaardiging groot, maar ondertussen is het vrij schieten op moslims in dit land. De koloniale logica, die minderheden tegen elkaar opzet, is niet verdwenen.” (...)
Maar is het niet ook logisch dat een samenleving kaders en normen hanteert, en aan nieuwkomers vraagt om zich aan te passen?
“Maar dat is niet wat er gebeurt. Ons huidige integratiedenken creëert een ideaalbeeld van de samenleving. Waarin homorechten gerespecteerd worden, mannen en vrouwen volmaakt gelijkwaardig zijn, racisme niet voorkomt en iedereen gelijke kansen heeft. Vervolgens wijst het de etnisch-culturele ander aan als degene die niet aan dat ideaalbeeld voldoet. Die krijgt allerlei defecten opgeplakt. Die zou opgroeien in een patriarchale cultuur, homofoob zijn en antisemiet.
“Kijk naar hoe het integratiedenken is ingezet na de jacht op Maccabifans in Amsterdam. Daar werd onmiddellijk door iedereen een integratievraagstuk van gemaakt, tot premier Dick Schoof aan toe. Dat laat zien dat die termen heel dicht aan de oppervlakte liggen. Er hoeft maar iets te gebeuren en dan worden ze weer van stal gehaald om de inferieure positie van onze minder favoriete minderheden in Nederland te onderstrepen. De grootste fout is nog te denken dat integratie mensen wil insluiten. Welnee, integratie sluit uit. Het houdt de ander permanent op een afstand.” (...)
In hetzelfde nummer van Trouw is meer ongenoegen te lezen. Jamal Ouariachi (Marokkaans-Nederlands), vaste columnist van Trouw, windt er geen doekjes om. (...) Ja, Martin Bosma heeft niks te zoeken bij de dodenherdenking op de Dam, maar premier Schoof evenmin. Koning Willem-Alexander ook niet. Zij zijn het systeem, een systeem dat genocide steunt. En burgemeester Halsema van Amsterdam? Die biedt excuses aan voor de kwalijke rol die haar stad speelde in de Jodenvervolging, maar laat ondertussen toe dat mensen die demonstreren tegen een genocide in onze tijd, aan stukken worden geslagen door de ME. Wéér fout in de oorlog. Het systeem is stuk, ik boycot een herdenking die door het systeem wordt georganiseerd. (...)
Dat het huidige integratiedenken een ideaalbeeld van de samenleving creëert, zoals Çankaya schrijft, klopt wel. De wetenschappelijke-culturele elite geeft in ons land de toon aan, zowel aan de universiteiten als in de media. Alles en iedereen moet aan dat beeld eer bewijzen en ervoor knielen. Wie aan de islam vasthoudt, zal nooit volledig kunnen integreren. Net zomin als serieuze christenen dat kunnen. Gevaarlijk is echter dat Ouariachi en Çankaya vervolgens de Joden als de zondebok bestempelen. Dan komen oude sentimenten en boze geesten weer naar boven. Joden zijn de schuldigen en ook de Nederlandse samenleving. Nederland is een koloniale samenleving die minderheden onderdrukt. Het is geen rechtsstaat, het is een systeem. Over mensenrechten in moslimlanden lees ik geen woord, evenmin over de positie van vrouwen. Moslimlanden staan op de lijst van christenvervolging van Open Doors op nummer 2 tot en met 10. Op z’n best moeten de christenen daar een schaduwbestaan leiden, terwijl bovengenoemde auteurs vrijuit kunnen klagen over hun ‘onderdrukking’ in Nederland. En ze kunnen vrijuit demonstreren, zoals op Eerste Paasdag in Rotterdam. Samengevat: beide heren zijn toch een beetje hypocriet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's