Eeuwig bewaren

In zijn korte waarschuwingsbrief wijst Judas ons erop dat we in een wereld leven waarin een tegenstander het God misgunt dat Hij mensen heeft. Zodoende beraamt hij van alles om gelovigen te bestoken en kerken te verzwakken.

Belagers

Wij signaleren ze toch ook wel: de insluipers in de gemeente die de enige God en onze Heere Jezus Christus verloochenen? Soms kom je hen tegen: mensen die lasteren, harde woorden spreken tegen God, morren, klagen over hun lot, mensen die wandelen naar hun eigen begeerten. Met hun hoogdravende woorden waar sommigen niet tegen opgewassen zijn, veroorzaken ze scheuringen in kerken en gemeenten. Die geweldig negatieve beïnvloeding was er al in de vroege dagen voor de zondvloed en daarna in Sodom en Gomorra. De belagers van de christelijke gemeente zijn van het oude soort van Kaïn en Bileam.

Bezorgd

We hoeven er niet verbaasd over te zijn wanneer we er vandaag mee te maken krijgen. De apostelen van onze Heere Jezus Christus hebben het al gezegd: ‘in de laatste tijd zullen er spotters zijn, die naar hun goddeloze begeerten wandelen.’ Maar je kunt toch wel bezorgd zijn, want je ziet mensen afhaken. Ze waren betrokken, deden belijdenis, waren lid van de bijbelkring, maar het zakt af. Ze weten het niet meer. Ze geloven het niet meer.

Dat doet ook wat met jezelf. Zeker als je voor jezelf bekennen en God bidden moet: ‘Wij zijn toch zwak, satans macht is groot, dus zijn we elk ogenblik in nood; hier komt nog vlees en wereld bij, ai, help ons dan en maak ons vrij.’ Je vraagt je af: zal ik niet struikelen?

Machtig

Als kind leerde ik Psalm 121:4 voor het afscheid van een juf van school. We zongen het haar toe en ik voel nog het indrukwekkende van dat moment.

De Heer’ zal u steeds gadeslaan,

opdat Hij in gevaar

uw ziel voor ramp bewaar.

De Heer’, ’t zij g’ in of uit moogt gaan

en waar g’ u heen zult spoeden,

zal eeuwig u behoeden.

We hoeven niet te wachten op een nieuw gevoel van rust. We mogen luisteren naar de belofte van God: ‘Hij zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid.’ (Ps.121:8) We mogen ons richten op de God van de belofte. Hij is ‘bij machte u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid in grote vreugde.’

Gelovigen zijn zwakke mensen, maar ze hebben een machtige God. Ze mogen Hem bezingen: ‘Hij kan, en wil en zal in nood – zelfs bij het naad’ren van de dood! – volkomen uitkomst geven.’ Het gevaar is er, maar de God Die ons het gevaar kan doen ontkomen en ons op het juiste moment zal bevrijden, is er ook.

Omgang met God

Kunnen gelovigen het dus rustig op hun beloop laten, hoe het met hen en de kerk gaat? Dat is beslist niet de bedoeling. Wat moeten we dan doen? Judas zegt tegen ons: ‘Bewaar uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heere Jezus Christus, tot het eeuwige leven.’ (vs.21) Laten we leven van de liefde van God. Wie daarin nog niet is binnengekomen, moet zich haasten om er zich door genade van Christus en de Heilige Geest te laten binnenbrengen.

Behouden Thuis

Wie er wel binnen is, doet er goed aan om er te blijven. Dat betekent: leef in de liefde van God, in de omgang met God, in de verwondering over Gods genade, in het doorgeven van die liefde aan anderen Het houdt ook in dat we ons steeds weer uitstrekken naar dat warme hart van de Heere Jezus, hunkeren naar Zijn wederkomst, als een bruid naar het huwelijk. Dan blijven we staande. We zullen niet struikelen, maar ervoor bewaard worden. We komen behouden Thuis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen