KRONIEK
En passant.
De wisseling van het jaar noopt ons te denken aan het betonnen paaltje of collega van andersoortige samenstelling terzijde van de weg, vaak grotendeels verscholen in het bermgras. Het kilometerpaaltje is een meetkundige „kleinheid", die niet de taak kreeg te attenderen op wijziging van bodemgesteldheid of grens van gemeente of provincie. Geheel willekeurig en toch uiterst nauwkeurig zijn deze markeerders geplaatst. We lezen in ieder geval af hoever we verwijderd zijn van het doel van onze reis af van het punt van uitgang. Het is belangrijk genoeg om te leren tellen, opdat ons hart wijs wordt. Trouwens toch zijn de paaltjes nuttig. Om de lange ontbijtkoek van de geschiedenis te consumeren moeten we plakjes snijden. Erg willekeurig en toch nauwkeurig.
Het mag de chroniqueur niet ontgaan dat inmiddels een andere kalender aan de wand werd opgehangen, 't Jaar 1965 is voltooid verleden tijd. Al wat voorviel staat in de annalen en eenmaal gaan alle boeken open. Niet al het oude is voorbij in 1966, alles, lang niet alles, eerder heel weinig werd nieuw. Al is er onder de zon geen nieuws, al keert al wat geweest is terug, onze doden zijn voorgoed uit ons midden.
Zij, die van ons gingen.
In ons officieel orgaan mogen we best een tikje chauvinistisch zijn. Anderen, bekender en gewichtiger figuren, kregen hun in memoriam. Wij willen denken aan overleden predikanten uit eigen kring. Niet uitsluitend dominees zijn gestorven. In onze predikanten willen we de talloze anderen, mede-ambtsdragers en gemeenteleden gedenken. Volgens het lijstje voor me ontsliepen de navolgende dienaren des Woords: Jhr. E. L. W.Hoeufft van Velsen te Meeuwen (61); A. F. P. Pop, em. van Schoonrewoerd (80) B. N. B. Bouthoorn, em. van Bennekom (75); dr. A. A. Koolhaas pred. voor b.w. te Driebergen (49); G. J. Koolhaas em. van Lopikerkapel (81); L. G. Bolkestein, em. van Hattem (95).
Iets hadden ze allen gemeen. In meerdere of mindere mate waren ze verbonden aan de Gereformeerde Bond. Ik wil geen levensschets produceren. Dat is reeds gebeurd hier of elders. Ik wil u verzoeken of het u mogelijk is hun gestalte voor de geest te roepen. De verschillen zijn vele: maatschappelijke en geestelijke herkomst, levensloop, leeftijd, gemeenten, die gediend werden, gaven en betekenis. Ze waren echter met ons onszelf. Ze behoorden tot stromingen, die toch te onderkennen zijn, ze namen deel aan strevingen op variante terreinen toch wel kerkelijke gebieden. Ze waren allen niet in de geijkte zin van dit woord typen, die hier of daar te plaatsen zijn op de lijnen, die we kennen als trekken van de Bond. De dood las juist dezen, geenszins toevallig hoezeer dit zo lijken mag, samen. Een klein boeket van bloemen, die zich sierlijk op dit veld verhieven. We laten geruime tijd nadenkend onze blik rusten op deze geplukten, die bloeiden en uitbloeiden, en we proberen in hun eenheid de verscheidenheid en in hun verscheidenheid hun eenheid te zoeken. Hebben ze hoe dan ook behorend tot de Gereformeerde Bond niet het hunne bijgedragen om de kerk haar doopceel voor te houden, haar belijdenis, haar formulieren van Enigheid? Zo gedenken we voorgangers die ons het Woord Gods gesproken hebben.
Nog een Bond?
Parade der mannenbroeders! Onze jeugd liet een trauma, of zo ge wilt een minderwaardigheidscomplex vanwege de Gereformeerde Kerken. Hoe voorbeeldig waren deze kerken. In velerlei opzicht. Kuypers werkplaats leverde uitnemend materiaal. Doch ziet, Katwijks raad van de gereformeerde kerk geeft uiting aan ernstige verontrusting. Een kanselboodschap vraagt of men inderdaad leeft zoals de catechismus aan geeft: dankbaar in voorspoed. Leeft men in ware liefde tot Gods huis? Is menige roeping tot de kerkelijke ambten niet vergeefs? Laat de kerkgang niet te wensen over? Waar blijven de avondmaalsgangers als er dankzeggingsdienst wordt gehouden? Ook onder ons stuit men op onkerkelijke levenswandel. Lauwheid en gemakzucht grijpen om zich heen. Jongeren beseffen niet de volle ernst van de roeping Gods door Verbond en Doop. 't Eertijds bloeiende verenigingsleven taant.
Er is meer verontrusting dan alleen bij Katwijks kerkeraad. Verontruste gereformeerden belegden te Amersfoort een „studieconferentie". Een spreker waarschuwde tegen uittreding. Nog een gereformeerde kerk erbij? Zulke kerken zijn er genoeg in alle aarden. Zijn advies luidde: „Doleren". Ik denk in mijn argeloosheid, dat 't wachtwoord „doleren" al eer werd uitgegeven. Was dat niet het begin? Ik citeer echter onvolledig. Het advies klonk voluit: „Binnen de kerk doleren". Had men dat van meet af betracht. De kerkelijke geschiedenis had er anders uitgezien. Maar men begon te doleren in de grote vervallen volkskerk. Inderdaad, doch juist ook wel in gemeenten, waar belangstelling bestond voor de gereformeerde prediking. Gepleit werd op deze samenkomst voor een nieuw belijdenisgeschrift. Men wilde geen concrete acties. Men constateerde wel dat de kerken waren aangeland op niveau van leervrijheid.
Er kwam echter niet veel uit de bus. Geen oprichting van een Bond. Niet uittreden. Niet aansturen op excommunicatie van aanhangers van de „nieuwere theologie". Wat dan? Binnen de kerk doleren. De conferentie was niet belegd om zaken te doen. Het ging om „zelfbeheersing en bescheidenheid, strijdvaardigheid maar beheerst".
Vele wegen zijn al beproefd in het verleden. De gereformeerde kerken zijn in een crisis. Hoevelen gingen heen. Publicaties geven uiting aan gevoelens van onlust doch tussen de regels door lezen we toch ook wel iets van bewondering voor dit huis der vaderen, waarin men niet meer wonen kan. De gereformeerden hebben iets van het joodse volk. Ook al hebben ze zich losgemaakt van kerkelijke en zelfs wel van religieuze bindingen, elders treden ze toch op de voorgrond. Het heeft iets te maken met verkiezing, zij het niet in meest pregnante zin.
Evenmin een Bond.
Het concilie ging uiteen. Nog in 1965. Bisschoppen keerden weer naar, hun diocees. Wat zijn de uiteindelijke resultaten? Een waarnemer spreekt van een stap vooruit, een adviseur zegt dat er een doorbraak plaats vond en dat men de wezenlijke bedoelingen van de reformatoren heeft benaderd, een bisschop betreurt het dat brandende kwesties bleven zoals gemengd huwelijk, celibaat. Het beruchte H. Officie krijgt een andere naam en gewijzigde opdracht. Voortaan is het adres: Congregatie voor de geloofsleer. Het concilie, zo heet het, heeft het monopolie dat de R.K. kerk pretendeerde te bezitten afgezwakt. Trente was het concilie van de contrareformatie. Wat is dit Vaticaans samenzijn? Niet contra maar toch nog wel anti?
De banvloek van 1054 is opgeheven, althans na zoveel jaar werd een spitsvondig bewijs geleverd dat deze banvloek nimmer bestond. De kerk kan niet een ware banvloek terugnemen. Die is als een onherroepbare wet van Meden en Perzen. Maar er kan wel een fout geweest zijn in de regie. Dat ligt ons niet. Het wil ons voorkomen dat de kerk wel zijn haren maar niet zijn streken verliest.
De procedure tot zaligverklaring van paus Johannes XXIII zal worden ingezet. Maar ook die van paus Pius XII. Men zei niet ongeestig: 'koppelverkoop'. Doch het is wel een ongeestelijke zaak. We zullen blijven zeggen tot de kerk van Rome: Hoelang hinkt ge op twee gedachten?
Johannes XXIII. Ook Pius XII. En zwenkt paus Paulus tussen deze beiden heen en weer?
Het leek er wel op dat verontrusten over deze gang van zaken in deze kerk stappen zouden ondernemen. Uittreden? Doleren binnen de kerk? Een soort Bond oprichten in de Catholica. Het zit er niet in, dacht ik.
Wat was er gaande in de kerken? In 1965? Wat zal zich in 1966 ontwikkelen? Interessante vragen. Maar we mogen onszelf niet over het hoofd zien. Op kerkelijk gebied zijn er velen gelijk Martha. Ze bekommeren en verontrusten zich over zeer, zeer vele dingen. Eén ding is nodig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 1966
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 1966
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's