De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Export en import beide nodig

Bekijk het origineel

Export en import beide nodig

Erfgoed van de Reformatie – spiegel vanuit het buitenland (3, slot)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als mensen vanuit alle werelddelen op de Nederlandse theologie van de zestiende en vooral zeventiende eeuw afstormen, zouden wij er dan ook zelf niet wat meer mee moeten doen? Daarvoor is het echter wel nodig om afstand te nemen van het begrip ‘erfgoed’.

Wat zien de theologie en de kerk in Nederland als ze in de spiegel kijken die het buitenland ons voorhoudt? Als eerste wil ik de enorme ijver en begeerte naar kennis van die gereformeerde theologie noemen. Die ijver en begeerte hebben alles te maken met het verlangen om meer kennis van God op te doen om van daaruit Hem en Christus’ kerk meer te dienen.

Rekenen

Bij een zogeheten intensive course aan het Reformed Evangelical Seminary in Jakarta kwam ik erachter dat ik als tentamenstof twee keer zoveel opgegeven had als voorgeschreven was – studenten van de TUA weten dat mij dat nogal eens overkomt. De reactie was dat dit niet erg was en ze de stof graag wilden bestuderen, omdat het allemaal zo mooi en waardevol was. Die reactie zal voor een deel met Indonesische vriendelijkheid en bescheidenheid te maken hebben, maar ik heb gemerkt dat het vooral voortkomt uit nieuwsgierigheid naar gereformeerde theologie.

Van die ijver en begeerte zou ik in ons land wel meer willen zien; in de kerken, maar ook in de opleidingen, waar alles zo op maat gemaakt is en studenten zo worden opgevoed dat ze niet rekenen vanuit wat nodig is, maar van wat aan pagina’s geoorloofd is. Ik besef echter dat aan dit alles voorafgaat dat gemeenteleden en studenten bij ons als predikanten en docenten die ijver, begeerte en dat enthousiasme zien voor waar theologie voor staat, namelijk geleerdheid over God. Hoe kunnen we studenten enthousiast maken als we het zelf niet voldoende zijn?

Latijn leren

Verder leert die spiegel ons hoeveel schatten wij in de Nederlandse gereformeerde theologie in huis hebben. Hoe dat kan, is op geweldige wijze zichtbaar gemaakt in de editie van de Synopsis Purioris, waar zowel Nederland als het buitenland van profiteren. Dat vereist wel kennis van het Latijn en daarom zou het goed zijn als deze taal in de theologische opleiding meer aandacht krijgt. Als Koreanen, Indonesiërs en Amerikanen Latijn en Nederlands willen leren om onze theologen te lezen, dan hoeven wij alleen nog maar Latijn te kennen om datzelfde te doen.

Minder preken

Bij alle positieve ontwikkelingen zijn in die spiegel ook zorgelijke ontwikkelingen te zien, namelijk de teruggang in het aantal studenten theologie en de teruggang in het aantal theologische opleidingen. Beide zaken hebben allereerst te maken met theologische ontwikkelingen. Instellingen zonder duidelijk profiel en zonder confessionele basis – of zonder dat met die basis nog rekening wordt gehouden –, hebben het moeilijk of zijn al verdwenen. Dit wordt versterkt als deze instellingen geen formele band meer met een kerk hebben. Hier bevestigt zich het beeld dat al geschetst was in het boek The Dying of the light: The Disengagement of Colleges and Universities from Their Christian Churches, geschreven door de rooms-katholieke theoloog James Tunstead Burtchaell.

De teruggang in studenten bij instellingen die wel gereformeerd of evangelicaal zijn, heeft als oorzaak dat in Noord-Amerika steeds meer kerken geen erkende theologische opleiding van hun voorganger vragen. Als het accent van het predikantschap komt te liggen op pastorale vaardigheden met meer psychologie dan theologie, en liturgische ontwikkelingen meer zingen en minder preken betekenen, is een opleiding met zo’n zwaar accent op talen, theologie en prediking toch eigenlijk onnodige ballast, die ook nog eens zorgt voor dure voorgangers. Waarom een predikant nemen als je aan een pastoraal werker genoeg hebt? En een goed verhaal houden gaat prima zonder theologische studie? Ik denk dat het niet nodig is dat ik aangeef wat wij in Nederland hiervan kunnen leren.

Lhbtq+

Zorgelijk is ook hoe met name in Noord-Amerika gereformeerde theologie en theologische instellingen onder druk van de lhbtq+-beweging komen te staan. Dat grote online leveranciers in toenemende mate boeken weren die vanuit bijbels perspectief deze beweging kritisch bevragen, is alarmerend. Gaat Amazon bepalen wat mensen mogen lezen op dit gebied? De zorg is dat de macht van deze beweging via de politiek ook de interne zaken van theologische instellingen zal gaan bepalen, zoals aannamebeleid van studenten en docenten, en zelfs het curriculum en de tentamenstof.

In het panel van zes presidenten van Amerikaanse seminaries, gehouden bij de conferentie van de Evangelical Theological Society in november vorig jaar in Denver, waren allen het erover eens dat er geen middle ground is. Je gaat of helemaal met de lhbtq+-opvattingen mee of je bent er helemaal tegen. Theologen die menen vanuit de Bijbel iets minder conservatief en iets meer open te kunnen zijn, worden door de lhbtq+beweging echt niet geaccepteerd. Echter, wie een tegengeluid laat horen, zal het steeds moeilijker krijgen. Dat betekent dat theologisch gezien het strijdveld – en het gebied waar de geesten zich scheiden – meer op de ethiek komt te liggen, met daaronder natuurlijk de vraag naar gezag en uitleg van de Schrift.

Diepgang

Ten slotte wil ik nog een aspect noemen, namelijk dat de blik in de spiegel ons stimuleert theologen te zijn en theologie te bedrijven. De belangstelling voor puriteinen is geweldig en er is veel van hun werk te gebruiken voor prediking en pastoraat. Er is zoveel wat we van daaruit door kunnen geven om de vroomheid in de gemeente en het leven met de Heere van gemeenteleden te voeden en te sterken. Theologisch raken puriteinen – enkele uitzonderingen daargelaten – echter bij lange na niet aan de diepgang van bijvoorbeeld Luther en Calvijn, en ook niet aan die van de gereformeerde scholastici. Met puriteinen kun je het geloof van de gemeente versterken, maar je kunt er geen kerk mee bouwen. Met puriteinen kun je van het geloof getuigen, maar je kunt er geen academische apologetiek mee bedrijven.

Bedreiging

Academische theologie traint mensen niet om dingen te kunnen doen, maar om te kunnen denken. Ze traint mensen niet om een mooie liturgie in elkaar te zetten, maar om te doordenken wat liturgie is. Academische theologie moet godgeleerdheid blijven dan wel weer godgeleerdheid worden. Ik zie in het buitenland hoe kerken, opleidingen en theologen in een isolement terechtkomen als de wetenschappelijkheid van theologie niet serieus wordt genomen en zelfs als bedreiging voor kerk en geloof wordt gezien.

Je kunt zoveel met vroomheid bezig zijn dat je theologisch niet meer aanspreekbaar bent en je ook geen gesprekspartner meer bent. Ik zie in het buitenland ook hoe waardevol en invloedrijk theologen kunnen zijn als zij vormgeven aan het voetiaanse ideaal van de verbinding van vroomheid en wetenschap. Over voedingsbodem en vruchtbaarheid gesproken. Preken die niet gefundeerd zijn in een academische opleiding met grondige kennis van talen, filosofie en theologie, dreigen te weinig voeding te geven en niet die vruchten op te leveren die kerk en gelovige nodig hebben om in deze cultuur staande te blijven. Waarbij – zoals menig kerkganger weet – een academische opleiding geen garantie is voor voedzame preken.

Exporteurs

De geschiedenis van de Nederlandse economie – met de naam ‘gouden eeuw’ als illustratief begrip – laat zien dat onze kracht daarin lag dat wij de talen kenden; dat we wisten wat er in de wereld gaande was, wat we nodig hadden van buiten en wat buiten nodig had van ons en dat wij erop uitgingen.

Dat laatste is wat we zeker meer zouden kunnen doen: niet alleen kennisnemen van wat in het buitenland gedaan en gepubliceerd wordt, maar ook fysiek deelnemen aan de conferenties en congressen, zowel als exporteurs van Nederlandse gereformeerde theologie en van onze kennis op gebied van Reformatie en puritanisme, als ook om kennis te nemen van wat elders te halen is en wat daarvan voor theologie en kerk in Nederland vruchtbaar te maken is.

Wat ik zie, is weliswaar een ontwikkeling van export naar import, maar volgens mij is een evenwichtige balans van export en import nodig. Dan moeten we wel in beweging komen. Dan helpt het als we afstand nemen van het begrip ‘erfgoed van de Reformatie’, want bij erfgoed hoort iets wat dood en bijna begraven is. Bij de Reformatie passen begrippen als dynamiek en attractiviteit (aantrekkingskracht). Het zal de kerk in Nederland goed doen als we dat als predikanten en professoren weer wat meer gaan zien.


Gereformeerde theologie internationaal

1. Ontwikkeling en waardering

2. Vruchtbare voedingsbodem

3. De spiegel vanuit het buitenland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2024

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Export en import beide nodig

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2024

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's