Ontdekkingsvreugde
Erfgoed van de Reformatie – vruchtbare voedingsbodem (2)
Een hart dat voor de Heere geopend is en naar meer kennis van Hem verlangt, kan het beste bij gereformeerde theologie terecht. Dat geldt voor mensen in Nederland en voor mensen buiten Nederland. Daarbij hebben mensen in het buitenland wel een aantal voordelen.
De voedingsbodem in Nederland is niet minder vruchtbaar, dat geloof ik niet. Als ik alleen al afga op de Entdeckerfreude (ontdekkingsvreugde) van studenten in Nederland die voor het eerst Luther en Calvijn lezen, dan geloof ik dat we hier nog een prima voedingsbodem hebben. Maar dan moet die bodem wel toebereid en gevoed worden.
Enthousiast
Wat die studenten in ons land betreft, gaat het bijvoorbeeld om jonge mensen die in een reformatorische context ontvangen en geboren zijn en vervolgens in opvoeding, scholing, prediking en catechese ontzettend veel reformatorische informatie hebben meegekregen. Ze kennen vaak wel allerlei zeventiende-eeuwse schrijvers, maar ze hebben nog nooit Luther of Calvijn zelf gelezen. Datzelfde geldt van studenten die mijns inziens juist veel te weinig reformatorische inhoud hebben meegekregen en vaak allerlei misvattingen hebben over reformatoren. Als ik alleen al zie hoe beide groepen enthousiast worden over de theologie en de teksten van de Reformatie, weet ik dat er in Nederland voedingsbodem is. Dat men elders in de wereld datzelfde ontdekt en dat daar met grote gretigheid gereformeerde theolo-gie gelezen, bestudeerd en verkondigd wordt, heeft met diezelfde voedingsbodem te maken. Mensen in het buitenland hebben wel een aantal voordelen.
Verwend
Allereerst is die gereformeerde theologie voor velen buiten ons land nieuw, omdat het gaat om mensen die vanuit andere godsdiensten of vanuit de wereld tot geloof gekomen zijn. Zij zijn niet of nauwelijks belast met misvattingen en misverstanden over begrippen als ‘gereformeerd’ en ‘reformatorisch’, in tegenstelling tot wie in Nederland is opgegroeid.
Ook lijden zij veel minder – of zelfs niet – onder de last van wat ik maar ‘kerkelijke en theologische eigendomsclaims’ noem. Ik bedoel een benadering van ‘Calvijn is van mij’, ‘als je Bunyan leest, hoor je daarbij’ en ‘Luther vind ik geweldig zolang ik bij hem bevestiging vind van wat ik toch al vond’.
Een volgend voordeel en dus een volgende impuls voor de vruchtbaarheid is dat de theologische werken uit de reformatorische traditie verschijnen in nieuwe en toegankelijke vertalingen, in mooie en vooral betaalbare uitvoeringen, en zelfs in gratis digitale versies. Dat heeft natuurlijk ook met massa te maken, zeker wanneer het gaat om vertalingen naar het Engels, maar als ik eraan denk hoe snel de tweedelige editie van Luther Verzameld uitverkocht raakte en hoe goed de (her)vertalingen lopen van werken van reformatoren, nadere reformatoren en puriteinen die De Banier uitgeeft, bevestigt mij dat in de mening dat de bodem ook hier nog vruchtbaar is.
De vraag is niet of het bij ons minder vruchtbaar is, maar of wij niet te verwend zijn of misschien wel blind geworden zijn voor de schatten die we – soms letterlijk – in huis hebben. Dat geldt voor Nederlandse theologie uit de zestiende en zeventiende eeuw, maar ook voor die uit de negentiende en twintigste eeuw. Terwijl je hier niet met een boek van Abraham Kuyper gezien wilt worden, zijn de Engelse vertalingen van zijn werk niet aan te slepen. Datzelfde geldt voor theologen als Herman Bavinck en zelfs Klaas Schilder (voor wie nog weet wie dat was).
Verbaasd
Maar wie gaat onze jongeren en ook ouderen bij die bronnen brengen? Dat in andere werelddelen zoveel vraag is naar gereformeerde theologie, inclusief de Nederlandse gereformeerde theologie, heeft volgens mij ook te maken met prediking en catechese. Ik ben telkens weer verbaasd over de kennis van namen, feiten en geschriften die ik bij studenten in het buitenland tegenkom.
Ik kijk er ook van op hoe predikanten, bijvoorbeeld in Azië, in hun preken veel meer namen van theologen noemen, boekentips geven en hun gemeente aansporen tot lezen en kennis vergaderen dan ik dat doe. Ben ik, of mag ik zeggen: zijn wíj bang geworden oud goud aan te prijzen? Of bang geworden om ook andere theologen te noemen dan alleen een paar goed geselecteerde nadere reformatoren en puriteinen die ons in onze opvattingen bevestigen en die, als ze vandaag zouden leven, lang niet allemaal op onze kansels zouden mogen voorgaan?
Preken
Daarbij wil ik niet alleen positief zijn over de belangstelling voor het reformatorische erfgoed in het buitenland, want ik mis daarin de kennis van het Duits en van Duitse literatuur, zoals ik die overigens ook in toenemende mate in Nederland mis. Over Latijn, zeker 1700 jaar lang de theologische taal, zal ik het maar niet hebben. Bij Duitse literatuur denk ik zowel aan die bronnen van de Reformatie en het piëtisme die niet in het Engels zijn vertaald, als aan secundaire literatuur hierover.
In preken van studenten merk ik het nogal eens wanneer er alleen Engelstalige commentaren gebruikt zijn en de Duitse door gebrek aan talenkennis ongeopend blijven. De preken dreigen dan snel meer te vermanen dan te vertroosten, of meer op de heiliging gericht te zijn dan op de rechtvaardiging.
Commentaren uit de traditie van Luther en Spener zijn meer op het kruis van Christus gericht dan veel werken uit de Angelsaksische, puriteinse traditie, die zich vaak meer richt op de Geest van Christus. Gebrek aan kennis van het Duits wreekt zich ook in het te weinig vruchtbaar maken van Duitse theologie en van Duitstalig werk voor de theologische opleiding en de theologische doordenking.
Nietzsche
Ik verbind daarbij ook de voor theologie zo noodzakelijke kennis van filosofie en dus zeker ook de Duitse filosofie. Kant, Hegel, Leibnitz en Nietzsche zijn immers bepalend geweest en gebleven voor de intellectuele en culturele situatie waarin de westerse mens vandaag verkeert. Hoe kan die mens begrepen en vooral bereikt worden als theologen die filosofen niet kennen?
Predikanten in het buitenland noemen in hun preken meer namen van theologen dan wij. Zijn wij bang geworden oud goud aan te prijzen?
Gereformeerde theologie internationaal
1. Welke ontwikkelingen zijn er ten aanzien van de waardering van het erfgoed van de Reformatie en wat betekent dat voor de beoefening van de gereformeerde theologie in ons land?
2. Kan het zijn dat de voedingsbodem voor de reformatorische theologie in andere delen van de wereld vruchtbaarder is dan in Nederland?
3. Wat betekent de spiegel die vanuit andere delen van de wereld ons wordt voorgehouden, voor de beoefening van de academische gereformeerde theologie in Nederland, ook in relatie tot het geloof van de gemeente?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's