De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

‘De Schrift ontvouwt zichzelf’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘De Schrift ontvouwt zichzelf’

Interview met ds. K.H. Bogerd over bijbellezen in de traditie van de Vroege Kerk

7 minuten leestijd

Het is inmiddels een traditie aan het worden: de ‘preektocht’ waarbij predikanten, kerkelijk werkers, theologiestudenten en belangstellenden zich oefenen in de Schriftuitleg van de Vroege Kerk. Woensdag 2 april vindt in Jaarsveld de 4e editie plaats. In gesprek met de initiatiefnemer ds. K.H. Bogerd.

Wat verklaart uw belangstelling voor de exegese van de Vroege Kerk?

“Ik ben twee keer afgestudeerd op de kerkvader Johannes Chrysostomus, de eerste keer op zijn hermeneutiek en de tweede keer op zijn preekopbouw. Die gegevens wil ik graag delen met collega’s. Toen ik een keer bij Marten van Willigen was, zei hij: ‘Waarom ga je niet promoveren op een onderwerp uit de Vroege Kerk?’ Maar ja, dat schuif ik nog even voor me uit.”

Wat moeten we ons voorstellen bij de viervoudige Schriftzin?

“Het is een methode uit de Vroege Kerk – die ook in het jodendom voorkomt – en die helpt om de Bijbel gelaagd te lezen. De eerste laag (de sensus litteralis) is die van de letterlijke betekenis, het ‘wat’: wat staat er feitelijk in de tekst en in het tekstverband? Deze laag mag vanuit de Antiocheense School niet worden overgeslagen. De tweede laag (de sensus allegoricus) draait om de geestelijke betekenis van de tekst (geloof), het ‘waarom’: wat ligt er achter de woorden verborgen? De derde laag (de sensus moralis) richt zich op wat de tekst betekent (liefde) voor ons leven en onze gehoorzaamheid, het ‘waartoe’. De vierde laag (de sensus anagogicus) richt zich op wat ik maar noem ‘tijd en eeuwigheid’, het ‘waarvoor’: waar leidt deze tekst (hoop) ons uiteindelijk naartoe? Wat staat er op het spel? Overigens gaan niet alle lagen altijd op en ze kunnen ook door elkaar lopen.”

Ds. Bogerd geeft een voorbeeld uit het Evangelie. “Jezus zegt in Mattheüs 12:41: “Meer dan Jona is hier.” Wat betekent dat? Letterlijk verwijst Jezus naar Zichzelf. De diepere betekenis is dat wij opgeroepen worden om in Hem te geloven. De ethische laag laat zien wat God wil bewerken: Jezus openbaart Zich. En de anagogische laag wijst op het toekomstperspectief: Jezus zal als Koning komen en rechtspreken.” Deze manier van bijbellezen is diep verankerd in de christelijke traditie. “De viervoudige schriftzin vinden we ook in de Middeleeuwen, bij monnik Guigo II bijvoorbeeld, en bij anderen. Zelfs in reformatorische preken zie je het terug, al benadrukten de reformatoren vooral de letterlijke betekenis en een nogal eens voorkomende ethische toepassing.”

Landt zo’n benadering van de Schrift nog wel in onze moderne tijd?

“Wij zijn mensen van na de Verlichting. Dat betekent dat wij ons zijn gaan gedragen als het betekenisgevende subject, dat bepaalt wat er in de Bijbel staat. Maar in het denken van de Vroege Kerk is niet de mens, maar God het subject. Hij belicht, Hij beschijnt, Hij bewerkt, Hij is het Die spreekt in de Schrift. Al die betekenislagen liggen verborgen in de Schrift zelf. Als wij goed luisteren, ontvouwt de Schrift zichzelf en komt de boodschap vanzelf uit de Schrift op.”

Hoe kwam u erbij een preektocht te organiseren waar de vierderlei Schriftzin centraal staat?

“Onze zoon Evan (organist van de Westerkerk in Amsterdam, HD) organiseerde eens een orgeltocht in Amsterdam, waarbij je in drie kerken verschillende orgels kon beluisteren. Toen vroeg ik me af: als ik dat format nou kopieer, maar dan met een preektocht? Het idee was om deelnemers een theologische verdieping te bieden door verschillende preeklocaties te bezoeken, waarbij de Schrift telkens vanuit een ander perspectief wordt belicht. De eerste preektocht vond plaats in Damwoude. We kregen de kerk gratis ter beschikking, er werd soep geregeld, en er kwamen veertig deelnemers op af. Marten van Willigen was aanvankelijk een actieve deelnemer, maar hij raakte zo betrokken dat we de tocht daarna samen gingen organiseren. Vooral de verbinding tussen universiteit en het grondvlak sprak hem aan.”

Hoe ziet zo’n preektocht er in de praktijk uit?

“De dag begint met een opening en samenzang. Daarna volgt een muzikale onderdompeling. Aan de hand van een lied of een psalm laat ik zien hoe de tekst zich ontvouwt in relatie tot het thema van de dag. Die muzikale benadering helpt om de deelnemers direct mee te nemen in de diepgang van de Schrift. De eerste keer koos ik bijvoorbeeld een lied van A.F. Troost, dat vier coupletten heeft. Elk couplet past precies bij een van de lagen van de viervoudige schriftzin.

Vervolgens is er een lezing over een bepaald aspect van de Bijbeluitleg in de Vroege Kerk. Dan geef ik een werkcollege waarin we onszelf oefenen in het toepassen van de viervoudige Schriftzin over een bepaald Schriftgedeelte, met ruimte voor vragen en reflectie. Soms beginnen deelnemers spontaan te reageren. Dan roept de een iets en zegt de ander: “Ja, maar wat je zegt klopt niet helemaal, want dit en dat.” Op die manier ontstaat er echt een dialoog en verdieping. Na het instructieve gedeelte gaan de deelnemers aan de slag met het opgegeven Schriftgedeelte, waarbij ze zelf een keuze maken uit een van de ‘blokjes’ waarin de perikoop is opgedeeld.

Tijdens de lunch vraag ik: ‘Wie heeft gekozen voor blokje één van de perikopen?’ Dan steken er zes mensen hun hand op, en dan moet er iemand zijn die de presentatie op zich neemt. Deelnemers worden zo actief betrokken bij het proces van bijbeluitleg en exegese. Gedurende het middaggedeelte houdt een aantal van de deelnemers een mini-preek, waarop de overige aanwezigen reflecteren.”

Tijdens de preektocht besteedt u ook aandacht aan de relatie tussen typologie en allegorie.

“Beide begrippen verwijzen naar diepere of vooruitwijzende betekenissen in de Bijbel, maar er zijn nuances. Typologie betekent dat een persoon, gebeurtenis of voorwerp in het Oude Testament vooruitwijst, bijvoorbeeld naar Christus. Om een voorbeeld te noemen: Jozef is een type van Jezus, omdat hij verworpen werd door zijn broers, maar later tot heerser werd verheven. Allegorie gaat de diepte in: daar zoeken we naar verborgen geestelijke betekenissen achter de tekst. Met Kerst stelde ik in een preek aan de orde dat Jezus door Maria in doeken wordt gehuld. ‘Wie gaat er schuil achter de woorden van deze tekst? Is dat niet de almachtige, de eeuwige, de waarachtige Verbondsgod? De God Die Zijn beloften heeft gehouden? De Drie-enige God, Die van eeuwigheid aan gedachten des vredes gehad heeft om een volk, verloren in schuld, tot de zaligheid te brengen? En daarom, gemeente, ziet u uw Heiland daar liggen?’

Toch ligt het onderscheid niet altijd vast. Paulus gebruikt bijvoorbeeld in Romeinen 11 het beeld van een olijfboom met takken die geënt worden. Is dat een metafoor? Een typologische verwijzing? Of een allegorische interpretatie? Dat hangt af van hoe je het benadert.

De Vroege Kerk discussieerde ook al over deze kwesties. De Alexandrijnse school werkte graag met allegorieën: teksten hadden verborgen betekenissen. De Antiocheense school was daar terughoudender in en legde meer nadruk op de letterlijke betekenis en het heilshistorische perspectief.”

Naast de viervoudige Schriftzin speelt tijdens de preektochten ook de lectio divina een rol. Is er een verband tussen die twee?

“De lectio divina kent vier stappen: lezen, mediteren, bidden en handelen. Je leest een tekst en je vraagt je af: wat raakt mij? Daarna komt de meditatie: wat heeft de Heilige Geest mij hiermee te zeggen? Dan volgt het antwoordend gebed en tot slot is er de vraag: wat betekent dit voor mijn hart en leven? De Schrift zelf nodigt ons uit tot deze manier van lezen. Wat zijn de psalmen anders dan voorgegeven gebeden?

Het verband tussen de viervoudige schriftzin en de lectio divina is onmiskenbaar. Beide pendelen voortdurend heen en weer tussen verschillende betekenislagen. Het is geen systeem, maar een manier om Gods spreken tot ons te laten doordringen. Het is ook meer dan een academische oefening, eerder een manier om de Bijbel te laten spreken in het leven van alledag. De tekst is niet iets statisch. De Schrift is levend en spreekt zichzelf uit. Essentieel is dat niet ik heers over de Schrift maar dat ik mij door de Schrift laat aanspreken. Uiteindelijk gaat het om de vraag: ‘Lees ik de Schrift of leest de Schrift mij?’”


Preektocht D.V. 2 april in Jaarsveld

Het thema van de preektocht is dit jaar “Gods liefdevolle aansporing om Hem te dienen”. De ochtend begint met een lezing over “De sensus moralis bij Ambrosius” door prof. dr. Marten van Willigen, bijzonder hoogleraar Bijbeluitleg Vroege Kerk aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.

Vervolgens leidt ds. Bogerd een interactieve workshop waarin een korte preek wordt voorbereid over een van tevoren opgegeven bijbelgedeelte. Opgave via karelbogerd@kliksafe.nl.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘De Schrift ontvouwt zichzelf’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's