Roeping tot het ambt
We ontvangen genadegaven van God niet voor privégebruik
Waar begin ik aan? Ben ik wel voor het ambt geschikt? Deze brandende vragen zijn niet nieuw. In de Bijbel komen we ook aarzeling tegen bij hen die geroepen zijn tot een taak in Gods Koninkrijk. De een vindt zichzelf te jong. Een ander mist de nodige capaciteiten. Hoe word je een ambtsdrager? Wie wettig door de gemeente is geroepen, is door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen. Anders zijn we iemand die zich indringt in de gemeente.
Vaak kiest God juist degenen uit die zich niet geschikt voelen voor een hoge opdracht. Hij vraagt niet of we het wel kunnen. Wel of we beschikbaar zijn. We worden dienaar van God door Zijn wil en niet wegens onze bekwaamheden.
Waardigheid van het ambt
De waarde van het ambt staat of valt niet met de waardigheid van de drager. De nadruk valt op de waardigheid van het ambt. Niet de persoon, maar zijn werk heeft voorrang. God deelt Zijn gaven van Woord en Geest mee door middel van het ambt.
Zonder de hulp van God lijken we op een zaklantaarn zonder batterijen. In 2 Korinthe 3:5-6 staat dat we de vereisten voor het ambt niet vinden in onze aanleg en capaciteiten. We werken niet volgens eigen richtlijnen en eigen inzicht. Wanneer we geloven dat God ons tot het ambt heeft geroepen, hebben we zekerheid dat Hij door de Heilige Geest ons de gaven voor de uitoefening van het ambt zal geven. Met die bemoediging beginnen we aan een verantwoordelijke taak. Zo nemen we niet zelf het ambt op ons, maar krijgen we dit. Hoe zwaarder onze taak, hoe meer steun God schenkt. Bovendien is onze inspanning in de Heere niet tevergeefs. Deze beloften geven vrijmoedigheid wanneer we geroepen worden tot het ambt om onze verkiezing aan te nemen.
Plichtmatig dienen
Jezus Christus vertrouwt de gemeente toe aan ambtsdragers die in Zijn naam ervoor mogen zorgen. Zij zoeken door gebed naar de weg die de gemeente volgens Gods Woord moet gaan. Het gezag van het ambt kan geen ander zijn dan de autoriteit van het Woord. Wie ambtsdrager wordt en het eigenlijk niet wil, doet het met een verkeerde instelling. Als je een broeder over de streep moet trekken, mist hij de motivatie. Vrijwilligheid ontbreekt. In 1 Thessalonicenzen 5:28 heten ambtsdragers arbeiders. Volledige inzet wordt van hen gevraagd. Werken in een gemeente is geen ontspanning. Het vraagt zeker inspanning. Ook is het dienen van God meer dan een plicht. Met plichtmatig dienen zetten we geen stap te veel. We missen bezieling en hebben geen van liefde vervuld warm hart voor de gemeente. Verantwoordelijkheidsgevoel komt van binnenuit. We zijn verrast omdat de hoge God ons in dienst neemt. In 1 Timotheüs 3:1 prijst Paulus degenen die de Heere in het ambt willen dienen. We verkrijgen een voortreffelijk werk. De beste dienst is de dienst van God, die energie en vreugde geeft.
Gods lof
We worden niet tot het ambt geroepen voor onszelf. Het gaat erom dat we God gaan grootmaken en verheerlijken. Glorie aan Christus brengen. We prijzen Hem voor de kracht die we krijgen voor het gebruik van onze gaven. Ambtsdragers zijn tot Gods dienst en lof bereid. Een ander doel mogen we bij het vervullen van ons ambt niet nastreven. Met opgeven vergeten we onze opdracht. Het gebeurt te vaak, omdat het loven van God niet in ons zit. We hebben er geen aanleg voor. De Heilige Geest maakt bereidwillig. De dienst en de lof van God behoren bij elkaar. Als de lof aan God verdwijnt, staat de mens in het middelpunt. Bereid zijn met het hart tot de dienst van God betekent in Zijn spoor gaan. Het is een gave met een opgave. Als ons hart bij God is, komt het hart op de tong. Dan is mijn mond als een bron die water opgeeft. “Mijn hart, o Hemelmajesteit, is tot uw dienst en lof bereid.”
Geen mooiere naam
Een ambtsdrager blijft als dienaar altijd ondergeschikt aan Christus. De naam dienaar geeft de indruk van een minderwaardige positie. In de tijd van de apostel Paulus vatten de Grieken dienen op als iets verachtelijks. Ze dachten aan zwakheid en gebrek. Het ging hen om kracht en faam. Dienaar zijn vindt niemand aantrekkelijk. Het staat haaks op de visie dat je voor jezelf moet opkomen. Wij worden het liefst op onze wenken bediend. Echt dienen leren we in de omgang met Christus. Nooit raken we ermee klaar. Het duurt levenslang. Continue bekering blijft nodig. Toch is er geen mooiere naam voor een ambtsdrager dan dienaar. Gemeenteleden kunnen hem niet beter complimenteren dan met de opmerking dat hij in zijn werk iets weg heeft van de Grote Ambtsdrager Jezus Christus. Gods Zoon kwam niet om gediend worden, maar om te dienen. Wat een genade en privilege om in een gemeente dienend bezig te zijn zoals Christus heeft gediend.
Eerzucht
Een dienaar neemt geen ambt aan om prestige. Christus roept ons niet tot een ambt om te domineren. Baasjes geven met machtsuitoefening geen goed voorbeeld. We gedragen ons dan als egotrippers.
Gemakkelijk zijn we met het virus van zelfingenomenheid besmet. Het dringt overal door. Het past niet dat ambtsdragers heersen in de gemeente. Met egotripperij verraden we onze eerzucht. We vatten het ambt op als een baantje voor waardering en invloed en menen meer capaciteiten en voorrechten te hebben dan een andere ambtsdrager. Met een groot ego koesteren we onze eigen waarheid en positie. Ons eigen belang vinden we belangrijker dan zondaren tot Christus te leiden. Calvijn zag als diepste oorzaak van partijschap en scheuring in de kerk menselijke eerzucht en hoogmoed. Zijn overtuiging is nog springlevend. Polarisatie bevordert separatie.
Met elkaar
Ambtsdragers staan er niet alleen voor. Ze treden niet op als losstaande individuen, maar samen. Door individualisme stort de gemeente als een kaartenhuis in elkaar. Het Nieuwe Testament spreekt over ambtsdragers steeds in het meervoud. De discipelen gingen ook niet alleen op pad. Calvijn ontwikkelde zijn ambtsleer in confrontatie met de roomse hiërarchie. Hij bestreed de pauselijke hiërarchie vanwege de tirannie over het volk. Bij ons zijn alle ambten gelijk. Het ene ambt mag niet over het andere heersen. Ambtsdragers hebben samen de verantwoordelijkheid voor heel de gemeente. Ze vullen elkaar aan. Zijn geen rivalen die elkaar vliegen afvangen. Er is nog een argument om het samen te doen: niemand heeft alle gaven. Ambtsdragers hebben elkaar nodig. Wat de een niet weet, kent de ander. Waartoe de een niet in staat is, heeft de ander wel de gaven gekregen. We doen het met elkaar en voor elkaar. Soms kwetsen gemeenteleden ambtsdragers en wordt de zelfbeheersing op de proef gesteld. Onze zorgen en frustraties mogen we biddend voor de Heere neerleggen. Zijn medeleven geeft kracht om in het ambt verder te gaan.
Geestelijke leiding
Er is een geweldige onderwaardering van de Bijbel ontstaan. Van buitenaf en van binnenuit. Van buitenaf wordt afgewezen dat de Bijbel het eigene Woord van God is. Het geloof in onaantastbare Bijbelse waarheden past niet in onze huidige levenssfeer. Aangereikte normen en waarden vanuit het Woord van God liggen onder vuur. Ze brokkelen meer en meer af. Van binnenuit kunnen gemeenteleden vasthouden aan eigen ideeën. De een wil het zus, de ander wil het zo hebben. Kennis van het gereformeerd belijden kwijnt. Kerkelijk denken is niet populair. Het ambt roept gemeenteleden op het Woord van God te gehoorzamen. Voor veel beroepen is gereedschap onmisbaar. Een schilder verft niet zonder kwast. Zonder Bijbel staat een ambtsdrager machteloos tussen mensen met verschillende meningen, terwijl hij het Evangelie telkens moet inpassen. Inpassen moeten we niet verwarren met aanpassen. Met inpassen geven we geestelijke leiding zonder het Woord van God los te laten. Met aanpassen laten we wezenlijke kernen van de Bijbel en het geloof los. Het vraagt veel wijsheid tussen de klippen van verstard formalisme en ongefundeerde vernieuwingsdrang heen te varen. Paulus spreekt in 2 Timotheüs 4:3-4 over een gehoorcrisis. Mensen verdragen de gezonde leer niet meer en zoeken zelf wat het gehoor streelt. De roeping tot het ambt vereist in een verwarrende tijd trouw aan de van God ontvangen verantwoordelijke taak. De Heilige Geest geeft vrijmoedigheid en neemt angst voor mensen weg.
Kerkelijke orde
Calvijn is het absoluut oneens met de Dopersen die het ambt niet accepteren. Ze zijn afkerig van het institutionele aspect van de kerk en verwachten alles van bijzondere ‘doorgeleide gelovigen’. De reformator is voorstander van kerkelijke orde. Hij heeft een aversie tegen sektarisme en schisma. Elke poging om het charismatische en buitengewone als vaste regel te maken, vernielt de kerk. De Geest werkt vooral in de geordende dienst van het Woord. Calvijn heeft wel oog voor het buitengewone en charismatische, mits het onderworpen is aan het gezag van Woord en Geest. Hij benadrukt sterk dat de Heilige Geest door middel van de ambtelijke dienst werkt en dat de ambten dienen tot instandhouding van de gemeente. Wie zich op de hoogte stelt van Calvijns theologie van het pastoraat, weet hoe hoog Calvijn de trouwe ambtsbediening in het midden van een plaatselijke gemeente aanslaat. Elke ambtelijke bediening verachten is wijzer willen zijn dan Christus.
Ambt en gemeente
We ontvangen genadegaven van God niet voor privégebruik, maar tot opbouw en eenheid van de gemeente. Ook voor de wereld waarin de kerk leeft. Dat is de missionaire en diaconale opdracht. Ambtsdragers mogen als leidinggevenden alles in de gemeente in goede banen leiden. Ze sporen gaven in de gemeente op en schakelen die in voor een gemeenschappelijke inzet. Behalve het bijzondere ambt is er immers ook het ambt van alle gelovigen. Niet alles in de gemeente hoeft door ambtsdragers gedaan te worden. Dat is niet gezond voor hen en ook niet goed voor de gemeente. De verbinding tussen ambtsdragers en gemeente draagt bij aan een goede verstandhouding en samenwerking. God dienen is een liefdedienst. Gelukkig de ambtsdrager die naar de wil van God handelt en Zijn Naam verhoogt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's