De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KERK SCHOOL VEREENIGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK SCHOOL VEREENIGING

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

beroepingswerk e.d.

NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.

Beroepen te Godlinze T. C. Kleinman te Herwen en Aerdt — te Valthermond W. E. Heyboer te Ouwerkerk (Zld.) — te Puttershoek (toez.) G. Samson te Hoornaar — te Apeldoorn (vac. Westerman Holstijn) B. C. Visser te Vorden.

Bedankt vóór Hillegersberg J. J. Hietkamp te Vlissingen — voor Wierden W. Vroegindewey te Hoogeveen — voor Gouderak J. H. Cirkel te Leerbroek — voor Beuningen J. M. S. Baljon te Zetten.

GEREFORMEERDE KERKEN.

Tweetal te Warns : cand. J. S. v. d. Bos te Leiden en cand. R. Ypma, hulppred. te Hollandscheveld.

Beroepen te St. Pancras-Heer-Hugowaard cand. A. Verschoor, hulppred. te Amsterdam (N.) — te Nieuwerkerk a. d. IJssel cand. G. W. Rijksen te Geleen.

Aangenomen naar Uithuizen D. A. Zijlstra te Nieuw-Beets, die bedankt heeft voor Harlingen.

CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK.

Drietal te Almelo : J. van Doorn te Ouderkerk a. d. Amstel ; J. G. van Minnen te Huizen (N.-H.) en J. M. Visser te Midwolde.

Beroepen te Aalsmeer J. P. Geels te Drachten.

Bedankt voor Alphen a. d. Rijn C. Smits te Sliedrecht.

AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.

Zondagavond a.s. zal ds. K. v. d. Pol in de hofstad worden bevestigd door ds. I. Kievit, van Baarn, waarna hij Woensdagavond 24 April zijn intrede doen zal.

TOEZEGGING VAN BEROEP.

De Eerw. heer Joh. van der Velden, cand. te Utrecht en hulpprediker te Amersfoort, heeft een toezegging van beroep ontvangen naar de Ned. Herv. Gem. te Nieuwland (bij Leerdam).

Wierden. Zondag 14 April nam. ds. K. van de Pol afscheid van de Ned. Herv. Gem. te Wierden met een predikatie over Jeremia 17 vs. 16 : „Ik heb niet aangedrongen, meer dan een herder betaamde, ook heb ik den doodelijken dag niet begeerd, Gij weet het ; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest". In zijn voorafspraak herinnert spreker aan zijn intrede vóór 3 jaar, toen hij sprak over de woorden : „Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des Woords opene om te spreken de verborgenheden van Christus", en herinnert de gemeente er aan hoe in zijn prediking hij de treurenden heeft getroost, de onwetenden onderwegen en de afkeerigen bestraft. Thans, bij het afscheid, bepaalde Z.Eerw. zijn hoorders bij : 1e. Wat een herder achter den Heere betaamt ; 2e. Wat zulk een herder begeert ; 3e. Wat zulk een herder belijdt. Naar aanleiding van deze punten handelt spreker eerst kort over de vraag, hoe Jeremia tot de woorden van den tekst kwam, om daarna het werk te Wierden te toetsen aan den eisch, dien den herder gesteld wordt. Wet en Evangelie heeft spreker verkondigd, en hij is gebleven achter den Heere. Dat is veilig. Niet als Petrus vóór, maar zooals na zijn val, achter den Heere. Jeremia beroept zich tegenover zijn tegenstanders en spotters op den Heere en zoo mag spreker ook zeggen : Wij hebben niet anders begeerd dan achter U te blijven ; en eer hebben we te weinig, dan te veel gedaan. Jeremia had alleen het oog op het welzijn van het volk en zoo ook heeft spreker, wanneer hij hard moest zijn, dit gedaan uit liefde. Spreker heeft niet den doodelijken dag begeerd, maar om het beste voor tijd en eeuwigheid riep hij het der gemeente toe : Ontwaakt, gij die slaapt, en sta: op uit de dooden, en Christus zal over u lichten.

Thans vraagt spreker aan de gemeente van Wierden : Wat hebt gij met de boodschap, die ik u bracht gedaan, of wat zult gij er mee doen ? Hij bindt haar op het hart, vast te houden aan de leer der vaderen : een rijke Christus voor een in zichzelf verloren zondaar, en eindigt met de zegenbede : De liefde Gods zij over u en Hij bevestige het werk onzer handen.

Na de predikatie werden toegesproken : burgemeester, wethouders, secretaris en verder gemeentelijk personeel, de consulent ds. Van Willigen van Rijssen, de hulpprediker de heer Kolkert, de verschillende kerkelijke colleges en functionarissen, het personeel der Herv. Scholen, dr. Beens, Vereenigingen en catechisanten.

Vervolgens werd nog het woord gevoerd door ds. Van Willigen, hulpprediker Kolkert en ouderling Nijzink. Op verzoek van den consulent zong de gemeente tenslotte Psalm 121 vers 4.

Dr. J. H. GUNNING.

In zijn blad „Pniël" deelt dr. Gunning mede, dat het met hem „zachtjesaan in de goede richting gaat". Uiteraard is hem echter nog volkomen rust voorgeschreven.

ZAANDIJK.

Ds. A. J. Hovy, die onlangs is benoemd tot voorganger der rechtzinnige Hervormde Evangelisatie te Koog-Zaandijk, hoopt Zondag 5 Mei zijn werkzaamheden te Koog aan de Zaan en Zaandijk aan te vangen.

JUBILEUM Ds. JOH. A. RAAMS.

In de Wilhelminakerk aan de Oranjeboomstraat te Feijenoord, heeft Zondag ds. Joh. Raams, Ned. Herv. pred. aldaar, die Donderdag zijn zilveren ambtsjubileum heeft herdacht, een gedachtenisrede gehouden, waarin hij een persoonlijk woord heeft gesprolten. Vervolgens heeft ds. Raams gesproken naar aanleiding van Galaten 6 vs. 14 : „Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis" Na de predikatie heeft ds. Kijftenbelt namens Kerkeraad en gemeente den jubileerenden leeraar alle goeds toegewenscht voor het tijdelijke en voor de eeuwigheid. De gemeente heeft aan het slot van den dienst ds. Raams toegezongen de zegenbede : „Dat 's Heeren zegen op u daal".

NED. HERV. GEM. TE ROTTERDAM.

In de vac.dr. Krop zal de Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Rotterdam voorloopig niet voorzien, omdat gecomitteerden niet in staat zijn de noodige gelden te verschaffen. Tot hulpprediker is benoemd in de wijk van ds. De Kluis (die Veldprediker is geworden) cand. J. C. van Dongen te Oegstgeest.

NED. HERV. GEM. TE ZWOLLE.

De Kerkeraad der Zwolsche Ned. Herv. Gem., die in meerderheid vrijzinnig is, heeft besloten in de vacature, die ontstaat door het vertrek van ds. J. F. Kruijt, die vrijzinnig is, een predikant van orthodoxe richting te beroepen.

In het vervolg zal de gemeente dan 3 orthodoxe, 2 vrijzinnige en één predikant van Evangelische richting hebben.

De orthodoxe leden van den Kerkeraad hebben, vóórdat dit besluit werd genomen, verklaard, er in het openbaar op te zullen aandringen dat op den Kerkeraad bij de a.s. verkiezingen zal worden gestemd en dat, indien de meerderheid der gemeente rechtzinnig mocht blijken te zijn geworden, ruimte zal worden gelaten voor vrijzinnige prediking.

De Kerkeraad zal zich hierover nader beraden. In totaal is voor dit in de Rivierenwijk te stichten kerkgebouw thans ƒ 45.000.— bijeen.

DE HAARLEMMERPOORTKERK.

Van den Kerkeraad der Gereformeerde Kerk is bericht ingekomen bij den Hervormden Kerkeraad van Amsterdam, dat hij in principe bereid is de Haarlemmerpoortkerk aan de Herv. Gem. te verkoopen. Daar de onderhandelingen nog loopende zijn, kon hierover verder in deze vergadering niets naders worden medegedeeld.

NED. HERV. INRICHTINGEN VOOR ZENUW­ EN GEESTESZIEKEN.

Het Bestuur van de Stichting Ned. Herv. Inrichtingen voor Zenuwzieken te Leidschendam, heeft het bouwen van een nieuw Gesticht, omvattende vier paviljoens, elk voor 100 patiënten, een administratiegebouw, een economiegebouw, een centraal ketelhuis, een directeurs-, dokters-, en administrateurswoning, 6 beambtenwoningen en een lijkenhuis, alsmede den wegenaanleg gegund aan de aannemersfirma G. J. Evers te Bloemendaal, welke met een bedrag van ƒ 1.044.700 het laagst had ingeschreven.

VRIJDENKERS EN VRIJZINNIGEN.

Wat Vrijzinnige meditaties beteekenen. In het laatste nummer van „Het Kerkblad" van de Geref. Kerken in H.V., geeft J. J. B. Jr. (ds. Buskes) een overzicht van eenige lijdensen opstandingsmeditaties in de z.g.n. neutrale of wel Vrijzinnige pers en maakt dan de volgende ernstige opmerkingen :

„De brochure van ds. Bakels „Balans van Christus, opgemaakt in het jaar 1940", werd door de politie als godslasterlijke lectuur in beslag genomen. Ds. Bakels moet van Jezus Christus niets hebben en hij getuigt aan het slot van zijn boekje : „Nu begrijpt u wel, waarom ik voor mij als ik ergens een beeld van Hem zie staan, neiging heb dat met een revolver kapot te schieten".

Maar in al deze lijdens- en opstandingsmeditaties (in de geciteerde Vrijzinnige bladen) wordt 't beeld van Jezus Christus op veel gruwelijker en geraffineerder wijze kapot gemaakt.

De liberaal-Vrijzinnige in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, de Socialist in Het Volk en de religieus-Socialist in Tijd en Taak maken het beeld van Christus in geen enkel opzicht minder kapot dan de atheïst in De Vrijdenker.

Van het Lam Gods, dat de zonden der wereld draagt, willen zij geen van allen weten. En tegen de diepste motieven van Bach's Mattheus-Passion zeggen zij allen : neen ! Jezus is op z'n best degene, die het diepste van het menschelijk hart vertolkt.

Wij hebben, schijnt het, nog niet genoeg geleerd en wij gaan maar weer opnieuw en heel rustig het opium van het humanisme en het idealisme schuiven en wij droomen al weer van paradijzen. Wee ons, indien wij straks ontwaken uit de verdooving, waarmee wij onszelf verdoofd hebben.

De uitvoering van de Mattheus-Passion op Palmpaschen in 't Amsterdamsche Concertgebouw moge het jaarlijksche hoogtepunt van Nederlandsch cultuurleven zijn, het is als zoodanig een stuk verwereldlijkt Christendom : opium voor ons allen.

Alleen in de kerk is de Mattheus-Passion op haar plaats.

Het moderne heidendom bedreigt ons waarlijk niet alleen van over de grenzen. En de Nieuwe Rotterdamsche Courant en Het Volk zijn voor ons volk gevaarlijker dan de Vrijdenker en ds. Bakels. Balans van Christus opgemaakt in het jaar 1940 !

DE KOMMA".

Een lezer schrijft aan de N. Rott. Ct. : „Kohlbrügge, de man van de komma ! In het avondblad van 2 dezer lazen wij over den man van de komma. Als Utrechtsche willen we het volgende in herinnering brengen. Bij den hoofdingang van het Oude Kerkhof te Utrecht was een steenhouwer bezig den tekst te beitelen 1 Thess. 4 : 14. Dr. Kohlbrügge maakt den steenhouwer er attent op, dat hij de komma verkeerd plaatst. De steenhouwer begrijpt zijn vergissing en neemt de komma weg, wat nóg op den steen te zien is.

Verkeerd had hij zijn komma, gezet, n.l. als volgt: „God zal degenen, die ontslapen zijn, in Jezus wederbrengen met Hem". Door Kohlbrügge's toedoen werd er gebeiteld : „God zal degenen, die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem".

't Is maar een komma, maar die komma zegt voor hen, die het verstaan, alles".

Wij willen hierbij aanteekenen, dat er in de Kerkgeschiedenis ook sprake is van een strijd om één letter, en nog wel de kleinste letter, die er is, n.l. de letter i. Het ging om het woord : homo-ousia of homoi-ousia, in betrekking tot de twee naturen van Christus. Homo-ousia beteekent : ééns-wezens met den Vader, waarachtig God, God uit God en Licht uit Licht. Homoi-ousia wil zeggen : dat Jezus een mensch geweest is met goddelijke trekken, deugden, eigenschappen : op God gelijkend en aan God verwant.

De Kerk heeft onvoorwaardelijk gekozen voor het eerste : Jezus Christus, waarachtig van eeuwigheid God, ééns-wezens met den Vader.

CALVIJN EN HET ORGEL IN DE KERK.

„Het orgel hoort, volgens Ca1vijn, niet thuis in den eeredienst. Wanneer we ons daarover verwonderen, komt dit alleen voort uit het feit, dat we vergeten zijn, wat de orgels in Calvijn's tijd maar al te dikwijls zijn geweest, in alle landen, die hij heeft gekend, 't Waren inderdaad „des amusements de ce genre", waarop de technische kunst tot uitvindinkjes, tot kunst en vliegwerk in den dwaasten zin van het woord, zich heeft botgevisrd. Het Renaissance-orgel uit Calvijn's tijd moet menigmaal, ofschoon het in de kerk was opgesteld en bij de godsdienstoefeningen werd gebruikt, totaal ongeschikt voor den liturgischen dienst zijn geweest : bij het gebruik van bepaalde registers hieven trompetspelers hun instrumenten op, er waren figuren, die den heiligen Stephanus kwamen steenigen ; vliegende nachtegalen ; groteske koppen, die mond, tong en oogen bewegen ; zwevende engelen ; zon en maan en sterren, menigmaal met klokjes er aan, die hun geklingel deden hooren, wanneer het „hemelgewelf" zich bewoog ; dat alles was toch wel meer vernuftig dan stichtend en liturgisch". (Uit : Calvijn's Aesthetic a, door Jop Pollmarm. Uitgave: L. C. G. Malmberg, 's-Hertogenbosch).

Men moet deze dingen dus wel zien in het raam van de tijdsomstandigheden ! Als het orgel in de kerk zooiets van een amusement was, zooals sommige straatorgels nu nóg wel, dan is het waarlijk geen wonder, dat Ca1vijn tegen het orgel in de kerk was.

Maar dan toch zeker niet tegen een orgel, zonder meer .......

CALVIJN'S STRENGE WETTEN" IN GENèVE.

„Calvijn's decreten moeten als een rem gezien worden, als een middel om de steeds verder gaande ontaarding in haar loop te stuiten".

„Ik geloof stellig, dat een nader onderzoek, 1e. naar de modeveranderingen over het tijdvak 1550— 1556, 2e. naar den oeconomischen toestand in Geneve rond 1560, ons bevestigen zal, dat de Geneefsche wetten niet als principieel mogen worden opgevat, maar als een noodmaatregel in den meest letterlijken zin van het woord. Emigratie zoowel als immigratie hebben in Geneve een tijd van schrijnende armoede veroorzaakt. En Calvijn's bezwaren gaan dan ook vrijwel uitsluitend tegen het kostbare, tegen een luxe in goud en zilver die het onmogelijk maakt den arme te hulp te komen. Het kostbare geld wordt verspild en de rijken — aldus de latere uitgaven der Institutio — vergeten, dat zij het bloed der armen op zich dragen", (Uit : Calvijn's A esthetica, door dr. Jop Pollmann; uitgave Malmberg, Den Bosch).

Ook de weelde-wetten van Ca1vijn moeten dus „in het raam van de tijdsomstandigheden" gezien worden !

Er was waarlijk wel oorzaak, dat de stadsregeering tusschenbeide kwam, om de schrikkelijkste overdaad en schandelijkste weelde te beteugelen, terwijl er zoovelen van armoede in de droevigste ellende omkwamen !

PROF. DR. A. LECERF, DE FRANSCHE CALVINIST.

Uit Parijs wordt gemeld, dat de tournee, die door den bekenden Calvinistischen Franschen hoogleeraar prof. dr. A. Lecerf in Zweden zoo juist gehouden is, zeer succesrijk verloopen is. Aanleiding tot zijn vertrek was het feit, dat op 3 Maart te Stockholm werd herdacht, dat toen 300 jaar geleden de prediking in de Finsche taal in Zweden (in de Finsche Kerk aldaar) aanving. Voorts had prof. Lecerf drie eere-doctoraten, die door de Parijsche theologische faculteit aan Zweedsche theologen waren toegekend, over te brengen, n.l. aan prof. dr. J. Lindblom, aan bisschop Runestam en ds. Widner. Prof. Lecerf heeft in Zweden zeer geslaagde lezingen gehouden te Stockholm, te Upsala en te Lund.

Een merkwaardigheid voor Nederland valt in bovenstaand verband te vermelden n.l. dat de Waalsche koopman, die 300 jaar geleden het initiatief nam tot het in het leven roepen der Finsche Kerk in Zweden uit de Nederlanden afkomstig was en Louis de Geer heette, van wien gezegd wordt dat hij tot de voorvaderen van den tegenwoordigen ministerpresident in Nederland, jhr. mr. D. J. de Geer, behoort.

DE DIAKEN.

In „N. Holl. Kerkbl." schrijft prof. Grosheide een artikel over den diaken en hieraan ontleenen wij het volgende, dat ons principieele voorlichting geeft :

„De Kerk van Christus moest, wat de diakenen doen, zien als haar eigen werk. Ook hier hebben wij te rekenen met de mondigheid der Nieuwtestamentische gemeente. Het ambt heerscht niet over haar, het ambt heeft dienende beteekenis ook bij de verzorging der armen. De diaken is dienaar van Christus, maar als zoodanig stelt hij zich ten dienste van Christus' Kerk.

Daarom moet de gedachte worden afgesneden, dat de diakonie niet anders dan een financieele aangelegenheid is, geld ontvangen en uitgeven. Het oude formulier wijst er ons op, dat de diakenen ook de armen hebben te vertroosten met het Woord Gods.

Daarmede is nu onze houding tegenover den diaken bepaald. Het is niet de man, die voor de armen staat, het is in de eerste plaats de man, die voor ons staat en die in den naam des Heeren onze taak vervult. Dienend, maar ook in den naam des Heeren zegenend. De diaken vervult als ambtsdrager onze taak. Juist daarom moet hij ambtsdrager zijn. Hij moet van Christus geroepen zijn om voor het aangezicht des Heeren de taak van de gemeente van Christus te volbrengen.

Wij geven dan niet aan de diakonie. Wij geven zelfs strikt genomen niet aan de armen. Wij brengen onze offerande den Heere met het oog op den welstand in Zijn gemeente, opdat er geen nood zou zijn bij de leden van het lichaam van Christus, waarvan ook wij leden wenschen te zijn, mogen zijn. Daarom geven we gaarne aan de armen. Wij schrikken niet als de diaken komt om te vragen, wij zijn dankbaar, dat hij voor ons arbeiden wil.

Indien aldus de houding is tegenover den diaken in de gemeente van Christus, zullen de armen waarlijk worden vertroost, de gemeente des Heeren worden gebouwd en de eer des Heeren worden bevorderd."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

KERK SCHOOL VEREENIGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's