De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uitzicht aan het einde van de eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitzicht aan het einde van de eeuw

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijnheer de voorzitter, waarde vrienden,

Het duurt nog een paar maanden en dan verlaten wi| de 20e eeuw. Wij stappen de 21e eeuw binnen. Wij bevinden ons dus momenteel op het breukvlak van twee eeuwen. Het is dan goed eens terug te zien, maar evenzeer een blik vooruit te werpen. Wij kunnen voor een groot deel weten wat er in de achter ons liggende eeuw is gebeurd. Maar ten opzichte van een nieuw tijdperk zijn wij volkomen in raadselen gehuld. Desniettegenstaande de onzekerheid van de toekomst is het toch goed een paar overwegingen te maken om enigszins gewapend de eeuwwisseling tegemoet te gaan. Wij bekhmmen de wachttoren en zien om ons heen.


De 20e eeuw is gekenmerkt door enkele voorname gegevens. En wel allereerst door het woord 'oorlog'. De 20e eeuw begon met de Boerenoorlog. Deze werd gevolgd door de Eerste Wereldoorlog. Deze eindigde wel in 1918, maar ging in feite door in 1939 tot en met 1945. Daarna kwam de zogenaamde koude oorlog, die duurde tot de ontbinding van de Sovjetunie in 1989, zeg maar de jaren '90. En als wij eerlijk zijn, de confrontatie tussen Oost en West sleept zich nog voort in het conflict op de Balkan. Weliswaar is deze oorlogssituatie niet internationaal, maar lokaal met behulp van wapenen. Maar ondergronds woedt de oorlog nog voort in volle hevigheid. Zij is in laatste instantie een botsing van tweeërlei wereldbeschouwing. Wij voor ons zien daarin een oordeel Gods. Een oordeel over de zonde, evenals alle aardse leed hier uitkomend in wel zeer grote en verschrikkelijke nood en dood. Oorlog dus, lokaal en interlokaal. Ten diepste ook een Godsdienstoorlog tussen de islam en het christendom. Zo u wilt ook een conflict tussen het Slavisch christendom en het Westers christendom.


Terwijl nu de oorlog openbaar komt als schending van alle levensverhoudingen, is er daarnaast een ononderbroken botsing aan de gang sedert het begin van deze eeuw in de loopgraven van het denken. Het jaar 1900 is het sterfjaar geweest van de wijsgeer Nietzsche. Weinig denkers hebben zo'n invloed geoefend op de moderne levenssfeer als hij. Zijn weerzin tegen het christelijk geloof, zijn nihilisme heeft verschrikkelijke vrucht gedragen. De crisis van het geloof in God is door hem in gang gezet. Hij voorspelde voor het gehele levensklimaat van Europa, dat alle idealen van hoger zin, moraal, humaniteit, ten onder zouden gaan. Nietzsche is de man geweest, die een omkering van alle waarden bepleitte. Door hem kwam er een victorie van alle impulsieve hartstochten en instincten van de mens. Hij juicht een kosmische levensdrift toe. Hij is de vader van het grenzeloze nihilisme. Geen enkele grondwaarheid wilde bij erkennen. Het komt ons vóór, dat Nietzsche de crisis van het geloof in God in gang heeft gezet. De ideeën van deze denker hebben in deze eeuw verwoestend en vergiftigend gewerkt. De ontkerstende samenleving van onze tijd heeft zijn oorsprong daar te zoeken.


Ziedaar dus een overzicht van de 20e eeuw. Wat voor inzicht mogen wij daaraan ontlenen voor de komende eeuw? De cultuurpatronen van de nieuwe eeuw zullen niet ingrijpend wijzigen. Niemand verwacht dat het breukvlak van twee eeuwen op politiek, moreel, cultureel of religieus vlak inderdaad een beslissende scheiding zal teweegbrengen. De wereld zal doordraaien als altijd en spoedig zal de ervaring van de nieuwe eeuw dezelfde zijn als die van de oude eeuw. Trouwens, zullen de komende patronen niet eerder nog veel erger worden? Deze vraag mogen wij terecht wel stellen. Op bijbelse gronden is er alleszins reden om sneller afglijding te vrezen. Er is ook in geestelijke dingen een hellingeffect werkzaam.


Vooreerst noemen wij het punt van de zedelijke anarchie. Christus zegt in Mattheüs 24, dat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden en de liefde van velen zal verkouden. Men denke maar aan de dagen van Noach en Lot. Er is te denken aan een geleidelijk verlopend eeuwenlang proces, dat zijn uitgangspunt vindt in een groeiende vervreemding van God en van Zijn Woord. Daaruit leren wij immers alleen de voor de mensheid verordende levensnormen kennen. En als wij het Woord minachten, komt de chaos op. Niet in één keer, neen, het is aanvankelijk geen ruk, waarmee men zich op eenmaal van God en Zijn geboden losscheurt. Veeleer is het een langzaam losweken van het verband met God. Maar van lieverlee komt men verder en zinkt men dieper weg. Er is een toenemende wetteloosheid in staten en landen, in kerken en families. Denkt u maar aan het ouderlijk gezag, aan het huwelijk, aan de zedenwetgeving en vele andere gebieden meer.


Maar wij noemen nog een punt. De apostel Paulus waarschuwt de gemeente van Thessalonica, dat zij niet moeten menen, dat de dag van Christus aanstaande zou zijn. Die komt namelijk niet, tenzij eerst de afval gekomen is en dat geopenbaard is de mens der zonde, de zoon des verderfs. Op een andere plaats schrijft Paulus aan Timotheüs, dat de Geest duidelijk zegt, dat in de laatste tijden sommigen van het geloof zullen afvallen. Deze afval is niets vreemds. Jezus wist dat Hij zowel tot val van velen, als tot opstanding van velen ten eeuwigen leven door God was gesteld. De groeiende afval van de kerk is daarom een veeg teken des tijds. Wij gaan een ontkerstende wereld tegemoet. Zeer duidelijk is de Schrift op het punt van de voortwenteling der eeuwen. Wij gaan niet naar een droomrijk van vrede en heil. Verdrukking en vervolging zullen niet ophouden. Natuurlijk zien wij allemaal graag een bloeiende kerk, waarvan het ledental van jaar tot jaar aangroeit. Maar de Schriftgedachten ten aanzien van de toekomst der eeuwen zijn te duidelijk om van utopieën te spreken. Zelfs een profetische geest als Herman Bavinck heeft in 1908 in zijn 'Wijsbegeerte der openbaring' dit totale ontkersteningsproces al zien aankomen als een onafwendbaar gevolg van een cultuur zonder God. Er bestaat niet de minste waarborg – zo schrijft hij – dat gemeente en wereld niet ook in de toekomst, evenals in de eerste eeuwen van het christendom, strijdend tegenover elkander zullen komen te staan. Wij hebben niet de minste zekerheid, dat in weerwil van alle prediking van verdraagzaamheid, en naarmate het einde nadert, niet een vervolging tegen de gemeente van Christus losbarsten zal, welke in hevigheid alle voorafgaande verdrukkingen overtreft. Integendeel, er bestaat groot gevaar, dat de moderne cultuur, indien zij op haar godloze weg voortgaat, op de standvastigheid der gelovigen vergrimmen zal en door dwang zal trachten te bereiken, wat zij door redenering en betoog niet verkrijgen kan. Zag Bavinck 91 jaar geleden de toekomst te donker in? Er is helaas niets te noemen, dat er op wijst, dat hij zich zou hebben vergist.


Het is voorshands onze taak en roeping de horizon van de tijd zorgvuldig te bespieden en waakzaam te zijn. Wij moeten maar rondom ons heen zien op de wachttoren en ons niet door de levensroes laten overrompelen. Dat betekent niet, dat wij wereldvreemd ons zouden moeten gedragen, maar evenmin levensgulzig alles wat ons wordt voorgezet, moeten verorberen. Er is een evenmaat der tegendelen. De gemeente van Christus geeft zich niet over aan verblinding en verdwazing. Zij houdt zich vast aan het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest. Dat bewaart in nuchterheid, eenvoud en liefde.


Tegenover deze donkere achtergrond werpen wij nu een blik vooruit. Dan pas is er doorzicht. En op welke manier? Door het gebed te beoefenen. Wij denken daarbij aan de tweede bede van het Onze Vader: Uw Koninkrijk kome. Dat gebed bevat een viertal concentrische cirkels, die ieder op zich een programma bevatten voor de toekomst. Willen wij als Gereformeerde Bond werfkracht behouden, dan moeten wij deze punten in dezelfde orde van gewicht bewaren als waarin ze in zondag 48 staan. Uw Koninkrijk kome in ons hart. Zullen wij ons aan God in alles onderwerpen, dan moet het diep in ons hart komen. Onze gedachten, woorden en werken van uit ons hart geregeerd worden door Zijn Woord en Geest. Daar hebben wij de zaak van het persoonlijk geestelijk leven. Dat heeft onder ons steeds hoog genoteerd gestaan. Maar dat moet ook zo blijven, anders vervaagt ons beginsel snel als de wind. Het komt aan op een voortdurende zelfkennis.


De tweede cirkel is: Uw Koninkrijk kome in ons land. Bewaar en vermeerder uw kerk. Gods Koninkrijk komt wanneer de kerk bewaard en vermeerderd wordt. Bewaar wat gij hebt bewerkt en gegeven; uw kerk, uw volk, het werk uwer handen. Vermeerder haar, doe haar groeien van dorp tot dorp, van stad tot stad. Bewaar uw kerk door het Woord te bewaren en haar bij het Woord. Door de kerk worden wij opgeleid voor het Koninkrijk. Helaas, kerkverwoesting verblindt het gezicht op het Koninkrijk. De huidige toestand in de kerk lijkt veelal op het handhaven van onze rijkjes en staten. De kerk is verbrokkeld door tal van autoriteiten. De splinterwoede in onze Gereformeerde Bond betekent veelszins: mijn rijk kome.


De derde cirkel is: Uw Koninkrijk kome in de wereld. Verstoor de werken des duivels en alle geweld dat zich tegen u verheft. De ganse wereld moeten wij in ons gebed opnemen. De vijandige machten moeten wij niet vergeten, maar ook niet vrezen. Wij zullen voor de toekomst meer dan ooit waakzaam en werkzaam dienen te zijn. De theologie en de filosofie kunnen raadslagen worden die tegen het heilig Woord bedacht worden. Ja, de pers, het boek en de film en de moderne media bevorderen de popularisering van deze raadslagen. Wij leven niet op een eiland, maar staan midden in de stroom. Kennis en onderzoeking van het Woord bewaren voor verkokering en versmalling, maar wapenen ook om de vijand te leren kennen. Wij hebben nodig op te komen tegen verschrompeling, maar ook tegen vervaging in onze beweging.


De vierde cirkel is: Uw Koninkrijk kome in eeuwigheid. God werkt voor de eeuwigheid. Het gaat naar de volkomenheid van Gods Koninkrijk toe, waarin Hij alles zal zijn in allen. Dit is hèt wenkend perspectief. Het werk van de Gereformeerde Bond moet op deze norm worden getoetst, of het zal waardeloos worden.


Deze vier cirkels kunnen niet van elkaar worden losgemaakt. Ze liggen om het middelpunt van de eere Gods. De ene cirkel vraagt om de andere. Mij dunkt, daar hebt u de marsorde voor de 21e eeuw. Maar dat is óók het uitzicht. Dit Koninkrijk zal eenmaal komen. Dwars door alle tegenstand heen. Met het oog op deze waarheid kunnen wij de toekomst getroost tegemoetgaan.
U, die ons helpen wilt en kunt,
Die, in Uw Zoon verhoring gunt,
Die, door Uw Geest ons troost en leidt,
U zij de lof in eeuwigheid.

A. van Brummelen, Huizen

Slotwoord uitgesproken op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond op 26 mei 1999 te Nijkerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uitzicht aan het einde van de eeuw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's