Thuis voor kerst
Roemenië, Tirga Mures, december 2024
De poort die ooit groen geverfd is, maar waarvan nu alleen nog de resten van de verf op de verweerde planken zichtbaar zijn, maakt een piepend geluid, wanneer Martha de deur open duwt. Meteen begint er aan de andere kant van de deur een hond hard te blaffen. Martha let er niet op, ze weet dat de hond vastligt aan een ketting, en dat de bewoonster van het kleine huisje achter de poort gealarmeerd is dat ze eraan komt.
Nog voor ze de poort weer achter zich dicht heeft gedaan, ziet ze Elena al voor de deuropening staan. Het huisje is klein en scheef gezakt. De deur is zo laag, dat zelfs Elena, die toch niet groter is dan een meter zestig, moet bukken als ze naar buiten komt. Haar ogen stralen als ze Martha ziet. Met de rug van haar hand veegt de 93-jarige dame het losgeraakte haar uit haar gezicht. Het hoofddoekje dat ze over het grijze, dunne haar draagt, zit met een stevige knoop vast onder haar kin. Haar hele gezicht bestaat uit rimpels, maar haar houding is fier en zeker. De snelheid waarmee ze Martha tegemoet komt, doet Martha aan een jonge hinde denken. Ze huppelt bijna, wat Martha lachend ‘Atent, atent!’ ‘Voorzichtig, voorzichtig!’ doet roepen.
Elena pakt Martha’s hand vast en neemt haar mee terug naar haar huisje. De hond is weer gaan liggen en weet dat Martha ‘goed volk’ is. Het is stil om het afgelegen huisje. De bladeren van de struiken en bomen ritselen in de zachte wind. In de verte klinkt het geluid van een landbouwwerktuig. Dat moet de boer zijn van het dichtstbijzijnde boerderijtje, zo’n driehonderd meter verderop.
Dezelfde groene kleur die ooit op de poortdeuren zat, zit ook op de luiken van Elena’s huisje. Ook hier bladdert de verf af, wat Elena er niet van weerhoudt er geraniumplantjes voor te zetten, in de stenen vensterbank. Haar huisje staat net als de oude vrouw zelf, fier overeind, maar wie op de details let, ziet dat het dringend wat onderhoud nodig heeft.
Eenmaal binnen ziet Martha dat Elena haar huisje, dat bestaat uit een woongedeelte en een slaapgedeelte, keurig is opgeruimd. De kleden op de grond geven het een warme sfeer. In de hoek van de kamer staat een klein fornuis, waaronder nog een paar blokken hout zijn opgestapeld. Martha is blij dat ze een netje met houtblokken bij zich heeft voor de oude vrouw, als een plastic tas vol levensmiddelen. ‘Kijk, ik heb evenmeel, bonen, rijst en groenten voor u meegenomen. De olie hebt u nog van vorige maand toch?’ Dankbaar knikt Elena. Ze neemt de tas vol eten aan en begint die meteen uit te pakken. Aan elk pakje en zakje eten ruikt ze even. Dan zet ze het op een plank boven het aanrecht, dat bestaat uit een blad met twee kastjes eronder. Stromend water is er niet. Haar water haalt ze uit de waterput die achter op haar erf staat. Martha weet dat het ophijsen van de emmer water Elena nog goed af gaat, ondanks haar hoge leeftijd. Daarom hoeft ze nog geen waterflessen voor de vrouw mee te nemen tijdens haar maandelijkse bezoekjes.
‘Volgende maand halen we u op voor het kerstfeest’, zegt ze terwijl ze de oude vrouw helpt de nieuwe houtblokken onder het fornuis op te stapelen. Het kerstfeest in de stad, ruim twintig kilometer verderop, is al vele jaren het enige uitstapje buiten haar eigen dorp. Elena kijkt er al maanden naar uit. Ze pakt Martha’s beide handen vast en drukt haar hoofd even tegen Martha’s borst. ‘Ik hoop zo dat ik er dan nog ben, dat ik het nog mag meemaken’, zegt ze zacht. Martha laat een moment haar kin op het hoofd van de oude vrouw rusten. ‘Wij hopen ook dat u er bij bent, u hoort bij het kerstfeest van de Grannyclub. Ik kan mij geen kerstfeest zonder u voorstellen!’ Als de boodschappen en het hout zijn opgeruimd, gaat Martha met Elena op de houten bank zitten. Elena geeft Martha een geborduurd kussen dat ze achter haar rug moet doen. Ze heeft het lang geleden gekocht van langsreizende Roma’s en het heeft haar een half maandpensioen gekost. Ze is er trots op en als er gasten zijn, moeten die ervan genieten. Martha is haar enige gast, dus steevast als ze bij Elena op het houten bankje plaatsneemt, wordt het kussen achter haar rug geschoven.
Terwijl Martha de bloeddruk van Elena meet en haar medicijnen geeft voor de bloeddruk, die alweer te hoog
is, praten de vrouwen samen over het leven. Elena deelt haar zorgen over haar kinderen. Ze heeft al maanden niets van haar twee zoons gehoord. Ze wonen met hun gezinnen in Duitsland waar ze werk hebben gevonden. Hun oude moeder lijken ze te zijn vergeten. Het doet Elena pijn om erover te praten, maar toch is het fijn om haar verdriet met Martha te delen.
Martha geeft de oude vrouw nog een stevige knuffel, voor ze weer naar haar busje gaat, op weg naar de volgende oudere die ze bezoekt.
‘Tot volgende maand Elena, we halen u vroeg in de ochtend op voor het kerstfeest. Doe uw mooiste hoofddoek om!’
De vrijwilligers kijken steeds opnieuw op hun horloge. Het is 10 uur, de tijd dat de kerstviering zou beginnen. Maar Martha, hun collega en degene die de kerstviering zal openen, is nog niet terug.
Martha is naar een dorpje gereden, ruim twintig kilometer verderop, om hun oudste bezoekster op te halen. Ze had al lang terug kunnen zijn. Snel steken Kathy, Irina en Raya hun hoofden bij elkaar. Wat is wijs? Vast beginnen met het programma, of nog even wachten. Irina heeft Martha al geprobeerd te bellen, maar krijgt het antwoordapparaat. Het bereik in de dorpjes is ook vaak slecht, zeker in de winter.
‘Ik zal de viering openen’, zegt Kathy. ‘De ouderen beginnen al een beetje onrustig te worden. Laten we gewoon beginnen...’
Raya gaat achter het keyboard zitten en begint zachtjes te spelen. Meteen wordt het stil in de zaal. Verwachtingsvol zitten bijna vijftig ouderen klaar voor een van de hoogtepunten van het jaar: het kerstfeest! Sommigen hebben zich extra mooi aangekleed. Anderen zijn in hun werkkleding gekomen. Niemand kijkt de ander erop aan, alle nadruk ligt op dat wat hen verbindt deze ochtend.
Raya zet het geluid iets harder en zet dan in met haar heldere stem: ‘Noapte tacuta, noapte sfanta...’ De ouderen vallen haar meteen bij, en samen zingen ze het oude lied ‘Stille nacht, heilige nacht. Davids Zoon, lang verwacht...’
Terwijl Kathy en Raya de ouderen meenemen in een prachtige viering, waarin het kerstevangelie wordt gelezen en verteld, waarin er veel wordt gezongen en een oudere een gebed uitspreekt, blijft Irina proberen of ze Martha kan bereiken.
Net wanneer ze de moed bijna opgeeft en ze zich afvraagt of ze iemand moet bellen om Martha en Elena te zoeken, gaat haar telefoon. Het is Martha. Haar hart maakt een sprongetje en snel loopt ze een eindje weg van de zaal waar de viering doorgaat. ‘Ja, Martha! Waar ben je toch... we...’
‘Luister Irina’, klinkt Martha’s stem zacht maar dwingend. Meteen is Irina stil. Er is iets. Ze voelt het. ‘Het is... ‘Er klinkt een snik in Martha’s stem. ‘Ik heb Elena gevonden. In haar huisje. Ze is... ze leeft niet meer.’ Een koude rilling loopt langs Irina’s rug. ‘Wat... wat is er gebeurd? Hoe...?’
‘Ik weet het niet. Ze deed niet open toen ik riep. Toen ben ik naar binnen gegaan. Ze lag nog op haar bed. De kaart met de uitnodiging voor het kerstfeest lag naast haar. Ze ligt daar zo rustig. En haar mond... haar mond lacht. Ze is kort voor ik haar vond gestorven. Maar ze ligt daar zo vredig. Ik heb de arts gebeld. Die is er nu. Alles wordt geregeld voor haar begrafenis. Ik probeer haar zoons te bereiken, maar ze nemen niet op. Komen jullie meteen na het kerstfeest hier naartoe? Alsjeblieft?’
Irina hoort de emotie in Martha’s stem en belooft: ‘Ja, we komen! We rijden hier over een uurtje weg. Hou vol Martha, en dank God. Dumnezeu este bun. Elena is bij Hem.’
De diepe zucht die Irina ontsnapt, wanneer ze de telefoon uitdrukt, is een stil gebed naar God. ‘O God, sta ons bij.’
Dan loopt ze terug naar de zaal. Ze steekt kort haar duim op naar Kathy en Raya, die begrijpen dat ze Martha gesproken heeft.
De viering verloopt vreugdevol en vol liefde. Na het laatste lied klappen de ouderen wel een minuut lang. Zo mooi vonden ze het.
In de keuken hebben een paar vrouwen schalen vol lekkers klaargemaakt, die rondgaan door de rijen. De ouderen praten nog even na, tot Irina besluit de microfoon over te nemen. Ze moet het nieuws toch vertellen, het kan een tijdje duren voor zij of de andere vrijwilligers de ouderen opnieuw ontmoeten. Er gaat een korte schok door de zaal wanneer ze vertelt over het sterven van Elena. Ouderen slaan hun hand voor hun mond, stoten elkaar aan, of staren voor zich uit. Terwijl Irina de groep even de tijd geeft het nieuws te verwerken staat Dima op. Hij is de oudste man van het gezelschap, en als hij gaat staan is iedereen stil. ‘Droog je tranen. Glimlach en dank. Elena is voor ons uit gegaan. We zullen allen volgen. Ze is daar waar we over hebben gezongen. Bij God, en bij de engelen. Ze is volmaakt gelukkig. Dicht bij Jezus, het Kind van Bethlehem. Laat ons danken.’ Meteen sluit hij zijn ogen, de hele zaal volgt zijn voorbeeld. De tranen stromen over Irina’s wangen, wanneer de oude Dima God dankt voor het leven van Elena en voor haar vredige sterven. Raya en Kathy staan beiden aan een kant van Irina en de vrouwen hebben hun armen om elkaar heen geslagen.
‘Dankuwel, Dima’, zegt Irina, terwijl ze de oude man even in zijn hand knijpt. Stil verlaten de ouderen de kerstviering. Stil, verdrietig en toch vertroost.
Er staat slechts een handjevol mensen om het geopende graf.
Martha is er, samen met Irina, Raya en Kathy. Ook is de buurman gekomen, nadat Martha hem had ingelicht. De dokter is er en de dominee van het dichtstbijzijnde dorp staat met zijn hoed in zijn handen naast het graf. Hij spreekt een gebed uit en leest uit de Bijbel Psalm 23 voor.
Als hij klaar is, en het stil blijft, vraagt Martha zacht: ‘Mag ik een lied zingen, samen met mijn vriendinnen?’ De dominee knikt kort. ‘Welk lied zongen jullie eergisteren bij de kerstviering?’ Vragend kijkt Martha de andere vrouwen aan. ‘Het lied over de Morgenster die opkomt, raakte mij en de mensen in de zaal het meest’, fluistert Raya.
Martha knikt. Zacht begint ze te zingen: ‘Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster! De blinkende Morgenster... de blinkende Morgenster...’
Wanneer het lied uit is, klinkt daar ineens de stem van de buurman. Helder en vast: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets. Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!’
De tranen stromen ineens over Martha’s wangen. ‘Dankuwel, Elena, voor uw getuigenis. Dank voor uw liefde en trouw. Dank dat we u mochten kennen en ontmoeten. U bent ons voorgegaan. U bent al daar, waar de Morgenster is opgegaan en waar Hij blinkt, voor eeuwig!’
Nooit eerder maakte Martha een begrafenis mee die zo intiem en klein was. Nooit eerder ervoer ze zoveel vreugde en vrede, na het heengaan van iemand van wie ze houdt. Het is goed. God is goed. Eeuwig duurt Zijn trouw. Wanneer de vier vrouwen elkaar goed vasthouden, richt de dominee zijn blik omhoog. Kerstfeest op de aarde, een bruiloft in de hemel. Een mensenkind heeft het Koningskind ontmoet: wat een feest zal dat zijn.
Nieske Selles-ten Brinke schrijft, spreekt en denkt mee over uiteenlopende thema’s. Nadat zij in het onderwijs heeft gewerkt en boeken schreef rond geloofsopvoeding, schrijft zij de laatste jaren voor volwassenen. Zij schrijft en spreekt nu met name over geloofsopbouwende onderwerpen. In januari verschijnt haar eerste roman.
Nieske is getrouwd met Allard en (pleeg)- moeder van vijf jongeren. Inspiratie voor dit verhaal deed zij op tijdens een sponsorreis met stichting Hulp Oost Europa in Roemenië. Zie ook cutt.ly/PentruBunica of scan de QR-code.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's