De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Hart van de Torah

Bekijk het origineel

Hart van de Torah

Leviticus – inleiding: handboek voor aanbidding God van Israël (1)

8 minuten leestijd

Van de vijf boeken van Mozes is Leviticus het middelste en kleinste boek. Het hart van de Torah, met als kern hoofdstuk 16: Jom Kipoer, verzoening door voldoening in het heilige der heiligen. Het is onder ons het minst bekende en minst bepreekte boek. Het is moeilijke stof. Wat kun je ermee?

Wie de Bijbel van kaft tot kaft leest, heeft de neiging gedeelten uit dit boek maar over te slaan. Toch is het geen handboek vol wetten, maar eerder een handboek voor aanbidding. De inhoud bestaat niet slechts uit geboden – hoewel er 247 van de 613 mitswot (voorschriften) in staan –, maar het gaat ook over dankoffers, priesters, een heuse feestkalender met zeven jaarlijkse feesten die uitbundig gevierd mogen worden, plus een wekelijks terugkerende feestdag als de sabbat. Al dat heerlijks hoort ook bij het dienen van de Heere.

Dertig keer

Als student las ik het boek Aantekeningen op Leviticus van C.H. Mackintosh. De auteur past daarin de verschillende offers toe op verschillende kanten van het kruiswerk van Christus. Het bracht me tot aanbidding. Wat gaat dit boek dan leven, wanneer Christus en Zijn werk erin ontdekt wordt. De Hebreeënbrief is in feit één grote uitleg van Leviticus.

Zoenoffers en priesters worden vergeleken met het werk van de grote hogepriester Jezus Christus. Opvallend is dat sinds eeuwen Joodse jongetjes de studie van Gods Woord niet met Genesis beginnen maar met Leviticus, vanuit de gedachte: ‘Laat wie rein is, reinheid bestuderen.’ Vooral dit boek moest worden ingeprent in jonge Joodse harten. God spreekt daarin. Wel meer dan dertig keer lezen we de formule: ‘De Heere zei tegen Mozes.’

Wajikra

Leviticus is geen gelukkige benaming. De taak van de Levieten wordt meer in Numeri beschreven. Het gaat primair om de dienst van priesters ten behoeve van het volk Israël voor Gods aangezicht. De oorspronkelijke naam voor dit boek was dan ook torat kohanim: de wet van de priesters.

In de Hebreeuwse bijbel heet het Wajikra, naar de eerste woorden in het bijbelboek: en Hij riep. Volgens de bekendste Joodse uitlegger Rasji is roepen een woord dat duidt op uitnodiging, vriendschap en liefde. Het cirkelt om de tabernakel. In Exodus 40 is Gods woning klaar en vervuld met Zijn heerlijkheid. En nu roept God Mozes in Zijn nabijheid: kom maar dichterbij in Mijn huis. Wat een genade is dat.

Hoofdonderwerp

Het tijdsbestek is een goede maand, tussen de oprichting van de tent (Ex.40) en de volkstelling (Num.1). Het volk verblijft aan de voet van de berg Sinaï rond 1450 v.Chr. God is zojuist een verbondsrelatie aangegaan met het verloste volk Israël. Zij zijn van God en God is van hen.

Gaat het in Genesis over schepping en in Exodus over verlossing, in Leviticus is het hoofdonderwerp gemeenschap. Negenentwintig keer klinkt: ‘Ik ben de Heere, jullie God.’ Het gaat over de vraag hoe een verlost volk de omgang met hun heilige God, Die in hun midden woont, kan bewaren of herstellen. God woont niet meer boven op de top van de berg Sinaï, op afstand en onbenaderbaar voor het volk, maar Hij daalt af en komt letterlijk wonen in het midden van Zijn volk, in een tent, net zoals zij, hen nabij (Ex.40).

Dat is heel de Schrift door het verlangen van God: willen wonen dicht bij de mensen en omgang met hen hebben. In het Nieuwe Testament daalt God in Christus neer van ‘alzo hoge’ en ‘tabernakelt’ Hij onder ons als het vleesgeworden Woord (Joh.1:14). Gemeenschap tussen een verlost maar zondig volk en een heilig God gaat niet zomaar. Dat kan alleen op de voortdurende grondslag van het jaarlijkse zondoffer (Grote Verzoendag) en het dagelijkse brandoffer. In de liefelijk reuk van het offer is het volk bij God aangenaam. Hij ziet alleen in Christus ons altijd genadig aan.

Dit boek is vol bloed: kostbaar bloed (van Christus), zoenbloed als basis voor de intieme omgang met de Vader en de Zoon.

Adeldom verplicht

Een tweede kernwoord is heiligheid (Lev.11;19;20; 21;22). Dat kenmerkt de verbondsgemeenschap. Leviticus is een lange overdenking van wat heiligheid is en hoe dat vertaald kan worden naar alle terreinen van het dagelijks leven: eten en drinken; het gedrag jegens je vrouw, je volksgenoot en de vreemdeling; je tijdsbesteding en het verantwoord beheer van je stukje land (sabbatsjaar en jubeljaar) etc.

Geestelijke adeldom verplicht. Het gaat er niet om hoe een zondaar verlost wordt – dat is het onderwerp van Exodus –, maar over hoe een verlost volk God heilig en rein toegewijd kan zijn. De Heere geeft via Mozes instructies aan de priesters hoe zij Zijn volk kunnen onderwijzen om te onderscheiden tussen het heilige en het onheilige, tussen het onreine en het reine (Lev.10:11).

De genadige God is de heilige God. Hij zegt: ‘Ik heb u van de volken afgezonderd om van Mij te zijn.’ (Lev.20:26) In Zijn volk wil de Heere iets terugzien van Zijn eigen beeld. Zijn eigenschappen in ons handelen, denken en spreken. Bij Petrus resoneert dit wanneer hij schijft: ‘Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel.’ (1 Petr.1:15)

Bewaken

Leviticus begint in het heiligdom van de Heere en gaat via de priesters naar het volk. Dan draait het om de verzoening en gaat het van het volk via de priesters weer naar de Heere terug in feestgedruis. Slechts twee verhalende gedeelten zijn er die beide te maken hebben met het bewaken van Gods heiligheid. In Leviticus 10 komen Nadab en Abihu met vreemd vuur voor God en in Leviticus 24 wordt de godslasteraar bestraft. De les van Nadab en Abihu is dat je God mag dienen, maar niet op je eigen manier, alleen op Gods manier, zoals Hij in Zijn Woord heeft voorgeschreven. Jezus zegt hetzelfde: ‘Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden.’ (Joh.4:23) Door de Geest en naar Zijn Woord.

De les van de godslasteraar is: dwaal niet, God laat Zich niet bespotten. Er is geen grotere zonde die God meer vertoornt dan de lastering van Zijn heilige Naam. Daarom heeft Hij bevolen die met de dood te straffen.

Drie grote lessen

Drie grote lessen trekken we uit Leviticus in het licht van het Nieuwe Testament.

(1) In de vier bloedige offers (Lev.1-7) zien we verschillende aspecten uitgebeeld van het veelzijdige kruiswerk van Christus (Hebr.10). Bestudering ervan geeft ons meer kennis van de verzoening en de waarde van het offer van de Heere Jezus. A. Bonar schrijft: ‘De Heilige Geest heeft maar één hoofdstuk nodig om de schepping te beschrijven, maar neemt zeven hoofdstukken om het heerlijke werk van de verlossing te beschrijven!’

(2) De feestkalender van Leviticus 23 toont ons dat God Zijn volk graag bij Zich wil hebben in heilige samenkomsten, opdat zij zich verheugen voor Zijn aangezicht in Zijn grote daden. De feesten zijn ten dele vervuld op Goede Vrijdag, Pasen en Pinksteren. Laten wij nu al feestvieren, want ook ons Paaslam, Christus, is geslacht (1 Kor.5).

(3) Heiligheid is een sieraad voor Gods huis en voor Gods volk. ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ (1 Petr.1: 16) De verloste mens is herschapen naar Gods beeld en mag Zijn beeld gaan vertonen in handel en wandel. Een geheiligd volk.

Heiligheid is een verbondswoord waar liefde in meekomt. Heilig leven is een hogere vorm van leven dan de wereld kent, namelijk een leven met de Heilige – gezegend zij Hij. Een getransformeerd leven onder Gods vriendelijk aangezicht. Vanuit de tent van ontmoeting het alledaagse leven in.

De heiligheid krijgt verticaal gestalte in het stellen van onze lichamen tot een levende offerande. Heilig, voor God welbehaaglijk (Rom.12). Horizontaal in het rechtdoen en liefhebben van de naaste als onszelf (Lev.19:18).

Handboek

Een handboek voor aanbidding van de God van Israël, Die in het offer van Zijn Zoon Zijn volk genadig aanziet. Een mooi voorbeeld vinden we in hoofdstuk 9:22: nadat het offer is gebracht, ontvangt het volk de zegen van God via Aäron. Gods vuur verteert het offer en de glans van de heerlijkheid van de Heere verschijnt aan hen. Als heel het volk dat ziet, juichen ze en werpen ze zich met het gezicht ter aarde.

Aanbidding heeft te maken met wat je oren horen (zegen), je ogen zien (offer), je mond zegt (juichen), je knieën doen (buigen) en waar je hart vol van is. Een buigen in het stof én verheffen met lof. Een vrolijkheid met diep ontzag. Leer ons, Heere, dit elke dag.


Vierdelige serie over het bijbelboek Leviticus

1. Inleiding bijbelboek

2. Verzoening (1-7, 16)

3. Heiliging (8-15, 18-22)

4. Feestviering (23)


Hoofdstukindeling Leviticus

Een zevenvoudige symmetrische indeling is als volgt te maken:

1. 1-7: offers aan de Heere

2. 8-9: priesterwijding

3. 10-15: rituele reinheid van het volk

4. 16: Grote Verzoendag als het hart

5. 17-20: morele heiligheid van het volk

6. 21-22: priesterbepalingen

7. 23: feesten van de Heere

De slothoofdstukken 24-27 beschrijven de verbondszegen en vloek voor land en volk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Hart van de Torah

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's