De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Ik ben gedoopt, dus ik ben

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben gedoopt, dus ik ben

Een actueel aspect van het gedoopt-zijn

6 minuten leestijd

In een mum van tijd is identiteit een van de meest besproken en omstreden thema’s in onze maatschappij geworden. Met name toen begrippen als ‘diversiteit’ en ‘gender’ in politiek en onderwijs hun intrede deden. Kinderen en jongeren worden steeds vroeger voor de levensvraag geplaatst: wie ben ik en hoe kom ik daarachter?

Tijdens de afgelopen decennia voltrok zich een proces van individualisering. Identiteit was dus al langer iets waar elk individu een eigen ruimte in moest hebben. Wie jij bent en wilt zijn, daar heeft een ander niets mee te maken en van te vinden. De tijd waarin onze persoonlijke identiteit afgeleid was van - en ondergeschikt was aan - een collectieve identiteit (van familie, traditie of kerk) is allang voorbij. Het leek een bevrijding: eindelijk jezelf te mogen zijn. Ook onder christenen is deze gedachte wijdverbreid. Het is zelfs als evangelie verkondigd: bij God mag je jezelf zijn, God vindt jou oké zoals je bent.

Heftige strijd

Tegelijkertijd nam het aantal mensen met een identiteitscrisis sterk toe. Ik vind het aangrijpend om in een boek als Homo in de Biblebelt (2022) levensverhalen van christenen te lezen die een heftige strijd van vertwijfeling hebben gestreden rond hun seksuele geaardheid en hun identiteit. Een vergelijkbare strijd wordt door veel pubers, tieners en jongvolwassenen gestreden rond vragen als: Wie ben ik? Wie mag ik zijn, ook als ik de Heere wil dienen? Hoe vind ik mijn identiteit?

In het meeworstelen rond deze vragen valt het mij op dat in gesprekken en publicaties nauwelijks de doop ter sprake wordt gebracht. Zoals omgekeerd in publicaties over de doop nauwelijks iets wordt gezegd over de betekenis voor onze identiteit. Mogelijk zegt iemand dat doop en identiteit niets met elkaar te maken hebben. Identiteit is geen Bijbels maar een modern woord. Bovendien moet je psychologie en theologie niet door elkaar halen. Dat beaam ik. Maar zegt onze doop niet álles over ons leven en haar vragen? In de doop gaf de Heere ons een teken en zegel voor iedere dag. We spreken over ons gedoopt-zijn in de tegenwoordige tijd: ik ben gedoopt, ik ga als een gedoopte door het leven. Ook als het over mijn identiteit gaat. Ik probeer in dit artikel een paar eerste verkenningen op dit terrein te doen.

Vergoddelijking van onszelf

In onze doop worden wij aan de Heere verbonden en in Christus ingelijfd. Wij zijn niet meer los te denken van Hem. Ons leven staat in het licht van de relatie die Hij met ons aangaat. Dat is het tegenovergestelde van onze natuurlijke neiging om ons van onze Schepper los te maken en de beschikking over ons eigen leven te claimen. Zo komen we tot de vergoddelijking van onszelf en ons eigen ik – ons ego wordt almaar groter en dominanter. Met alle gevolgen van dien overigens: de liefde tot God boven alles en tot de naaste als onszelf sterft onder de liefde die we tot onszelf koesteren. Daarom zijn we op sterven na dood, met onze cultuur. Zonder relatie geen identiteit.

In de doop roept de Heere ons echter bij onze naam en verbindt Hij Zich aan ons. De oude, zondige manier van leven waaraan ook wij van nature zo gehecht zijn, wordt in de dood van Christus begraven. Dat betekent dat ons oude ego geen bestaansrecht meer heeft en dat wij ons daarom als dood houden voor de zonde (Rom. 6:11). In een nota van onze kerk stond ooit de indringende zin: in de doop worden wij onteigend. Wat zitten we hier dicht bij antwoord 1 van de Heidelberger! Ik ben niet meer van mijzelf, maar van Jezus Christus. En ik heb daarom ‘alle zeggenschap over mijzelf verloren’ (berijming dr. H. van ’t Veld, Weerklank lied 366).

In de doop worden wij eveneens geplaatst onder de heerschappij van de opgestane Christus, geroepen tot een nieuw leven waarin we bevrijd zijn van de slavernij aan onszelf en toegewijd zijn aan Hem. Door de Heilige Geest leert Hij ons op de wijze van bekering en wedergeboorte het leven zoals Hij bedoeld heeft. Dat is het leven waarin wij tot onze (Zijn!) bestemming komen. Dat is het leven waarin wij aan het beeld van Christus gelijkvormig worden gemaakt – aan Zijn identiteit.

Bodem vanuit de doop

In de doop spreekt God een nieuwe identiteit over ons uit. Ze is daarom een geschonken identiteit. Een genadig verleende identiteit waarin de Heere mij niet vastprikt op mijn verleden. Mijn identiteit ligt niet in wat ik gedaan of gepresteerd heb (positief of negatief), mijn identiteit ligt niet in mijn afkomst, noch in het ideaal dat ik bereiken wil, mijn identiteit ligt ook niet in mijn seksualiteit of een karaktertrek – mijn identiteit ligt in Christus. Ik bepaal daarom ook niet zelf wie ik ben of wil zijn, ik zoek daarvoor geen bevestiging bij gelijkgezinden of lotgenoten – ik buig de vraag zelfs om: in plaats van ‘wie ben ik’ leer ik allereerst te belijden ‘ván wie ik ben’. Zo deed Paulus dat toch ook in Handelingen 27:23? Pas als ik weet ván wie ik ben, weet ik wie ik zelf ben.

Tegelijk belijden we met ons doopformulier dat de Heilige Geest ons wil toe-eigenen wat we in Christus hebben. Onze nieuwe identiteit in Christus wordt in ons leven op een persoonlijke wijze concreet, met de gaven en de persoonlijkheid die elk mensenkind uniek maken. Dit voltrekt zich doorgaans niet zonder strijd, een strijd die voor velen óf in de tienerjaren plaatsvindt óf tijdens crises in de volwassenheid. Deze strijd kan gaan over gender en seksualiteit maar evengoed over de zin en waarde van het eigen concrete bestaan, bijvoorbeeld na traumatische ervaringen. Deze vragen krijgen een bodem vanuit de doop: voordat ik zelf iets over mijn identiteit kan zeggen, heeft de Heere er al iets over gezegd! Het heeft iets bevrijdends om onze identiteit niet in de eerste plaats in onszelf te zoeken, in zelfaanvaarding of zelfdefiniëring. Van dat laatste kun je hopeloos moe en onzeker worden. Ik kan pas ‘ik’ zeggen als ik eerst Iemand anders ‘Ik’ heb laten zeggen.

Welk spoor

Een fijnzinnig voorbeeld van dit geloof las ik in een uitspraak van ds. Willem Jan van de Velde, bestuurslid van ‘Hart van Homo’s’: ‘Ik ben in de eerste plaats christen, maar ook zoon van, broer van (...) en homo’. Me dunkt dat elke gedoopte christen in deze volgorde over zijn identiteit mag spreken. Daarmee weerspreken we de tijdgeest die ons oplegt dat we onze eigen identiteit kiezen en die vervolgens moeten verwerkelijken. Zo roept Paulus ons op: ‘Word aan deze wereld niet gelijkvormig’ (Rom. 12:2). Daarna schrijft hij uitgebreid over het gelijkvormig worden aan Christus in een nieuwe, geheiligde identiteit. Wie zijn identiteit kent, weet namelijk ook welk spoor hij moet volgen. Bij identiteit hoort ook altijd een bepaalde ethiek, een moraal. Wie ván zichzelf is, leeft ook vóór zichzelf. Als het ego de bron is, is het ook doel en norm van ons leven. Wie van de Heere is, leeft voor Hem (Rom.14:7-8)!

Uiteraard is daarmee niet alles gezegd. Vele andere factoren bepalen onze persoonlijke identiteit. Daarom kan onze identiteit ons ook nog steeds veel hoofdbrekens geven, waarbij professionele hulp nodig en mogelijk is. Maar in onze doop ligt een principieel vertrekpunt. Dat is een vertrekpunt voor iedere dag die we als gedoopte christenen mogen beginnen. Wie zijn dag voor Gods aangezicht begint met de overdenking van zijn doop, krijgt licht over zijn leven, zijn identiteit en zijn weg. Ik ben gedoopt, dus ik ben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Ik ben gedoopt, dus ik ben

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's