De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Verzet en vaderland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzet en vaderland

6 minuten leestijd

Een miljoen Nederlanders kwam in opstand. Dat was de aandachttrekkende kop in Trouw van 3 maart j.l. Historicus Mirjam de Lange en publicist – niet de filosoof – Paul van Tongeren berekenden dat een miljoen Nederlanders tijdens de oorlog in het verzet zat. Onlangs verscheen hun boek Een land in verzet.

Een miljoen: Dat is veel meer dan de 45.000 illegale werkers die door geschiedschrijver Loe de Jong worden genoemd, een getal dat volgens de auteurs sindsdien ‘een eigen leven’ is gaan leiden en er onbedoeld voor heeft gezorgd dat er een negatief beeld van het verzet is ontstaan: dat slechts een enkeling in verzet kwam. (...)

Het beeld dat Nederlanders amper iets uitrichten tegen de bezetter is hardnekkig. Was Nederland volgens u toch een dappere natie?

“Ik vind het lastig om daar een uitspraak over te doen, want wanneer ben je dapper? Waar wij ons met dit boek tegen afzetten is dat Nederlanders allemaal lafaards waren, dat alles grijs was. De laatste tien, twintig jaar overheerst dat beeld. Wij willen dat corrigeren.”

Er zit nogal een verschil tussen de 45.000 illegale werkers van Loe de Jong en een miljoen. Hoe kan dat?

“De kern is dit: De Jong hield vast aan het idee dat echt verzet in georganiseerd verband plaatsvond en fulltime was. Wat eenlingen deden, beschreef hij wel, maar het viel buiten zijn kader dat verzet in groepsverband plaatsvond. De 375.000 onderduikers rekende hij niet mee, en ook niet de circa 350.000 onderduikgevers, bijna altijd een echtpaar.

“Ook stakers telde Loe de Jong niet mee. In 1943, tijdens de April-meistakingen, gingen zo’n 500.000 mensen de straat op. Het staken was niet zonder gevaar: er werden tweehonderd mensen vermoord. Het was massaal volksverzet tegen de Duitsers, maar viel buiten de definitie van De Jong.

“Door de onderduik, de stakers en andere vormen van verzet te benoemen, komen wij op tegen de twee miljoen mensen in verzet. Vanwege dubbeltellingen houden wij het aantal op een miljoen.

“Door de definitie van illegaal werk van De Jong, hebben veel vormen van verzet onvoldoende aandacht gekregen: verzet door Joden, verzet door vrouwen. Wij hebben, in overleg met andere historici, een nieuwe definitie van verzet gemunt: verzet is alles wat mensen deden of lieten om de Duitse bezetter te ondermijnen en tegen te werken, bewust en doelgericht, individueel of in groepsverband.”

Wordt zo niet alles verzet, wat op zichzelf weer een vertekend beeld geeft?

“Nee, totaal niet. Alle verzetsdaden die wij meenamen in onze berekening waren – als ze werden ontdekt – strafbaar. En dan hebben we nog dingen niet meegerekend, zoals mensen die weigerden om hun radio in te leveren of mensen die die verzetskranten lazen en doorgaven.”

U wilt het beeld van het verzet herzien. Op wat voor manier?

“De beeldvorming is toch vaak: het verzet was een kleine groep stoere mannen die overvallen pleegden. Die nadruk zorgt voor een vertekening: het gewapende verzet was maar een klein deel van het gehele verzet. Er is qua man-vrouwverhouding, qua georganiseerdheid, qua aantallen een bijstelling nodig. De geschiedenis moet herschreven worden.”

U schetst een positiever beeld van het verzet. Maar het wrange feit blijft wel dat georganiseerde hulp aan onderduikers er pas was toen de meeste Joden al waren weggevoerd.

“Ja, dat is zeer pijnlijk en ongelofelijk triest. Pas toen de houding van de Duitsers feller en agressiever werd, kwamen er meer Nederlanders in verzet: de grote groei van het verzet vond plaats midden ’43. Ja, het verzet was groter dan gedacht, maar op dit punt te laat.”

De verschijning van het boek markeert een bijstelling van het beeld dat nog steeds van het verzet bestaat. Dat kan zeker nodig zijn, al was het alleen al vanwege het feit dat vrouwen nauwelijks in beeld waren, bijvoorbeeld als onderduikgever. Dat nu ook stakers meegeteld worden, lijkt me logisch. Maar hoe breed mag je verzet definiëren? Ik hoorde eens het verhaal van een Groningse boer die weigerde om Duitse soldaten een paar liter melk te geven. Ze namen hem mee en hij is nooit meer thuisgekomen.

Verschrikkelijk triest. Maar stel dat deze boer wel die paar liter melk had gegeven, was hij dan om die reden een foute Nederlander geweest? Wie een ruime definitie hanteert ten opzichte van het verzet, moet ook een ruime definitie hanteren van Nederlanders die fout waren. Ik denk dat je dan tot een enorm aantal zou komen. In ieder geval veel meer dan het aantal NSB’ers in 1943: ruim 100.000. Dat aantal kan je ook gemakkelijk met factor 10 vermenigvuldigen. De vraag is of er dan een reëel beeld ontstaat. Bovendien gaan de auteurs van het boek wel royaal om met aantallen. Het hadden er ook twee miljoen kunnen zijn, lees ik in het interview. Ze houden het voor de zekerheid maar op één miljoen.

De spanningen in de wereld nemen snel toe. De vraag die je in artikelen, columns en tv-programma’s tegenkomt, is: ‘Zijn Nederlanders bereid om voor hun vrijheid te vechten?’ Ad de Bruijne, hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Utrecht, schreef er een column over in het Nederlands Dagblad (10-03-25). Enkele fragmenten:

Sterven voor je vaderland is sinds de 19e eeuw een gangbare manier om soldaten te motiveren. Je land is zo nodig het offer van je leven waard. Toch vind ik dat soort vaderlandsliefde riskant. Niet omdat het vreemd is om je leven te offeren. Jeroen Pauw leek daarover lichtelijk verbijsterd en bleef de jongeren maar voorhouden dat ze kunnen sterven. Hij hoort bij de door vrede, welvaart en softheid verwende naoorlogse generaties.

Maar de geschiedenis kent nauwelijks langere perioden zonder oorlogservaring. En in andere tijden en landen sloeg de dood in vrijwel elk gezin al voor de volwassenheid frequent toe. Buiten de westerse bubbel horen oorlog en dood erbij. Wij zouden allemaal meer moeten beseffen dat je ook kunt sterven.

Maar dat moet je niet doen uit vaderlandsliefde. Dat concept ‘vaderland’ verspreidt een 19e-eeuwse nationalistische geur. De term zelf stamt uit de 14e eeuw en doelde toen simpel op het land dat je erfde van je voorvaders. Maar bij het ontstaan van de Europese natiestaten kreeg ze een mythische lading. Het ‘vaderland’ gold als een hogere macht met een eigen identiteit die ons allemaal omvat. Elke westerse natiestaat pretendeerde dat God speciaal aan haar verbonden was. En nadat ze God van het publieke toneel duwden, kregen staten zelf goddelijke trekjes. Vroeger stierven christenen als martelaar voor God. Nu geven burgers hun leven voor het vaderland.

Daarmee plaats je je land te hoog. Grenzen verschuiven, bevolkingen vermengen en identiteiten verkleuren. Het vaderland is niet belangrijk genoeg om voor te sterven. Alleen God of je naaste is het offer van je leven waard. Als Rusland aanvalt, brengt dit onrecht, schade en lijden voor medemensen. Vecht een overheid terug, dan verdedigt zij haar bevolking, mensen dus. Doe ik daaraan mee en laat ik daarbij het leven, dan past dat alleen uit liefde voor mensen en hun recht en belangen. (...)

Inderdaad, wat zegt het woord vaderland nog? De gevoelswaarde daarvan is in een tijd van Europees en mondiaal denken sterk veranderd. Bovendien moeten we onderscheid maken tussen beroepsmilitairen en dienstplichtigen. Voor de laatste categorie geldt dat je ze hooguit kunt inzetten voor de verdediging van de eigen vrijheid, maar niet voor gevechtsmissies elders.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Verzet en vaderland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's