‘Alsof ik thuiskwam’
Wilma Sleeuwenhoek uit Leerdam werd een ander mens
Ze is niet christelijk opgevoed, maar tegenwoordig legt ze op zaterdagavond haar Bijbel klaar voor de dag erop. ‘Ik kijk uit naar de kerkdienst. Als ik de preek heb gehoord en de zegen meegekregen, kan ik weer een week vooruit.’ Wilma Sleeuwenhoek is een ander mens geworden.
De 61-jarige Leerdamse legde een jaar geleden in de Pauluskerk in haar woonplaats belijdenis van het geloof af. ‘Ik ben nog volop aan het leren, maar heb het idee dat ik eindelijk ben thuisgekomen. Ik heb leren bidden en breng nu mijn leven bij God.
Op de dag van mijn belijdenis voelde ik me zo rijk, zo feestelijk. Ik ben ook gedoopt. Ik dacht: nu ga ik een heel andere weg in, ik ga alles heel anders aanpakken. Drie kinderen en mijn kleinkinderen kwamen ook naar de kerk. Dat zijn ze niet gewend, maar ze zijn positief en zien dat ik veranderd ben. De vierde kwam niet naar de kerk, maar hij zocht me na afloop toch op en feliciteerde me. Ik ben gezegend met mijn kinderen.’
Sleeuwenhoek was voorheen best eenzaam, zegt ze. ‘Sinds de Heere God in mijn leven is gekomen, ben ik dat kwijtgeraakt. Hij staat altijd naast me, waar ik ook naartoe ga. Dat geeft een onuitsprekelijke rust.’
Leegte
‘Ik heb een moeilijke jeugd gehad. Mijn moeder was een lieve vrouw, die eigenlijk niet tegen haar man op kon. Ze hield ons als kinderen voor om maar ‘op Hem hierboven’ te vertrouwen, dan zou het wel goed komen. Mijn vader had een afkeer van de kerk. ‘Als je in de kerk trouwt, kom ik niet’, zei hij toen ik voor mijn bruiloft stond. Wonderlijk genoeg kwam hij twee jaar voor zijn sterven tot geloof.
Ik geloofde altijd wel in God, maar durfde er niet voor uit te komen. Ik trouwde met een antigelovige man en die had dat zeker niet getolereerd. Als hij met God en met het geloof spotte, zei ik er wel wat van. Onze kinderen deed ik op een christelijke school. Mijn man dacht dat dat was omdat de school dichtbij was, maar ik wilde dat ze leerden over het christelijk geloof. Als ze een psalm moesten leren, zei ik: ‘Dit is ook belangrijk.’ En als ze wilden bidden, vond ik dat prima.
Zestien jaar geleden zijn mijn man en ik gescheiden. We waren uit elkaar gegroeid, waren niet gelukkig en communiceerden nauwelijks. Dat was heel eenzaam. Toen ik alleen was en de kinderen het huis uit waren, dacht ik: nu komt mijn tijd. Nu ik ga er werk van maken om me kind van God te mogen noemen. Ik zat al jaren niet lekker in mijn vel. Er was een grote leegte in mijn leven.’
Alphacursus
‘Ik kwam in aanraking met de Pauluskerk in onze woonplaats, nu ruim twee jaar terug. Daar was een project met een wekelijkse gezamenlijke maaltijd. Er werd dan een stukje uit de Bijbel gelezen. Iedereen was welkom. Er zaten ook altijd mensen van de kerk. Ik kwam in gesprek met zo’n meneer. Hoe sta jij tegenover God, vroeg hij. Ik vertelde dat ik altijd wel had geloofd en dat ik bijbellezen prachtig vind. Ook dat ik me er meer in wilde verdiepen.
Op advies van die meneer heb ik me bij de Alphacursus aangemeld en ben er alle weken present geweest. Toen was er een Alpha-2. Daar hoorde ik over belijdenis doen en dopen. Mijn oudere broer was wel gedoopt, ik niet. Ik wilde zo graag een kind van God zijn. Als christen leef je heel anders. Je hebt God als houvast, zonder Hem heb je niets. Bij de cursus zeiden ze ook: ‘Als er wat is, breng het bij Hem.’ Ze leerden ons hoe je bidden moet.
De Bijbel is de rode draad in mijn leven, al wist ik er maar weinig van. Daarover sprak ik een aantal keer met ds. J.A.W. Verhoeven van de Pauluskerk, die me thuis bezocht. Ik meldde me aan voor belijdeniscatechisatie. Een winter lang draaide ik mee. Dat was ontzettend fijn. Ik was net een spons, slurpte alle informatie op. Met zijn zevenen hebben we daarna belijdenis gedaan. Drie van ons werden gedoopt. De andere catechisanten waren in een kerkelijk gezin opgegroeid. Ze zeiden: ‘Wij kunnen van jullie leren.’ We hebben ontzettend goede begeleiding gehad. Er was totaal geen dwang. Voor mij is de kerk een warm bad. Ik krijg er liefde, warmte en geborgenheid. De mensen zijn ontzettend aardig.’
Ander mens
‘God heeft een ander mens van mij gemaakt. Ik ben gelukkiger en ook verdraagzamer dan vroeger. Als iemand onaardig deed, schold ik terug. Nu ben ik meer begripvol, zie ik meer de mens achter de boosheid. Dat heb ik aan Hem te danken. Ik krijg kracht van boven.
Ik ben in mijn gedachten minder egoïstisch geworden. Het ongedurige, ongelukkige en haastige dat ik vroeger had, heb ik niet meer. Ik was ’s nachts altijd bang, omdat ik alleen in huis ben, maar dat is nu voorbij. Mijn leven is zo veranderd. Ik beleef de dingen veel intenser. Ik was altijd jaloers op christelijke mensen. Hebben zij een groot verdriet, dan hebben zij hun geloof. Waar kon ik op terugvallen? Eigenlijk op niets.
Vroeger bad ik niet. Nu doe ik dat bij het eten. En als ik ga slapen, ga ik op de rand van het bed zitten en dank ik God. Mijn zorgen breng ik bij Hem. Ook de dingen waarvoor ik Zijn zegen wil hebben, leg ik aan Hem voor. Ik bid voor mijn kinderen, voor gezondheid.
Bidden helpt. Dat weet ik zeker. Ik heb jaren geen contact met mijn jongste zoon gehad. Ik heb ervoor gebeden en het is helemaal goed gekomen. Kon ik eerst lelijk doen tegen mijn zoon, nu gaan we heel anders met elkaar om.
’s Morgens sta ik op en dank ik dat ik er nog mag zijn. Ik had allang aan de Tiendweg, waar de begraafplaats is, kunnen liggen. Er is zes jaar geleden darmkanker bij me vastgesteld. Ik ben geopereerd en heb kuren gehad. Het is een wonder dat ik er nog ben.’
Aan het leren
‘Vroeger vond ik het moeilijk om keuzes te maken. Wat is goed? Als er nu iets is, denk ik bijna automatisch: hoe zou Jezus dat gedaan hebben? Of: dat kan ik niet doen, ik ben christen. Als christen heb je richtlijnen in je leven. Nu weet ik dat ik wil begraven worden, niet gecremeerd.
Ik ben nog volop aan het leren. Elke woensdagochtend lezen we met een klein groepje in de Bijbel. Dat is fijn. Ik zou nog veel meer willen leren. Het lijkt me ook mooi om naar Israël te gaan, om Jezus’ graf te zien. Als je daar loopt, weet ik zeker dat je Zijn nabijheid voelt.
Ik heb nu een vriend. Tegen hem zei ik: ‘Er is er maar Eén Die ik met mijn hele hart vertrouw en Die altijd naast mij loopt.’ Hij vond dat vreemd en was eigenlijk jaloers, maar zo voel ik het wel. Ik hoop dat mijn vriend Hem ook leert kennen. Dat bid ik ook voor mijn kinderen en kleinkinderen. Ik heb een kinderbijbeltje gekocht, dat wil ik gaan voorlezen als ik op mijn kleinkinderen oppas. Mijn kinderen hebben al toestemming gegeven.’
Tineke van der Waal is redactielid van De Waarheidsvriend.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 2019
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 2019
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's