Wonderlijke lofzang
En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. Lukas 1:46-47
In Maria’s wonderlijke lofzang worden de cirkels van Gods genade steeds groter. Zijn genade gold niet alleen haar persoonlijk, maar uiteindelijk zullen alle geslachten gezegend worden door de komst van haar Zoon, Jezus Christus.
Daarin zien we Gods liefde oneindig groot. Het brengt ons tot aanbidding: Lof zij de God van Israël.
Uitlaatklep
Maria kreeg een bijzondere boodschap. Het onmogelijke werd mogelijk. Het Heilige werd in haar moederschoot gegenereerd, zonder tussenkomst van een man. En wat de engel Gabriël voorzegt, gebeurt. Zij wordt zwanger door de Heilige Geest. Deze bijzondere gebeurtenis zoekt een uitlaatklep. Daarom zoekt zij direct haar veel oudere nicht Elizabet op. Het wordt een bijzondere ontmoeting, waarbij niet alleen het kindje opspringt in de buik van Elizabet maar waar zij ook nog eens vervuld wordt met de Heilige Geest. Maria krijgt een bevestiging via haar nicht: ‘want wat haar van de kant van de Heere gezegd is, zal volbracht worden.’ (vs.45) Dan blijkt dat Gods Geest ook Maria aangestoken heeft. Zij zingt haar wonderlijke lofzang. Zo jong als ze is, mag ze toch op zo’n verheven wijze de Heere groot maken. Maria krijgt een profetische blik op de grote daden van God. De kerninhoud vinden we in de verzen 51 tot en met 55.
Vier cirkels
Door de Heilige Geest vervuld, mag Maria grote woorden spreken. In haar Magnificat (Latijn voor: Hij maakt groot) trekt Maria vier cirkels, zoals je die ziet wanneer je een steentje in een vijver gooit. De kring om dat steentje begint klein, maar de cirkel wordt steeds groter. De eerste cirkel betreft Maria zelf: zij wordt de moeder van Gods Zoon. De tweede cirkel: Hij heeft gedacht aan Abraham. De derde cirkel: Hij heeft gedacht aan Zijn volk Israël. En vervolgens zo’n grote cirkel: alle geslachten zullen gezegend worden tot in eeuwigheid. En zo gaat de cirkel terug naar God, de Zaligmaker.
Ja, het blijkt haar Zaligmaker te zijn. In de eerste twee verzen van Maria’s lofzang lezen we drie keer het woordje ‘mijn’. Mijn ziel, dat deel dat heel je denken, voelen en willen omvat, maakt de Heere groot. We horen hier Psalm 103 op de achtergrond: ‘Loof, loof de Heer’, mijn ziel, met alle krachten, verhef Zijn naam, zo groot, zo heilig t’achten.’ Het is om klein van te worden, dat zij zo hoog mag opgeven van God. Want wat kon zij verwachten? Verachting van haar omgeving, pijn bij haar verloofde, Jozef. Toch maakt zij de Heere groot.
Keizerlijke redding
Ze gaat verder: Mijn geest verheugt zich in God. We zien hoe ze hier op Hebreeuwse wijze uiting geeft aan haar innerlijke gevoelens. Door die prachtige vorm van parallellisme, waarin de herhaling de kracht vertegenwoordigt, mag ze zingen: maakt groot, verheugt zich – mijn ziel en mijn geest – de Heere en God, mijn Zaligmaker. Mijn soter staat er in het Grieks, mijn Redder.
We kennen de betekenis: Redder, Verlosser, Heiland, Beschermer. Maar bij de Grieken was het een titel voor iemand die zijn land een grote dienst had bewezen. Zij hadden redding, bescherming en vrijheid gebracht, keizerlijke redding.
Maria mag weten: deze grote en hoge Redder is mijn Zoon. Hij is mijn Zaligmaker, Die ook mij bevrijdt van de last van de zonde. Hij maakt mij vrij. Zalig maken is vrijmaken. Deze Zaligmaker is Iemand Die niet slechts eenmaal zalig maakt, maar Hij is de Werkmeester van een voortdurende verlossing (Calvijn). Daar mogen we het mee doen. Ook nu, in 2024. Hij is een volkomen Zaligmaker.
Zingen
Bent u zo al vrijgemaakt door Hem? Niet één keer, geen twee keer, maar telkens weer. Bevrijd zijn van de slavernij van de zonde doet ons zingen tot Zijn eer. Dan zingen we met Zacharias: ‘Lof zij de God van Israël, de Heere Die aan Zijn erfvolk dacht en door Zijn liefderijk bestel verlossing heeft teweeggebracht.’ Dan zingen we met Habakuk: ‘Ik zal in de Heere van vreugde opspringen, in de God van mijn Heil!’ En zo mogen we met Maria instemmen: ‘Mijn ziel verheft Gods eer; mijn geest mag blij de Heer’, mijn Zaligmaker noemen.’
Christus heeft Zich immers voor ons gegeven en eeuwige gerechtigheid en verder alles wat Hij bezit, aan ons geschonken – ja, al Zijn genade over ons uitgestort. Dat zijn de weldaden van Christus, die niemand kan bevatten, geen engel kan deze begrijpen of doorgronden, want God is een gloeiende Bakoven vol liefde, Die reikt van de aarde tot de hemel (Luther).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's