De synode liet zich bij de neus nemen
Uit het slot van het verslag der laatstgehouden synode-vergadering, in „Woord en Dienst", dat als opschrift heeft: „algemene dispensatiebepaling in de kerkorde", nemen we het volgende over:
„Ter tafel ligt een voorstel om een nieuw art. 30 in de Kerkorde op te nemen, volgens hetwelk de synode, nadat consideraties van de classes zijn gevraagd, voor een bepaalde tijdsduur bijzondere regelingen kan treffen voor een goede voortgang van het kerkelijk leven, die afwijken van de orde der kerk.
Ds. Landsman heeft de achtergronden van dit voorstel in een nota omschreven en licht deze ter vergadering toe: Het gaat hier om een situatie waarvoor een tijdelijke regeling gewenst is, zonder de KO of de ordinanties te veranderen. Gedacht is aan: gebrek aan predikanten, waardoor hulppredikers bepaalde bevoegdheden zouden kunnen krijgen, zonder dat de KO gewijzigd dient te worden; een gereformeerde predikant die in een hervormde gemeente werkt; avondmaalsvieringen met catechisanten en kindercommunie. Al met al gaat het om een overgangsrecht. Ook urbanisatie en ontvolking van het platteland kunnen tijdelijke maatregelen nodig maken.
Nadat een enkele kritische stem uit de synode is gehoord (is dit niet strijdig met het gereformeerde kerkrecht? Antwoord: Dordt 1618-19 schiep een veel soepeler en soberder kerkrecht dan het onze!) neemt de synode het voorstel met 39—5 stemmen aan.”
U begrijpt, waar het bij de bespreking om ging. Iemand is b.v. wat geschrokken van de kindercommunie, en heeft gevraagd of we, door die toe te laten, niet in strijd komen met het gereformeerde kerkrecht. In wat hem toen is geantwoord ligt opgesloten, dat hij een verkeerde voorstelling heeft van dat gereformeerde kerkrecht. Die Dordtse vaderen waren veel soepeler dan hun tegenwoordige Gereformeerde nazaten in de Hervormde kerk.
Ja, natuurlijk had niemand de Dordtse kerkorde bij zich, om dit te controleren. Wellicht kende ook niemand die Dordtse kerkorde. Want we noemen ons wel gereformeerd, en strijden dapper voor de Gereformeerde waarheid, de Gereformeerde beginselen, een Gereformeerde vorm van kerkelijk leven, maar we kennen deze dingen niet uit eigen onderzoek. En zo liep de synode er in. Dordrecht was zo sober en soepel; onze kerkorde is veel strakker en strenger; als we de soberheid en soepelheid van het gereformeerde Dordrecht willen benaderen, moeten we maar eens beginnen met deze dispensatiebepaling aan te nemen.
Als ik het goed begrijp komt door deze bepaling de gehele kerkorde op losse schroeven te staan. Men kan, in een bepaalde situatie voor een bepaalde tijd de bepalingen van de kerkorde eenvoudig ter zijde stellen. Dat betekent, dat een ieder voor elk experiment synodale toestemming kan vragen en, na voor de synode aanvaardbare motivering, verkrijgen. In de praktijk komt dit hierop neer, dat ieder kan doen wat hij wil, dat elk experiment mogelijk wordt, kerkelijke sanctie verkrijgt, en de wettige kerkordelijke bepaling gaat vervangen. Wanneer het bericht dan nog vermeldt dat het om een „overgangsrecht" gaat, kan ik hier niet anders in lezen, dan dat de kerkorde, zoals gezegd, op losse schroeven, of liever, op de glijbaan is gezet, en dat we in steeds sneller tempo naar een totaal andere vorm van kerkelijk leven gaan.
Merkwaardig is, dat niemand juist door het noemen van de Dordtse kerkorde verdenking tegen deze bewering is gaan koesteren. Want het is juist deze synode geweest die een eind moest maken aan de verwarring die in de kerk door het optreden der Remonstranten was ontstaan, en die tegenover deze gedaagden zó resoluut optrad, dat haar het verwijt van hardvochtigheid en volmaakt gebrek aan soepelheid gewoonlijk treft. Nee, als de synode gezwicht is voor het argument dat het kerkrecht van Dordt zó soepel is, dat we deze dispensatiebepaling kunnen aanvaarden zonder daarmee in conflict te komen, heeft ze zich bij de neus laten nemen.
H. G. G.
(Overgenomen uit „Hervormd Weekblad” van 11 sept. 1969.)
Onderschrift
Wij zijn het met de strekking van het artikel van ds. Groenewoud van harte eens. Er kan niet genoeg gewaarschuwd worden tegen de opname van dit artikel in de kerkorde. Wij moeten er echter wel op attenderen, dat sommige Herv. Ger. synodeleden tegen dit voorstel zich uitdrukkelijk hebben verzet, zoals uit de notulen blijkt. Helaas heeft de overgrote meerderheid van de synode de consequenties van dit voorstel niet doorzien. Laten de classicale vergaderingen uitermate waakzaam zijn.
Redactie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1969
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1969
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's