In de hoofdstukken 30 en 31 lliezen wij van Israels ellende, verlossing en dankbaarheid. Deze woorden groepeeren zich deels kort vóór, deels kort na den val van Jeruzalem en hebben in hfdst. 30 vs. 21 den Messias op het oog, die als de Heerlijke en Heerscher uit Israël voortkomt en met Zijn hart ...