
KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK. (4)
Hoe droevig zijn de beschrijvingen van de profeten Jesaja, Jeremia, Joel, Habakuk en anderen aangaande de gebreken van de Kerk onder Israël. Wat schrikkelijke toestanden onder het volk, onder de overheden, onder de priesters ! Alles was zóó verdorven, d ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK. (5)
Over de ware en de valsche Kerk.
De bediening van 't Woord en de Sacramenten zijn de steunpilaren der Kerk. Allerlei gebreken en zonden kunnen niet verhinderen, dat de Kerk den naam van Kerk blijft dragen, als de bediening van het Evangelie en de bediening der S ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
EEN VRIJE CHRISTELIJKE VOLKSKERK HET IDEAAL DER VRUZ. HERVORMDEN., Ds. D. Bakker, van Drachten — voor kort predikant bij de Vrijzinnig Hervormden te Amsterdam — schrijft in Kerk en Wereld, orgaan van de Vereeniging van Vrijz. Hervormden in Nederland (6 Mei 1932) over het Ker ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK (6).
Over de ware en de valsche Kerk.
Calvijn vergelijkt „de Kerken onder de tyrannie van den Roomschen afgod" met de oude Israëlietische Kerk, zooals die in haar verbastering er uitzag en door de profeten ons geteekend is ; vooral die van 't rijk der tien stammen. E ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK. (7)
Wij hebben nu twee hoofdstukken uit het 4de Boek van „de Institutie", handelend over de Kerk „naverteld". In het eerste hoofdstuk (29 paragrafen) ging het „over de ware Kerk, met welke wij éénheid moeten onderhouden, omdat zij de moeder is van alle vrom ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK. (8)
Calvijn gaat nu (Boek IV, hoofdstuk III, 4 enz.) over de ambten in de Kerk spreken. We willen, vóór we aan Calvijn 't woord geven, in dit verband eerst gaarne een paar opmerkingen maken.
We weten, dat een ambt daarin van alle andere betrekkingen enz ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK (9).
Calvijn handelt in zijn Institutie, Boek IV, Hoofdstuk III, par. 4 enz. over de ambten en maakt onderscheid tusschen de buitengewone ambten, die niet blijvend waren en de gewone ambten, die tot op dezen dag in de Kerk van Christus worden bewaard.
De ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK. (10).
In Boek IV, hoofdstuk III, par. 5, gaat Calvijn over tot de bespreking van de gewone en blijvende ambten in de Kerk van Christus. Genoemd worden dan de Herders en de Leeraars, waarbij deze onderscheiding wordt gemaakt, dat de Leeraars de meeste overee ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK. (11)
De Diakenen. „De zorg voor de armen" — zegt Calvijn, Inst. Boek IV, hoofdst. III, par. 9 — „was aan de diakenen opgedragen. Maar hier schijnt men twee soorten te moeten onderscheiden. Want Rom. 12 vers 8 zegt: „Wie uitdeelt, doe het in eenvoudigheid ; ...

KERKELIJKE RONDSCHOUW
OVER DE KERK (12).
Iets anders is het wanneer het geldt de gewone verkiezing der dienaren. Want de opzieners moeten door menschen aangewezen worden. Dat zal geen verstandig mensch loochenen — zegt Calvijn IV, III, 14 — daar in de Schrift zooveel getuigenissen aangaande d ...