
UIT DE HISTORIE
Theoloog uit den bloeitijd van het Gereformeerd Protestantisme.
II. (Slot).
Dat Rivetus een echt Gereformeerd theoloog geweest is, blijkt o.m. uit zijn houding ten opzichte van de Heilige Schrift. Stelde de Roomsch-Katholieke Kerk de traditie op één lijn met Gods Woord, — de Refo ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Vervolg vers 28. Wanneer Paulus zegt: „in Christus is noch Griek", dan verwerpt hij daardoor de wijsheid der heidenen, alsook hun gerechtigheid, welke hij; beide veroordeelt. Toch zijn er onder de heidenen vele groote en alleszins vo ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk II Nadat wij onderricht hebben gegeven in de leer van het geloof in Christus, zetten wij thans ook die aangaande de goede werken uiteen. Daar gij Christus door het geloof aangenomen hebt, door Wien gij gerechtvaardigd zijt, moet ge nu ook aanvangen, goede werken te verric ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk II. Wie is deze „mij'' ? Antwoord: natuurlijk ik, die een verloren zondaar en veroordeeld ben, en dien de Zoon Gods zoo liefgehad heeft, dat Hij zich voor mij overgegeven heeft. Wanneer ik door eigen werken of verdiensten den Zoon Gods had kunnen liefhebben, en tot Hem ha ...

UIT DE HISTORIE
Op 26 Maart 1524 schreef Zwingli over dit onderwerp het volgende :
Toen Simeon het kindeke Jezus in zijn armen hield, zei hij tot Maria : „Zie, deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël, en tot een teeken, dat wedersproken zal worden, opdat de gedachten uit vele harten ge ...

UIT DE HISTORIE
I
De Middeleeuwen trekken ons over het algemeen niet zoó aan.
In geestelijk en stoffelijk opzicht zijn ze achterlijk en bekrompen, wanneer we ze zien in het licht der ontwikkeling, die later gekomen is. Van groei op kerkelijk, staatkundig en maatschappelijk terrein, ...

UIT DE HISTORIE
Luthers verklaring van Paulus' brief aan de Galaten.
Paulus spreekt hier louter vlammende woorden, en hij is zóó heftig, dat hij begint met de engelen als het ware te vervloeken. Ook wij zelf, zoo zegt hij, namelijk ik en mijn broeders, Timotheüs, Titus en zoovelen er me ...

UIT DE HISTORIE
Luthers verklaring van Paulus’ brief aan de Galaten.
Schrijver ; lezers ; groet ; hoofdstak 1 : 1—5.
(VI).
Vervolg vers ; i.
Een regel, die men wel in acht behoort te nemen : in de Goddelijke majesteit mag men niet te diep indringen.
Maar waarom voegt de ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten. Vers 8—11. Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geene goden zijn. Vers 8. Hier rekent Paulus eigenlijk met de Galaten af ; w ...

UIT DE HISTORIE
I.
Het is niet overbodig, dat wij eens enkele artikelen wijden aan Pierre Viret, die als vriend en medewerker van Calvijn niet zoo bekend is als Willem Farel. Toch heeft niemand minder dan Beza deze drie mannen — Calvijn, Farel en Viret een
„uitgelezen klaverblad" ge ...