
VAN DEN WOORDE GODS
XXI.
Zoo staat dus reeds het eerste geslacht van Adam in het licht eener diepe ontdekking en heldere opklaring des bewustzijns aangaande de zedelijke verhouding tot God, wanneer het aankomt op Zijn dienst en de gemeenschap met Hem. De menschheid moest weten, dat geen nad ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie. Uit het onbeschreven Woord. XXII.
Het zedelijk bewustzijn des menschen is dus niet zonder besef van verantwoordelijkheid. Deze is gegrond in onze schepping naar Gods beeld. De wijsbegeerte moge hare krachten inspannen dezen zedelljken grondtrek weg te wisschen, ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
Uit het ongeschreven Woord.
XXIII.
Aan het menschelijk leven zijn twee zijden. De eene is naar binnen, de andere naar buiten gekeerd. Wij kennen in de eerste plaats ons eigen individueele leven, dat ons als persoon eigen is, waarin de mensch in ondersch ...

VAN DEN WOORDE GODS
XXIV.
Diep in de menschenziel openbaart zich het goddelijk Wezen. De apostel Paulus heeft het zoo treffend juist beschreven in Rom. 1 : 18—21, hoe God verschijnt voor het menschelijk bewustzijn, voor het bewustzijn van elk menschenkind. Hoe ver de mensch ook van zijn God is afgedwaald, hoezee ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
XXV.
Genesis 4:9—12. En de Heere zeide tot Kaïn : waar is Habel, uw broeder ? en hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder ? En Hij zeide : wat hebt gij gedaan ? daar is een stem des bloeds van uwen broeder, dat tot Mij roept van den aardbod ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
Uit het ongeschreven Woord,
XXVI.
Genesis 4:9—12. En de Heere zeide tot Kaïn : waar is Habel, uw broeder ? en hij zeide : Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder ? En Hij zeide : wat hebt gij gedaan ? daar is een stem des bloeds van uwen broeder, ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
XXVII.
Genesis 4:9—12. En de Heere zeide tot Kaïn : waar is Habel, uw broeder ? en hij zeide: k weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder ? En Hij zeide : wat hebt gij gedaan ? aaar is een stem des bloeds van uwen broeder, dat tot Mij roept van den aardbo ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
XXVIII.
Zoo gaat er dus in Kaïn's misdaad en de wijze waarop de Heere Kaïn daarbij bepaalt, voor het bewustzijn der menschheid een nieuwe openbaringslicht op. Reeds de allereerste geslachten moeten verstaan, dat zij met hunne levensdaden voor Gods aangezich ...

VAN DEN WOORDE GODS
XXIX.
2e Serie.
Het aardsche leven des menschen verschijnt dus van den beginne onder de openbarende daad Gods in het licht Zijner gerechtigheid, ja, Zijner wrekende gerechtigheid, als het geldt de behoudenis van het leven des naasten. In Kaïn's geschiedenis wordt ons ...

VAN DEN WOORDE GODS
XXX
2e Serie.
Het is merkwaardig, dat de vloek over Kaïn's persoon zich ook uitstrekt over zijn dagelijkschen arbeid, want de aarde zou hem niet meer voortbrengen hetgeen zij inderdaad zou kunnen geven. Er zou eene groote teleurstelling dezen vreeselij ken zondaar be ...