In het spanningsveld van heden en verleden 1
Wanneer wij boven dit artikel de woorden Belijden en Belijdenis geschreven hebben, een werkwoord én een zelfstandig naamwoord, komen er vooral twee gedachten bij ons boven. De eerste is, dat deze twee woorden toch wel heel veel op elkaar lijken en daarom heel veel met elkaar te maken moeten hebbe ...
De prediking van de Nadere Reformatie ¹)
Op 31 mei jl. promoveerde aan de Theologische Hogeschool te Kampen tot doctor in de theologie dominee T. Brienen, christelijk gereformeerd predikant te Groningen. Graag willen wij hem met deze promotie van harte gelukwensen. Het is een waardevolle bekroning van jarenlange studie. Ongetwijfeld zal ...
De prediking als verkondiging 3
Als de prediking verkondiging is, betekent dit, dat zij haar wijsheid niet uit zichzelf haalt. Zij haalt die ergens vandaan. Zij haalt die vandaan uit het Woord van God. De prediking is slechts bediening van het Woord. Niets anders, niets meer en niets minder.Dat klinkt natuurlijk nogal sc ...
De prediking als verkondiging 2
Als er in de Schrift over de prediking wordt gesproken, gebruikt met name het Nieuwe Testament een woord, dat letterlijk betekent: aankondiging, proclamatie. Het is het woord kerussein, met als zelfstandig naamwoord: kerugma. Dat is een woord met een duidelijke achtergrond. Het werd in de oudheid ...
De prediking als verkondiging 1
De prediking neemt in onze erediensten een centrale plaats in. Dat zal dan ook wel één van de redenen zijn, waarom voortdurend over de betekenis van de prediking, over haar inhoud en haar methode, wordt nagedacht. Als het inderdaad terecht is, dat de prediking zo'n centrale plaats inneemt, is het ...
Ik geloof in God 8
Wij willen dit keer nog wat dieper ingaan op de betekehis van de belijdenis van de geestelijkheid van God. De vorige keer hebben wij er reeds op gewezen, dat in de Schrift het lichaam tot het schepselmatige behoort. En daarom kan er slechts in een bepaalde zijn gesproken worden over de lichamelij ...
Ik geloof in God 7
Wij komen nu tot het laatste, dat onze Ned. Geloofsbelijdenis over God belijdt, voordat zij begint te spreken over de eigenschappen van God in de engere zin des woords. Zij noemt God namelijk ook een geestelijk Wezen. 'Wij geloven met het hart en belijden met de mond, dat er is een enig, eenvoudi ...
Ik geloof in God 6
Bleek het de vorige keer, dat wij met een actuele zaak bezig waren, toen wij spraken over de enigheid, het unieke van God, veel minder schijnt dit het geval te zijn, wanneer wij nu met elkaar willen nadenken over de betekenis van de eenvoudigheid van God. Daarover spreekt namelijk onze belijdenis ...
'Calvijn en de doperse radicalen’ *
Op 14 juni jl. is aan de Universiteit te Utrecht dr. W. Balke cum laude gepromoveerd tot doctor in de theologie. Dat deze promotie op zulk een voor de promovendus (en de promotor) eervolle wijze is verlopen, is wel een speciale gelukwens waard. Maar ook heeft dit betekenis in deze zin, dat door d ...
Ik geloof in God 5
Wij willen nu met elkaar nagaan, hoe in art. 1 van onze Ned. Geloofsbelijdennis God nader wordt beleden. De belijdenis maakt hier een voorzichtige indeling, omdat zij eerst spreekt over een enig en eenvoudig geestelijk Wezen, dat wij God noemen, terwijl zij daarna gaat spreken over de eigenschapp ...