
Mijn Paaschbede.
Weer is de dag gekomen, Wijl vreugdvol wordt vernomen : De Heer' is opgestaan ; Hij, Christus, Die Zijn leven Voor zondaars heeft gegeven, Den dood is ingegaan.Hij is uit 't graf verrezen, Verheug u dan op dezen Zoo blijd' herdenkingsdag. Laat uwen ilofpsalm 'hooren. Maak toch voor aller o ...

Op den laatsten dag des jaars.
Bij het t'rugzien óp de dagen Van het jaar, dat is vergaan. Moet 'k, voor U mij buigend klagen : 'k Heb weer niets dan kwaad gedaan.'k Heb geleefd wijl 'k in de zonden Nog 'kon toeven, wijl ik daar Nog vermaak in heb gevonden, 't Thans weer heengesnelde jaar.En Gij wildet mij omring ...

BESTRIJDING.
'k Ben bedolven In de golven Van mijn zonden en mijn schuld ; Alle dagen Moet ik klagen. Dat ik daarmee ben vervuld.„'k Sla de oogen Met meêdoogen Op een volk, dat Mij verliet ; Doch wier vragen Alle dagen Thans weer is : Verstoot ons niet." En dan buig ik En betuig ik Hem mijn diep' onwaardighei ...

Zieleklanken.
Loof den Heere, mijne ziel. Loof den Heere, mijne ziel, Loof Hem, Die, ofschoon gij viel In de zonden, in tiet kwade ; Nochtans op u nederziet, U Zijn trouwe liefde biedt, Zijn ontferming en genade.Loof den Heere, mijne ziel, Loof Hem, Die, hoe diep g' ook v ...

BEMOEDIGING.
Aan COR.Gij, door schuld terneergebogen. Bevend voor Gods heil'ge oogen, Duchtend Zijn gerechte straf; Zou voor u geen Heilzon dagen ? Zoudt gij immer moeten klagen ; Tot gij zinkt in 't duist're graf ? Rees in uwe duist're nachten, Vol van bange zieleklachten. Nimmer nog de Ster de ...

Na dezen 't verstaan.
Wanneer 'k mag betreden Mijn pad, op mijn schreden Steeds smeekend : wil Gij Mij, Heere, aanschouwen, Op U doen vertrouwen, Leidt Gij m' aan Uw zij.Kan niets mij ontrooven 't Vertrouwen, 't gelooven, Dat al wat 'k ontmoet, Door Hem wordt gezonden. En klinkt telken stonde : Wat Gij doet is ...

Godsgemis.
Waarom ik zoo neergeslagen. Zoo vol zorg en kommer ben ? Waarom ik in al mijn dagen. Zelden vreugd of blijdschap ken ?Ach, 'k word immer neergebogen, Door 't gevoel dat ik nog mis Mijnen God, dat doet mijn oogen Staren vol van droefenis. Dat toch doet mij altijd weder. Mijnen weg vol komm ...

Wat treurt ge, mijne ziel ?
Mijn ziel, wat treurt ge alle dagen ? Wat zijt g' onrustig in uw lot ? Waarom toch dat gedurig klagen, Wat Satan reden geeft te vragen, Vol hoon en schimp en smaad en spot: Waar is nu uw God ?Hef toch uw droevig starend' oogen, Waarin die blik vol bangen strijd, Vertrouwend opwaarts naar d ...

ZIELEKLANKEN.
Zielsverdriet. Mijne ziel zou gansch haar leven, Aan den Heere willen geven. Dag aan dag, door niets gestoord ; Al haar jaren doen passeeren, In een vragen.en begeeren. Naar des Heeren dienst en Woord.Maar in al die vuile zonden, Die mijn ziele zoo doorwonde ...

Als een dag ten einde is.
Als ik bij 't nad'ren van den nacht. Voor mijne sponde nederkniel ; Ontglipt zoo vaak een bange klacht. Een klagend zuchten mijne ziel.Dan toch is weer een dag vergaan, Van mijn zoo korten levenstijd ; Waarin al wat ik heb gedaan, Bestond in enkel ijdelheid.Beschaamd buig ik mij dan ...