
ARTIKEL 36 IN HET GEDING ?
„De Hervormde Kerk" van 5 januari j.l. heeft zich opgeworpen als verdedigster van art. 36, en beweert, dat de Hervormde Kerk „ook wat betreft art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, wil trachten te leven , , in gemeenschap met de belijdenis der vaderen". (De Herv. Kerk, pag. 4, eerste kolom ...

DE VERZOENENDE GOD II
Vader, Zoon en Heilige Geest geen Personen, maar zijnswijzen, zo hebben wij van Barth vernomen.Dan — als dat zo is — en God openbaart Zich alleen in en door de Heere Jezus Christus, zoals Barth aanneemt, dan kunnen wij slechts één zijnswijze van God kennen, n.l. die van het Woord of de Zoo ...

DE VERZOENENDE GOD III
Naar aanleiding van Barth's uiteenzetting over, wat hij noemt, de zijnswijzen van God, hebben wij reeds opgemerkt, dat dit alles de indruk maakt, alsof hij eigenlijk van mening is, dat wij God alleen kennen in de menselijke zijnswijze, die Hij in de Zoon als het vleesgeworden Woord heeft aangenom ...

WAAROM GOD MENS?
Volgens Barth zou God Zijn Zoon in de wereld gezonden hebben, opdat deze Hem als het oerbeeld in haar midden zou hebben.Dit staat echter nergens.Laat ons ook niet vergeten, dat Barth de Zoon als een goddelijke zijnswijze wil zien, welke ondanks verschil met de zijnswijze des Vaders, ...

DE RECHTER IN HET GERICHT
De Rechter in het gericht, en dat in onze plaats, ziedaar het thema, waaraan Barth ruim 60 pagina's wijdt, zonder te verklaren, waarom hij dit verkiest om het werk van Christus (of liever een deel van de oude leer van het werk van Christus) in het bijzonder van Zijn , , hogepriesterlijk" ambt, te ...

ONZE ZONDE IN GODS HAND
In veelheid van woorden gaat Barth door op het thema : „de Rechter in onze plaats geoordeeld". Hij tracht het licht te doen vallen op verschillende aspecten van het werk der verzoening en toch — ondanks telkens terugkerende uitdrukkingen, die bekende klanken schijnen te vertolken, stuit men van b ...

DE KENNIS DER ZONDE
Wij hebben in Barth's beschouwingen over de verzoening onderscheidene keren de uitdrukkingen zonde en de mens der zonde ontmoet.Ook hebben wij reeds aangevoeld, dat Barth over de zonde en de mens der zonde anders denkt dan de traditie.Gij moogt het vreemd vinden, dat Barth eerst ove ...

NOG EENS DE KENNIS DER ZONDE
Wij zijn in ons vorig artikel niet ver gevorderd met de uiteenzetting van de kennis der zonde. Dat kan ook niet. Indien iemand een weg, die door de kerk gedurende negentien eeuwen ruim geleerd is, afwijst en een nieuwe weg meent te kunnen wijzen, ligt het voor de hand, dat hij alvorens ons op die ...

DE KENNIS VAN GOD DE SCHEPPER
Deze kennis, waarover Calvijn in zijn eerste boek handelt (Institutie I), en wel in zeer duidelijk uitgesproken onderscheiding van de kennis van God de Verlosser, wordt zoals wij gezien hebben, evenals de kennis der Wet en der zonde, door Barth van de hand gewezen.Geen kennis van God dan d ...

WAT WIL MEN BEREIKEN?
Prof. Van Ruler meent met grote ernst de vraag te moeten stellen : „Wat wil men op de duur eigenlijk met de Christelijke organisaties bereiken? "Diezelfde vraag zouden wij kunnen richten tot de mannen, die verantwoordelijk zijn voor het Herderlijk Schrijven en tot hen, die het met dit Schr ...